Ministerie van Algemene Zaken

06-05-2002, NOS, Extra, Nederland 1, 23.00 uur

VERKLARING MINISTER-PRESIDENT KOK NA AFLOOP VAN DE EXTRA MINISTERRAAD OVER DE AANSLAG OP PIM FORTUYN

KOK:
We hebben vanavond, zoals u weet, vergadering gehad enkele uren. In de eerste plaats, zoals ik u vanavond eerder heb aangegeven: om onze gevoelens ook samen te delen na de dramatische gebeurtenis van deze dag, de verslagenheid in het geheel van de ministerraad is onbeschrijflijk. Je voelt een sfeer van collectieve verslagenheid over het feit dat dit vreselijke ons is overkomen. We hebben natuurlijk in het licht van de gebeurtenis van vandaag ook een aantal zaken besproken waarover door de minister van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties nog het nodige kan worden gezegd ter completering van de informatie die van onze zijde kan worden gegeven. We hebben natuurlijk ook gesproken, dat is onvermijdelijk, negen dagen voor de verkiezingsdatum over de vraag hoe daar nu mee om te gaan. We hebben vastgesteld dat het nu toch ook wel buitengewoon belangrijk is om zeer goed de gevoelens te kennen zoals ze ook daar omtrent in de leiding van de Lijst Fortuyn bestaan. Ik heb eerder vanavond, voor de ministerraad plaatsvond, al contact gezocht met de heer Varela, de nummer twee van de kandidatenlijst van de Lijst Fortuyn. Ook met de heer Herben, de woordvoerder en een van de kandidaten, ik heb hem mijn en ons diepe leedwezen overgebracht met deze afschuwelijke gebeurtenis. Ik heb hen gevraagd, ook van mij te willen accepteren dat de regering op alle mogelijke wijze ook bereid was om hulp te bieden op welke terreinen dan ook. Dat hebben zij beiden zeer gewaardeerd. Ze hadden ook erg gewaardeerd de woorden die ik eerder vanavond sprak, ook de oproep om allemaal onze kalmte te bewaren. Zij sloten zich daar zeer bij aan. Na afloop van de ministerraad, voor het einde van de ministerraad heb ik gelet op het besprokene in de ministerraad, gebeld met de heer De Booij, die ik eveneens ons leedwezen heb overgebracht, onze deelneming. Hij stond op het punt ook een gesprek te hebben met een aantal mensen die tot de leiding van de Lijst Fortuyn behoren. Ik heb hem aangeboden om morgen om tien uur op het Catshuis met een delegatie van het kabinet van gedachten te wisselen. Die delegatie bestaat uit ondergetekende, de beide vice-premiers en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarbij we ook zeer nadrukkelijk rekening willen houden met en aandacht willen geven aan de gevoelens die in de groep Fortuyn bestaan ten aanzien van de verkiezingsdatum. We hebben hier natuurlijk met wettelijke regelingen, beperkingen, mogelijkheden te maken. We zullen uiteraard onze afwegingen in het kabinet ook moeten maken in het licht van diverse inzichten die ons daarover, ook van de



kant van andere politieke partijen, bereiken. Maar iedereen zal begrijpen dat we juist met de Lijst Pim Fortuyn ernstig rekening willen houden bij het bepalen van ons beleid ter zake. De heer De Booij heeft mijn uitnodiging van harte aanvaard, was daar ook zeer dankbaar, erkentelijk voor. Hij vond het ook een bijzondere geste van de kant van de regering. Dat is morgen vrij vroeg in de dag een van de eerste dingen die we zullen doen. Hier wil ik het wat mij betreft eerst bij laten, ik geef nu het woord aan de minister van Justitie.