Ingezonden persbericht
"De leraar moet weer centraal staan in de discussies over onderwijs"
Walter Dresscher is nieuwe voorzitter Algemene Onderwijsbond
Utrecht, 6 mei 2002 Walter Dresscher is de nieuwe voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb). Dresscher, die sinds het ontstaan van de AOb de functie van vice-voorzitter bekleedde, volgt Jacques Tichelaar op die de vakbond verruilt voor een carrière in de politiek. "Ik vind dat de leraar weer centraal moet staan in de discussies over onderwijs. Het beroep moet aanzien terugkrijgen. Het ministerie doet te weinig; werken daar teveel mensen die leerkrachten in hun hart waardeloos vinden. Een flinke financiële injectie is nodig om orde op zaken te stellen en het beeld te veranderen."
De nieuwe voorzitter van de grootste onderwijsvakbond in Nederland heeft het verkleinen van dekloof tussen de politiek en het onderwijsveld hoog in het vaandel. "De AOb wil de komende jaren meer doen aan het beroep van leraar. Wij willen een stem in het onderwijsbeleid zijn." Eén van de initiatieven die Dresscher wil ontplooien is het aangaan van gesprekken met AOb-leden op zwarte en islamitische scholen. "Iedereen heeft de mond vol over dit onderwerp. Politici en deskundigen hebben er meningen over. Er zijn merkwaardige verdenkingen ten aanzien van islamitische scholen, waar niets van waar is. Ik mis de échte deskundigen in de discussie: de professionals die elke dag op deze scholen werken en hele goede ideeën hebben. Ik toets mijn mening aan wat de meest betrokkenen in mijn achterban vinden."
Een stokpaardje van Dresscher is de status van het beroep leraar. "Het ministerie onderschat het probleem van het lerarentekort. Het is een soort veenbrand, een algehele onvrede, die desastreuze gevolgen zal hebben als je niet oppast. Er gebeurt onvoldoende om iets te verbeteren aan de status van het beroep. De overheid moet respect aan de dag leggen voor mensen die in het onderwijs werken. Verder moeten ze er voor zorgen dat mogelijkheden er zijn om de werkdruk onder controle te krijgen. Wij streven naar 22 lesuren in het voortgezet onderwijs. De scholen willen wel, maar met het huidige budget is minder dan 26 uur problematisch." Integraal personeelsbeleid is een voorbeeld van een goede actie, aldus Dresscher. "Daarmee zeg je: Jij bent hier, je weet veel. Wat vind jij dat er met deze school moet gebeuren, dat er met deze kinderen moet gebeuren." De berichten over slecht presterende scholen zijn slecht voor het imago van het onderwijs. "Stel een groep met ervaren leerkrachten en directeuren samen die de organisatie doorlichten en suggesties voor verbeteringen doen. Daar is geld voor nodig, maar daarin voorziet het systeem niet. Als de school wat minder presteert, komen er minder leerlingen en krijgt de school minder geld. Het is een schande dat het Utrechtse Niels Stensen College sluit. Het zit
onder de opheffingsnorm, dus krijgen ze geen geld meer. Dat het de laatste school in de wijk is, interesseert niemand. Het is een star systeem."
Walter Dresscher (52) begon in 1975 als geschiedenisleraar aan de Rijksscholengemeenschap in Warffen (nu: Het Hogelandcollege). Later kwamen daar de vakken maatschappijleer en economie bij, en gaf hij les op een avondschool en op Instituut Stavast. Dresscher is sinds 1980 actief bij het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL) en werd in 1994 voorzitter. Het NGL fuseerde in 1997 met de ABOP tot de AOb, waar Dresscher de functie van vice-voorzitter bekleedde.