MKB-Nederland
MKB Nieuws, bericht
06-05-2002
Mkb heeft weer meer vertrouwen in de economie
MKB-Nederland constateert dat het Nederlandse midden- en kleinbedrijf de afgelopen maanden aanzienlijk positiever is gaan denken over de vooruitzichten van de Nederlandse economie. Bijna driekwart van de mkb-ondernemers denkt dat het Nederland economisch beter zal gaan, terwijl het vorige kwartaal net iets meer dan de helft van de ondernemers positief was. Dit blijkt uit de resultaten van het NIPO-onderzoek dat MKB-Nederland ieder kwartaal laat uitvoeren.
MKB-Nederland constateert verder dat het mkb ook positiever aankijkt
tegen de vooruitzichten voor het eigen bedrijf. Mkb-ondernemers zijn
positiever geworden over de omzetontwikkeling en een stuk
optimistischer over de orderportefeuille. De afzet neemt af terwijl de
omzet achterblijft, hetgeen wijst op versterkte prijsconcurrentie.
Daardoor staan de winstmarges onder druk, wat blijkt uit het feit dat
de ondernemers niet positiever zijn geworden over de
winstontwikkeling. Ronduit negatief is dat de export van het mkb onder
druk staat: het aantal mkb-ondernemers met exportplannen is flink
gedaald.
Werkgelegenheidsgroei
MKB-Nederland merkt ook dat de werkgelegenheidsgroei weer aan tempo
wint, hoewel nog duidelijk onder de recordaantallen van een jaar
geleden. Op dit moment verwachten mkb-ondernemers dat in 2002 de
werkgelegenheid toeneemt met in totaal 65.000 nieuwe banen. In het
vorige kwartaal werden 55.000 nieuwe banen verwacht. De gerealiseerde
werkgelegenheidsgroei bedroeg in het eerste kwartaal van dit jaar
20.000 nieuwe banen (vorig jaar + 32.500). Het aantal openstaande
vacatures is het afgelopen kwartaal gestegen van 101.000 naar 131.000
nu. Vooral de maaksectoren (dienstverlening, industrie en bouw) hebben
openstaande vacatures, voor met name productiepersoneel. Het
Nederlandse mkb zit nog steeds (te) krap in goed technisch opgeleid
vakpersoneel. Meer dan de helft van de openstaande vacatures zijn in
het westen (Randstad).
Hoewel het mkb positiever is over de economie is voorzichtigheid op
zijn plaats. Er is een grote onzekerheid in de markt. MKB-Nederland
vindt het opvallend dat het macrobeeld van ondernemers dit kwartaal
rooskleuriger is dan hun microbeeld. Meestal is dat precies omgekeerd
en zijn ondernemers positiever over de eigen onderneming dan over de
Nederlandse economie in totaliteit. Dit wijst erop dat ondernemers
kansen zien, maar dat er veel onzekerheid is.
Investeringen
Om de in het onderzoek geconstateerde combinatie van sterke
loonstijgingen en achterblijvende productiviteit structureel aan te
pakken, wil MKB-Nederland beleid langs twee wegen noodzakelijk. Ten
eerste moet de druk op de lonen verminderen en daarnaast moeten de
investeringen worden aangemoedigd. De druk op lonen wordt veroorzaakt
door een krappe arbeidsmarkt en door de hoge inflatie. De inflatie is
sinds begin vorig jaar hoog en is voor een groot deel door incidentele
effecten bepaald, zoals het belastingplan, btw-verhoging en het kijk-
en luistergeld. Deze hoge inflatie heeft een jaar stand gehouden en
begin dit jaar is mede door de komst van de Euro de inflatie hoog
gebleven. De hoge inflatie heeft in combinatie met de krapte op de
arbeidsmarkt een vertaling gekregen in de looneisen.
Flexibilisering arbeid
Om de druk op de lonen te beperken is er een rol voor de sociale
partners en de overheid. De overheid met name door de oorzaken van de
hoge inflatie. MKB-Nederland stelt dan ook voor om de overschotten in
de sociale fondsen te gebruiken om de druk op de productieve groep in
Nederland te verminderen. De sociale partners zullen aan de CAO-tafels
de lonen in bedwang moeten houden. Verder is een flexibilisering nodig
van het arbeidsproces. MKB-Nederland pleit daarom in sectoren met een
grote krapte de werkweek te verlengen en in sectoren die sterk
afhankelijk zijn van de conjunctuur gebruik te maken van het
urenmodel. Dat betekent dat de werkdruk gedurende het jaar varieert.
De combinatie van het verlagen van de sociale lasten, loonmatiging en
flexibilisering van het arbeidsproces zal de productiviteit en daarmee
de concurrentiepositie doen verbeteren.
De tweede weg om de arbeidsproductiviteit - op de langere termijn - te
versterken, is het stimuleren van de investeringen. MKB-Nederland
vindt het in dit verband hoopgevend dat de investeringsbereidheid
onder het mkb het afgelopen kwartaal flink is toegenomen. Mede door de
lage rentestand bevindt de investeringsbereidheid zich zelfs weer op
recordniveau. Nu de bedrijven positiever zijn en willen investeren, is
het van belang dat de beleidsmaatregelen zich richten op versterking
van dit toegenomen vertrouwen. Concreet betekent dit een
lastenverlichting gericht op de loonkosten en vergroting van de
toegang om te investeren.
Export
Een groeimogelijkheid biedt de uitbreiding van export. MKB-Nederland
is dan ook bezorgd over het afgenomen aantal ondernemers dat wil gaan
exporteren. Naast de verslechterde concurrentiepositie is een reden
voor de sceptische houding de verslechterde economische situaties in
belangrijke exportlanden als Duitsland en de VS. Om deze
afhankelijkheid te verminderen pleit MKB-Nederland er voor om naast de
nabije markten, die een speerpunt blijven in het exportbeleid, de
sprong naar Oost-Europa te maken. Het beleid moet voorzien in
mkb-vriendelijke kredietverzekeringen, subsidies toegespitst op het
mkb en de kennis verbeteren door handelsmissies en uitbreiding van het
aantal steunpunten in Oost-Europa.
Informatie: drs. K.A. Ravesloot