Algemene Onderwijsbond
Walter Dresscher nieuwe voorzitter Algemene Onderwijsbond
De leraar moet weer centraal staan in de discussies over onderwijs
Walter Dresscher is de nieuwe voorzitter van de Algemene Onderwijsbond
(AOb). Dresscher, die sinds het ontstaan van de AOb de functie van
vice-voorzitter bekleedde, volgt Jacques Tichelaar op die de vakbond
verruilt voor een carrière in de politiek. Ik vind dat de leraar weer
centraal moet staan in de discussies over onderwijs. Het beroep moet
aanzien terugkrijgen. Het ministerie doet te weinig; werken daar
teveel mensen die leerkrachten in hun hart waardeloos vinden. Een
flinke financiële injectie is nodig om orde op zaken te stellen en het
beeld te veranderen.
De nieuwe voorzitter van de grootste onderwijsvakbond in Nederland
heeft het verkleinen van dekloof tussen de politiek en het
onderwijsveld hoog in het vaandel. De AOb wil de komende jaren meer
doen aan het beroep van leraar. Wij willen een stem in het
onderwijsbeleid zijn.
Eén van de initiatieven die Dresscher wil ontplooien is het aangaan
van gesprekken met AOb-leden op zwarte en islamitische scholen.
Iedereen heeft de mond vol over dit onderwerp. Politici en deskundigen
hebben er meningen over. Er zijn merkwaardige verdenkingen ten aanzien
van islamitische scholen, waar niets van waar is. Ik mis de échte
deskundigen in de discussie: de professionals die elke dag op deze
scholen werken en hele goede ideeën hebben. Ik toets mijn mening aan
wat de meest betrokkenen in mijn achterban vinden.
Een stokpaardje van Dresscher is de status van het beroep leraar. Het
ministerie onderschat het probleem van het lerarentekort. Het is een
soort veenbrand, een algehele onvrede, die desastreuze gevolgen zal
hebben als je niet oppast. Er gebeurt onvoldoende om iets te
verbeteren aan de status van het beroep. De overheid moet respect aan
de dag leggen voor mensen die in het onderwijs werken. Verder moeten
ze er voor zorgen dat mogelijkheden er zijn om de werkdruk onder
controle te krijgen. Wij streven naar 22 lesuren in het voortgezet
onderwijs. De scholen willen wel, maar met het huidige budget is
minder dan 26 uur problematisch.
Integraal personeelsbeleid is een voorbeeld van een goede actie, aldus
Dresscher. Daarmee zeg je: Jij bent hier, je weet veel. Wat vind jij
dat er met deze school moet gebeuren, dat er met deze kinderen moet
gebeuren.
De berichten over slecht presterende scholen zijn slecht voor het
imago van het onderwijs. Stel een groep met ervaren leerkrachten en
directeuren samen die de organisatie doorlichten en suggesties voor
verbeteringen doen. Daar is geld voor nodig, maar daarin voorziet het
systeem niet. Als de school wat minder presteert, komen er minder
leerlingen en krijgt de school minder geld. Het is een schande dat het
Utrechtse Niels Stensen College sluit. Het zit onder de
opheffingsnorm, dus krijgen ze geen geld meer. Dat het de laatste
school in de wijk is, interesseert niemand. Het is een star systeem.
Walter Dresscher (52) begon in 1975 als geschiedenisleraar aan de Rijksscholengemeenschap in Warffum (nu: Het Hogelandcollege). Later kwamen daar de vakken maatschappijleer en economie bij, en gaf hij les op een avondschool en op Instituut Stavast. Dresscher is sinds 1980 actief bij het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL) en werd in 1994 voorzitter. Het NGL fuseerde in 1997 met de ABOP tot de AOb, waar Dresscher de functie van vice-voorzitter bekleedde.
Utrecht 6 mei