Nationaal Comite 4 en 5 mei
Persverklaring
2 mei 2002
wel of niet Duitsers erbij op 4 mei ?
Nationaal Comité 4 en 5 mei wil discussie op ander moment voeren en in breder perspectief plaatsen
Naar aanleiding van de publicatie "Meeste Nederlanders: Schröder bij 4
en 5 mei'' in Trouw van 2 mei 2002, hecht het Nationaal Comité 4 en 5
mei eraan de overwegingen te melden om niet deel nemen aan een
discussie over de vraag "Wel of geen Duitsers uitnodigen op 4 mei?" in
de uitzending van Rondom Tien van 2 mei 2002, twee dagen voor de
Nationale Herdenking.
1. Op een ander moment
Het onderwerp ligt juist in de dagen voorafgaand aan 4 mei emotioneel
bij een deel van de direct betrokkenen: oorlogsoverlevenden en
nabestaanden. Door dit onderwerp in deze dagen aan de orde te stellen,
maak je willens en wetens nodeloos heftige gevoelens bij deze
oorlogsbetrokkenen los.
Juist 4 mei staat in het teken van respect voor oorlogsslachtoffers.
Deze stelling wordt door 95% van de Nederlandse bevolking
onderschreven (bron: Nationaal Vrijheidsonderzoek 2002, Veldkamp
marktonderzoek bv). Het getuigt naar de overtuiging van het Nationaal
Comité niet van respect van de redactie van Rondom Tien voor dit deel
van de oorlogsbetrokkenen om het onderwerp 'Duitsers er op 4 mei bij
of niet', juist nu aan de orde te stellen. Het feit of dit een
meerderheid of minderheid betreft, is in dit kader niet relevant,
gelukkig wordt er in Nederland ook rekening gehouden met
minderheidsstandpunten.
Het Nationaal Comité is zeer wel bereid de discussie op een ander
moment te voeren. Naar aanleiding van de vragen van Rehwinkel in de
Tweede Kamer (20 november 2001) en de beantwoording daarvan door de
regering, heeft het Comité ook haar standpunt geformuleerd en in maart
2002 naar buiten gebracht. Op dat moment was daar echter geen
belangstelling voor bij de media om de discussie aan te gaan.
2. In breder perspectief: nationaal of internationaall
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei wil de vraag of Schröder wel of niet
op 4 en 5 mei moet worden uitgenodigd, graag in breder
(internationaal) perspectief plaatsen:
- Allereerst is het de vraag of het die beide dagen om nationale
gebeurtenissen gaat, die in eigen kring worden beleefd, of om
internationale momenten, waarbij internationale gasten worden
uitgenodigd. Als je het internationaal wilt maken, is het de vraag
welke andere landen je officieel wilt uitnodigen. Aangezien het op 4
mei niet alleen om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in
Europa gaat, maar ook om die uit Azië (en om Nederlandse militaire
slachtoffers van oorlogshandelingen en vredesmissies nadien), is het
niet logisch om dan alleen een uitzondering voor Duitsland te maken.
De vraag is of bij internationalisering dan naast Duitsland ook Japan
moet worden uitgenodigd en ook de andere landen waarmee Nederland
later in gewapend conflict is geweest: Indonesië? Noord-Korea?
Libanon? voormalig Joegoslavië? En moeten bij een internationalisering
niet ook de voormalige geallieerden worden gevraagd? Of de landen
waarmee nu wordt samengewerkt aan vrede en vrijheid?
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is van mening dat er al vele jaren
constructief met Duitsland aan verzoening wordt gewerkt. Duitsland is
al lang tot goede buur en vriend geworden. Het gebaar dat de president
van West-Duitsland in 1969 heeft gemaakt door bij het Nationaal
Monument op de Dam een krans te leggen en daarmee respect te tonen
voor de Nederlandse slachtoffers getuigt daarvan. Dit symbolisch
gebaar hoeft niet herhaald te worden.
- Ten tweede maakt het Nationaal Comité onderscheid tussen 4 mei
(dodenherdenking) en 5 mei (bevrijdingsdag en dag van de vrijheid). In
de visie van het Comité komt na de rouwverwerking op 4 mei,
onlosmakelijk gekoppeld de 5e mei, de dag dat Nederland haar vrijheid
viert en koestert. Die 5e mei leent zich bij uitstek voor discussies
en initiatieven over het werken aan vrede en vrijheid, ook in
internationaal verband. Bij de start van de Viering van de Bevrijding
op 5 mei nodigt het Nationaal Comité 4 en 5 mei dan ook weer
verschillende officiële buitenlandse gasten uit, waaronder Duitse.
Lees verder interview van maart j.l.met de directeur van het
Nationaal Comité 4 en 5 mei, mw. N. Nooter