Nationaal Comite 4 en 5 mei
Wel of geen Duitsers bij de Nationale Herdenking?
Geen uitzonderingspositie voor Duitsland.
Regelmatig laait de discussie weer op of er nu wel of geen officiële
Duitse vertegenwoordiging moet worden uitgenodigd bij de Nationale
Herdenking. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft daar een genuanceerd
standpunt over dat echter niet altijd even zorgvuldig in de media
wordt weergegeven. Tijd voor een vraaggesprek met de directeur,
mevrouw Nine Nooter.
Zijn er in het verleden wel eens officiële buitenlandse gasten
uitgenodigd voor de Nationale Herdenking of Nationale Viering van de
Bevrijding?
Sinds de oprichting van het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 1987 is dat
als regel niet gebeurd. In de lustrumjaren 1990, 1995 en 2000 is
hierop een uitzondering gemaakt, omdat er toen op uitnodiging van
verschillende gemeenten veel geallieerde veteranen in ons land waren.
Het Nationaal Comité heeft in die lustrumjaren een delegatie van
geallieerde veteranen uitgenodigd voor de Nationale Herdenking en
tevens de militaire attachees voor de geallieerde landen. In de
lustrumjaren is ook een aparte krans gelegd door de geallieerde
veteranen. Voor de afsluiting van de nationale viering van de
bevrijding werden in de lustrumjaren de ambassadeurs van de
geallieerde landen uitgenodigd. Het ging daarbij om de geallieerde
landen die betrokken waren bij de bevrijding van Nederland èn
voormalig Nederlands-Indië.
Maar zijn er dan helemaal geen buitenlandse gasten aanwezig zijn bij 4
of 5 mei?
Jawel, zeker bij de viering van 5 mei zijn er steeds buitenlandse
gasten bij. Sinds 1996 heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei gekozen
voor een nieuwe opzet van de Nationale Viering van de Bevrijding. De
dag start met een programma dat van jaar op jaar in een andere
provincie wordt gepresenteerd. In dit programma wordt op allerlei
manieren samen met provincie en gemeenten invulling gegeven aan het
thema dat in dat jaar centraal staat. In dat programma zit ook steeds
een internationale component. De verantwoordelijkheid voor vrijheid
houdt immers niet op bij de grens. Dat beseffen we juist op 5 mei,
bevrijdingsdag. Zonder buitenlandse inspanningen zouden wij nooit
bevrijd zijn! Een van de onderdelen van het programma is de jaarlijkse
5 mei lezing. In de afgelopen jaren is die onder meer gehouden door de
ambassadeurs van Zuid-Afrika, Frankrijk en de Verenigde Staten. In
2001 was de Duitse ambassadeur uitgenodigd om de 5 mei lezing te
houden, maar helaas kwam dat toen niet goed uit in verband met zijn
pensionering.
De organiserende provincies nodigen ook altijd een aantal buitenlandse
gasten uit, uit landen waarmee zij nauwe relaties onderhouden. Ik kan
me herinneren dat de provincie Limburg in 1996 zowel Duitse als
Bbelgische regionale bestuurlijke samenwerkingspartners heeft
uitgenodigd en net als Drenthe in 1998 heeft de provincie Overijssel
in 1997 verschillende Duitse contacten uitgenodigd. Het jaarthema was
toen 'Vrijheid deel je met je buren'. De ambassadeur van Duitsland
heeft als officiële gast al verschillende jaren de start van de
viering van de bevrijding meegemaakt. 5 mei - bevrijdingsdag en dag
van de vrijheid leent zich uitstekend voor het versterken van
internationale contacten, ook met Duitsland.
Maar waarom dan geen officiële Duitse vertegenwoordiger uitgenodigd op
4 mei op de Dam?
Uitgangspunt voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei en voor de regering
is, dat moet worden voorkomen dat 4 en 5 mei inzet van conflicten
wordt. Zeker geen emotionele conflicten voor de overlevenden van de
Tweede Wereldoorlog en de direct nabestaanden. De eerste generatie
oorlogsgetroffenen neemt voor ons de belangrijkste plaats in bij de
Nationale Herdenking. Wij zetten ons in voor een sfeer bij de
herdenking waarin mensen zich geborgen weten.
In het jaar 1999/2000 hebben we, ter voorbereiding op het beleid tot
2005, uitgebreid gepraat met de meer dan 100 organisaties die bij de
Nationale Herdenking betrokken zijn. Dat waren diepgaande gesprekken.
Daaruit bleek opnieuw dat er -juist bij de Nationale Herdenking bij
het Nationaal Monument- geen behoefte is om officiële buitenlandse
delegaties uit te nodigen. Men wil het in 'de eigen, vertrouwde kring'
houden. Dat standpunt respecteert het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Bovendien is het ook in het buitenland veelal ongebruikelijk om bij de
nationale herdenkingen hoge buitenlandse gasten uit te nodigen.
Sommigen zeggen dat het uitnodigen van een officiële Duitse
vertegenwoordiger een geweldig teken van verzoening zou zijn.
Dat veronderstelt dat Nederland nog niet met Duitsland verzoend zou
zijn! Ik ben het helemaal eens met de heer Duckwitz, de Duitse
ambassadeur in Nederland, die in het Algemeen Dagblad van 24 september
jl. stelde dat de verzoening allang is begonnen. Nederland en
Duitsland zijn al vele jaren goede buren. Hij maakte in datzelfde
interview een interessant onderscheid tussen rouw en verzoening. Beide
vragen ieder om een eigen moment. Ze sluiten elkaar niet uit, maar je
moet ze ook niet geforceerd aan elkaar koppelen.
In de huidige opzet van de Nationale Herdenking waarbij geen enkel
land wordt uitgenodigd, zou je mijns inziens met een aparte
uitnodiging, uitgerekend Duitsland in een bijzondere positie plaatsen.
Waarom zouden we nu, 57 jaar na de bevrijding, alleen Duitsland
uitnodigen? En hoe ligt dat met betrekking tot Japan? Moeten we dan
niet vele andere landen ook uitnodigen? Voormalig geallieerde landen,
maar ook de landen waarmee we vandaag de dag aan vrede en vrijheid
werken?
Indien op termijn het uitnodigingenbeleid herzien zou worden, liggen
er aanzienlijk meer vragen dan alleen de vraag of Duitsland al dan
niet aanwezig zou moeten zijn. Centraal staat daarbij de vraag of we
een nationale of een meer internationale herdenking zouden willen
organiseren.
Maar wat vindt u dan van lokale en regionale herdenkingen in het land
waar wel Duitse vertegenwoordigers worden uitgenodigd?
Als dat gedragen wordt door de plaatselijke bevolking: Prima! Iedere
organisatie van een herdenking legt zijn eigen accenten, afhankelijk
van de gevoeligheden bij en wensen van de deelnemers, de eigen
geschiedenis en de actuele situatie.
Het maakt veel uit of je bijvoorbeeld een gemeente bent langs de grens
met Duitsland, waar burgers en overheid dagelijks contact met elkaar
hebben, of dat er in een gemeente geen vanzelfsprekende banden met
Duitsland bestaan. Ieder comité dat een herdenking organiseert, heeft
een eigen verantwoordelijkheid om dat op een in die situatie passende
en waardige manier te doen.
Sluit u dan ook in de toekomst uit dat er internationale
vertegenwoordigingen, inclusief Duitsland bij de Nationale Herdenking
aanwezig zullen zijn.
Nee, ik sluit niets uit. Maar het gaat ons bij de Nationale Herdenking
om de herdenking van 'onze' oorlogsslachtoffers vanaf het begin van de
Tweede Wereldoorlog tot heden. Het respecteren van de gevoelens van
overlevenden en nabestaanden neemt daarbij een heel vooraanstaande
plaats in. De Nationale Herdenking is mijns inziens niet het meest
aangewezen moment waaruit zou kunnen of moeten blijken dat de huidige
relaties tussen Nederland en Duitsland goed zijn.
Maar bent u dan niet bang dat de jaarlijkse herdenking van de Tweede
Wereldoorlog zoals die tot nu toe gaat, bijdraagt aan het vijandbeeld
dat Nederland mogelijk van Duitsers heeft?
Is dat nu echt zo? Ik heb niet de indruk dat de nationale herdenking
daar aan bijdraagt. Wel ben ik van mening dat bijvoorbeeld op
televisie rond de meidagen nog te vaak gedateerde films worden
vertoond. Films met verouderde, clichématige denkbeelden, waarin het
gaat om goed en fout, wij en zij, zonder verdere nuanceringen. Ik vind
dit jammer, er zijn tenslotte zoveel nieuwe documentaires en films die
veel meer recht doen de actuele inzichten. Anderzijds moeten we de
invloed van die films nu ook weer niet overschatten, ik denk dat vele
kijkers die verouderde clichés ook wel in perspectief kunnen zien.
Maar laat ik het hebben over onze eigen verantwoordelijkheid, over de
wijze waarop wij de Nationale Herdenking invullen met het programma in
de Nieuwe Kerk, de plechtigheid op de Dam, en de uitzendingen daarvan
op de televisie.
Wij proberen ieder jaar het programma zo zorgvuldig mogelijk
samenstellen. We zoeken telkens opnieuw naar een invulling waarin
mensen zich herkennen en zich erkend en gerespecteerd voelen,. We
willen elementen van troost en bemoediging bieden. Anderzijds zoeken
we naar een bepaalde mate van afstand nemen en abstraheren, om daarmee
de ervaringen uit het verleden ook plaats en betekenis te kunnen geven
in het heden. We hebben er bewust voor gekozen om een literair auteur
de voordracht te laten verzorgen tijdens de bijeenkomst in de Nieuwe
Kerk en bijvoorbeeld niet een historicus of wetenschapper. Het gaat op
4 mei tenslotte om meer dan alleen het weten en het begrijpen, het
gaat ook om het inleven, het plaats kunnen geven en het opnieuw
plaatsbepalen.
© Nationaal Comité 4 en 5 mei, 2002