European Commission

IP/02/639

Brussel, 30 april 2002

Voorstellen van de Commissie voor de begroting 2003: evenwicht tussen financiering van nieuwe opdrachten en begrotingsdiscipline

De Commissie heeft vandaag haar begrotingsvoorstellen voor 2003 (voorontwerp van begroting) vastgesteld. Met ruim 98 miljard EUR aan betalingskredieten is de voorgestelde verhoging met 2,7% ten opzichte van 2002 kleiner dan de aangekondigde gemiddelde stijging van de begrotingen van de lidstaten. De voorgestelde begroting 2003 blijft ruim onder het maximum dat is vastgesteld in Agenda 2000. Vergeleken met dit maximum wordt 4,7 miljard EUR bespaard en beloopt de EU-begroting 1,03% van het bruto nationaal inkomen van de EU. Commissielid voor Begroting mevrouw Schreyer verklaarde dat de Commissie weer een begroting heeft voorgesteld waarin aandacht is besteed aan de vele nieuwe verantwoordelijkheden, initiatieven en programma's, maar met behoud van een ruime veiligheidsmarge zodat mogelijke andere financiële risico's kunnen worden opgevangen. Dit is een gezonde begrotingspolitiek. In de begrotingsvoorstellen worden financiële middelen toegewezen aan de beleidsprioriteiten van de Commissie voor 2003, de voorbereiding op de uitbreiding, stabiliteit en veiligheid en een duurzame en insluitende economische ontwikkeling.

Vastleggings- en betalingskredieten in het voorstel van de Commissie

De verhoging van de betalingskredieten(1)
is beperkt gehouden tot 2,7% (ongeveer 98,218 miljard EUR). Dit bedrag is het resultaat van een nauwgezette en strenge analyse van de vastleggingen van 2003 die in 2003 zullen worden betaald en de vastleggingen van voorafgaande jaren die eveneens in 2003 zullen worden vereffend. De betalingskredieten in het VOB 2003 belopen 1,03% van het BNI(2) van de Gemeenschap, hetgeen minder is dan in de begroting 2002 (1,05%). De betalingskredieten laten een ruimte van 4,720 miljard EUR over onder het maximum dat werd vastgesteld in de financiële vooruitzichten 2000-2006 bij het Interinstitutioneel Akkoord van mei 1999 na de Europese Raad van Berlijn van maart 1999 (bekend als "Agenda 2000"). De totale verhoging moet ook worden vergeleken met de 2% van 2002, die als een succesvol resultaat van de begrotingsonderhandelingen van vorig jaar werd beschouwd.

De vastleggingskredieten - voorzien voor de wettelijke verplichtingen die de Unie in 2003 zal aangaan - bedragen ongeveer 100,006 miljard EUR of 1,4% meer dan in 2002. Dit laat een marge van ongeveer 2,308 miljard EUR onder het maximum van de financiële vooruitzichten voor 2003.

Landbouw

De begroting 2003 (45 118 miljard EUR of 1,9% meer dan in 2002) is de vierde achtereenvolgende begroting die moet voorzien in de behoeften van de hervormingen van Agenda 2000. De geleidelijke stijging van de behoeften houdt verband met de toename van de subsidies voor plattelandsontwikkeling en, vooral, de omschakeling van een systeem van prijsondersteuning naar een systeem van inkomenssteun voor schapen en geiten. De voor 2003 gevraagde kredieten laten echter een marge van iets minder dan 2,3 miljard EUR onder het maximum van de financiële vooruitzichten.

De situatie op de landbouwmarkten lijkt gunstig voor het VOB 2003. Het interne verbruik en de uitvoer nemen toe. De behoeften aan openbare opslag zullen vermoedelijk aanzienlijk afnemen. Ook de stabiele USD-EUR-koers draagt bij tot de stabiele tendens (het VOB is berekend tegen een wisselkoers van 1EUR=0,88USD). De marge in deze rubriek maakt het mogelijk onvoorziene gebeurtenissen op te vangen.

De Commissie is voornemens gebruik te maken van de mogelijkheid die het Interinstitutioneel Akkoord biedt om de behoeften opnieuw te berekenen bij de indiening van de nota van wijzigingen in oktober 2002. Op dat ogenblik zullen wellicht ook veranderingen worden verwerkt die het gevolg zijn van het tussentijdse onderzoek.

Structurele maatregelen(3)

De voorgestelde vastleggingskredieten voor de structurele maatregelen zijn in overeenstemming met de bijwerkte financiële programmering. Zij liggen echter iets hoger dan het maximum als gevolg van de "specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van visserijovereenkomsten met Marokko". In de begroting moet hiervoor 27 miljoen EUR worden opgenomen. Ter dekking hiervan wordt, zoals bepaald in het IIA, voorgesteld gebruik te maken van het flexibiliteitsinstrument.

De betalingskredieten voor rubriek 2 bedragen 33 538 miljoen EUR of 4,4% meer dan in 2002. Daar alle vooruitbetalingen tussen 2000 en 2002 zijn uitgevoerd, dekt het bedrag voor 2003 slechts twee elementen: het grootste deel gaat naar de nieuwe programma's, waarvoor 4% meer wordt uitgetrokken dan in 2002, maar de nog uitstaande verplichtingen van de jaren vóór 1999 (de RAL) vereisen een veel hoger bedrag (8% meer dan in 2002), omdat eind maart 2003 de einddatum is voor de indiening van de laatste betalingsverzoeken voor de voorafgaande programmeringsperiode bij de Commissie.

Intern beleid (rubriek 3)

Het huidige voorstel voorziet in totaal in 6 714 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 6 131 miljoen EUR aan betalingskredieten voor de uitgaven van het interne beleid in het begrotingsjaar 2003, hetgeen respectievelijk 2,4% meer en 0,4% minder is dan in de begroting 2002. Het dekt acties in het kader van alle drie beleidsprioriteiten die in de jaarlijkse beleidsstrategie (APS) voor 2003 zijn vastgesteld.

De voorbereiding op de uitbreiding van de Unie wordt vergemakkelijkt door de kandidaat-lidstaten reeds vóór 2004 bij de communautaire programma's te betrekken, alsook door specifieke acties op de gebieden trans-Europese netwerken, onderwijs en cultuur. Deze rubriek betreft ook de voorbereiding op de uitbreiding van kleine en middelgrote ondernemingen in regio's die aan de kandidaat-lidstaten grenzen.

Het interne beleid draagt aan de stabiliteit en veiligheid bij door de financiering van acties met betrekking tot de Europese zone van veiligheid. Gefinancierd worden maatregelen voor de gezondheid en de bescherming van de consument, voedselveiligheid, verkeersveiligheid, bescherming van financiële transacties en communicatienetwerken, alsook acties om een zone van vrijheid en rechtvaardigheid te creëren. Zo is 16 miljoen EUR uitgetrokken voor het Europese voedselveiligheidsbureau en 30 miljoen EUR voor Eurojust.

De prioriteit van een duurzame en insluitende economie beoogt economische ontwikkeling met respect voor het milieu en sociale aspecten. Niet alleen worden de maatregelen ter bescherming van het milieu versterkt (met name de uitvoering van de overeenkomsten van Kyoto), maar ook worden de e-Europe-initiatieven bevorderd en worden de nieuwe programma's Douane 2007 en Fiscalis 2007 gelanceerd. De Europese werkgelegenheidsstrategie zal worden bijgestuurd en ook zal de sociale dialoog worden geactiveerd, naast enkele andere maatregelen, zoals de trans-Europese netwerken, met het oog op de gevolgen van de volgende uitbreiding. De grootste stijging in deze rubriek betreft een nieuw energieprogramma voor Europa (+45%).

Het interne beleid heeft ook betrekking op de bevordering van de kenniseconomie. Het gaat om de lancering van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling en de bevordering van de informatiemaatschappij. Ruim 4 miljard EUR wordt in 2003 uitgetrokken voor het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Voorts worden maatregelen ter stimulering van innovatie en ondernemingsgeest gefinancierd, alsook programma's voor onderwijs en opleiding, met name ter bevordering van levenslang leren en e-leren.

Steun aan derde landen

In het voorontwerp van begroting 2003 is voor de externe maatregelen (rubriek 4) 4 912 miljoen EUR aan vastleggingskredieten uitgetrokken. Dit is 2,3% meer dan in de begroting 2002 (4 803 miljoen EUR). Het maximum van rubriek 4 stijgt in 2003 tot 4 972 miljoen EUR. Dit laat een marge van 60 miljoen EUR. Voor de betalingskredieten wordt ongeveer hetzelfde bedrag voorgesteld als in 2002, zodat de Commissie haar inspanningen kan voortzetten om de nog uitstaande vastleggingen (RAL) weg te werken.

Zoals in de afgelopen jaren bestaat grote behoefte aan middelen voor nieuwe externe steunmaatregelen. De Commissie stelt voor 685 miljoen EUR uit te trekken voor de Balkan, 546 miljoen voor Azië en 932 miljoen voor het Middellandse-Zeegebied. De Commissie houdt dus haar prioriteiten aan, zoals de economische en politieke stabilisatie van de Balkan, en geeft uitvoering aan de besluiten inzake versterking van het Barcelona-proces. De steun aan Afghanistan is verzekerd op het peil van de toezegging die de Europese Unie in Tokyo in december 2001 heeft gedaan.

De Commissie besteedt meer begrotingsmiddelen dan ooit aan de bestrijding van belangrijke ziekten in vele delen van de wereld. In het VOB 2003 wordt een verhoging met ongeveer 55 miljoen EUR voorgesteld voor de externe gezondheidsprioriteit, waarvan 35 miljoen voor de voortzetting van de bijdrage van de Europese Unie aan het Wereldgezondheidsfonds. Hier zal wellicht weer een bijdrage van het EOF bijkomen.

De voorgestelde verhoging van de vastleggingskredieten voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is een duidelijk signaal van de prioriteit die wordt gegeven aan veiligheid en stabiliteit. Een deel van de kosten van de gemeenschappelijke veiligheidsmacht in Bosnië zal uit de EU-begroting worden gefinancierd.

De voorbereiding op de uitbreiding is de hoogste prioriteit in 2003. De voornaamste acties vallen onder rubriek 7 (pretoetredingssteun). Zij betreffen onder meer de versterking van het administratieve en gerechtelijke apparaat van de kandidaat-lidstaten via het PHARE-programma. In het VOB wordt een aanzienlijke verhoging van de betalingskredieten voor SAPARD en ISPA voorgesteld om de kandidaat-lidstaten voor te bereiden op de gebieden landbouw, milieu en infrastructuur.

Administratieve uitgaven

Voor de administratieve uitgaven van de Europese Instellingen (rubriek 5) wordt 5 447 miljoen EUR uitgetrokken, hetgeen 5,2% meer is dan in 2002. Zonder de bijkomende kosten in verband met de uitbreiding is de stijging (+3,3%) in overeenstemming met de verhoging van het maximum exclusief pensioenen (3,44%). Slechts de kosten van de voorbereiding op de uitbreiding hebben de Commissie doen besluiten dit maximum te overschrijden, maar in het Interinstitutioneel Akkoord was nog geen rekening gehouden met deze kosten.

De voornaamste prioriteit betreft de administratieve gevolgen van de uitbreiding. Veel diensten hebben begin 2003 extra personeel nodig om de uitbreiding voor te bereiden. Daarom vraagt de Commissie kredieten voor extern personeel (ook uit de kandidaat-lidstaten), in totaal 500 nieuwe posten. Daar het acquis in de nieuwe talen moet worden gepubliceerd, is 11 miljoen EUR aan speciale vastleggingskredieten uitgetrokken voor het Publicatiebureau, naast de uitbreiding van het personeel van dit Bureau (correctoren en drukkerijpersoneel).

De administratieve uitgaven liggen dus 66 miljoen EUR boven het maximum van rubriek 5. Met het VOB 2003 stelt de Commissie voor om het flexibiliteitsinstrument te gebruiken ter dekking van de bijkomende administratieve kosten die de Instellingen in verband met de uitbreiding zullen moeten maken.

Bestaande prioriteiten blijven behouden, zoals de voortzetting van de deconcentratie van het beheer van externe steunprogramma's naar de delegaties, zoals aanvankelijk was gepland, en de voortzetting van het hervormingsproces.

Ook is de oprichting van een interinstitutioneel aanwervingsbureau gepland. Voorgesteld wordt 291 posten binnen de diensten van de Commissie te herschikken om het personeel af te stemmen op de prioriteiten.

Personeel van de Commissie in de uitgebreide Europese Unie

Vandaag heeft de Commissie ook de mededeling "Activiteiten en personeel van de Commissie in de uitgebreide Europese Unie" goedgekeurd. De Commissie heeft grondig onderzocht hoe de activiteiten zich zullen ontwikkelen met de toetreding van 10 landen en hoeveel extra personeel dit zal vereisen.

De komende uitbreiding van de Unie is van een nooit geziene omvang, niet alleen wat betreft het aantal landen en talen, maar ook omdat de toekomstige lidstaten zich in een ingrijpend politiek, economisch en sociaal overgangsproces bevinden. Negen nieuwe talen komen bij de elf die nu al worden vertaald.

Bij de evaluatie van de menselijke middelen en de activiteiten is rekening gehouden met de toekomstige uitdagingen. Er is zeer zorgvuldig tewerk gegaan door op alle terreinen goede praktijken toe te passen en steeds rekening te houden met mogelijke schaalvoordelen en interne herschikkingen. Na deze grondige doorlichting zijn de totale extra behoeften geraamd op 3 900 extra personeelsleden in de periode tot 2008, hetgeen een uitbreiding van het personeel met 13% betekent.

Dit opmerkelijk resultaat valt gunstig uit tegenover alle relevante groeiindicatoren van de Unie: aantal landen, aantal talen, bevolking, oppervlakte en verzoeken van de overige Instellingen. De uitbreiding van het personeel moet worden gespreid over een periode van vijf jaar, gaande tot 2008.

Vice-voorzitter Neil Kinnock verklaarde dat de evaluatie van de gevolgen van de uitbreiding voor het personeelsbestand van de Commissie streng en grondig is geweest. Het totale aantal nieuwe ambten, 3 900 of 13% meer dan thans, is bescheiden, want het gaat om 10 nieuwe landen, 9 nieuwe talen en ruim 70 miljoen burgers. Gelet op de uitgebreide verantwoordelijkheden die zij draagt en de vitale rol die zij ten dienste van de Unie speelt, blijft de Commissie dus een openbare dienst met een zeer beperkt personeelsbestand.

Tabel 1: Cijfers per rubriek van de financiële vooruitzichten (in EUR )


-
Begroting Financiële PDB Verschil Verschil

- 2002 vooruitzichten 2003 2003 VOB/ Begroting VOB - Begrtoging
- Euro Euro Euro % Euro

- - - - - -
Kredieten voor vastleggingen - - - - -

1. LANDBOUW 44.255.080.000 47.378.000.000 45.117.850.000 1,9% 862.770.000
Marge 2.331.920.000 - 2.260.150.000 - -

- Landbouwuitgaven (exclusief plattelandsontwikkeling) (titels B1-1 tot B1-3) 39.660.080.000 - 40.419.850.000 1,9% 759.770.000
- Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen (titel B1-4) 4.595.000.000 - 4.698.000.000 2,2% 103.000.000

2. STRUCTURELE MAATREGELEN 33.838.000.000 33.968.000.000 33.995.000.000 0,5% 157.000.000
Marge -200.000.000 - -27.000.000 - -

- Doelstelling 1 (hoofdstuk B2-10) 21.329.627.745 - 21.577.061.305
1,2% 247.433.560

- Doelstelling 2 (hoofdstuk B2-11) 3.729.793.231 - 3.651.793.231 -2,1%
-78.000.000

- Doelstelling 3 (hoofdstuk B2-12) 3.646.007.301 - 3.718.927.200 2,0% 72.919.899

- Overige structurele acties (buiten doelstelling 1) (hoofdstuk B2-13) 168.900.000 - 171.900.000 1,8% 3.000.000

- Communautaire initiatieven (hoofdstuk B2-14) 1.860.322.000 -
1.866.017.000 0,3% 5.695.000

- Innoverende acties en technische bijstand (hoofdstuk B2-16) 144.349.723 - 143.301.264 -0,7% -1.048.459

- Andere specifieke structurele maatregelen (titel B2-2) 170.000.000 - 27.000.000 -84,1% -143.000.000

- Cohesiefonds (titel B2-3) 2.789.000.000 - 2.839.000.000 1,8% 50.000.000

3. INTERN BELEID 6.557.813.600 6.796.000.000 6.714.965.000 2,4% 157.151.400
Marge 186.400 - 81.035.000 - -

- Onderzoek en technologische ontwikkeling (onderafdeling B6)
4.055.000.000 - 4.055.000.000 0,0% 0

- Overige landbouwacties (titel B2-5) 55.320.000 - 42.097.000 -23,9%
-13.223.000

- Overige regionale acties (titel B2-6) 15.000.000 - 15.000.000 0,0% 0
- Vervoer (titel B2-7) 29.000.000 - 53.150.000 83,3% 24.150.000
- Overige acties op het gebied van de visserij en de zee (titel B2-9) 65.130.000 - 70.420.000 8,1% 5.290.000

- Onderwijs, beroepsopleiding en jeugdbeleid (titel B3-1) 523.350.000
- 553.700.000 5,8% 30.350.000

- Cultuur en audiovisuele sector (titel B3-2) 116.700.000 - 117.500.000 0,7% 800.000

- Voorlichting en communicatie (titel B3-3) 113.705.600 - 92.015.000
-19,1% -21.690.600

- Sociale dimensie en werkgelegenheid (titel B3-4) 157.955.000 - 172.125.000 9,0% 14.170.000

- Bijdragen aan de Europese politieke partijen (titel B3-5) 7.000.000
- 7.000.000 0,0% 0

- Energie (titel B4-1) 33.000.000 - 48.000.000 45,5% 15.000.000
- Nucleaire veiligheidscontrole van Euratom (titel B4-2) 17.700.000 - 18.800.000 6,2% 1.100.000

- Milieu (titel B4-3) 196.030.000 - 230.550.000 17,6% 34.520.000
- Consumentenbeleid en bescherming van de gezondheid van de consument (titel B5-1) 22.500.000 - 22.650.000 0,7% 150.000


- Steun voor wederopbouw (titel B5-2)
898.000 - 611.000 -32,0% -287.000

- Interne markt (titel B5-3) 184.805.000 - 199.637.000 8,0% 14.832.000
- Industrie (titel B5-4) - - pm - 0

- Arbeidsmarkt en technologische innovatie (titel B5-5) 104.600.000 - 103.000.000 -1,5% -1.600.000

- Statistische informatie (titel B5-6) 34.000.000 - 35.400.000 4,1%
1.400.000

- Trans-Europese netwerken (titel B5-7) 677.000.000 - 725.200.000 7,1% 48.200.000

- Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (titel B5-8) 143.020.000 - 145.910.000 2,0% 2.890.000

- Fraudebestrijding (titel B5-9) 6.100.000 - 7.200.000 18,0% 1.100.000 4. EXTERN BELEID 4.803.000.000 4.972.000.000 4.911.882.000 2,3% 108.882.000
Marge 70.000.000 - 60.118.000 - -

- Europees Ontwikkelingsfonds (titel B7-1) pm - pm - 0
- Voedselhulp en ondersteunende maatregelen (hoofdstuk B7-20) 455.000.000 - 454.600.000 -0,1% -400.000

- Humanitaire hulp (hoofdstuk B7-21) 441.845.000 - 470.000.000 6,4% 28.155.000

- Samenwerking met de ontwikkelingslanden in Azië (hoofdstuk B7-30) 488.000.000 - 546.000.000 11,9% 58.000.000

- Samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika (hoofdstuk B7-31) 346.671.500 - 330.000.000 -4,8% -16.671.500
- Samenwerking met de landen in zuidelijk Afrika en met Zuid-Afrika (hoofdstuk B7-32) 124.790.000 - 127.000.000 1,8% 2.210.000
- Samenwerking met de derde landen van het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten (titel B7-4) 861.320.000 - 753.870.000 -12,5%
-107.450.000

- Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling - Inschrijving op het kapitaal door de Gemeenschap (hoofdstuk B7-51) pm - pm - 0
- Bijstand aan de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië (hoofdstuk B7-52) 473.900.000 - 502.370.000 6,0% 28.470.000
- Andere maatregelen van de Gemeenschap ten gunste van de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië en de landen van de westelijke Balkan (hoofdstuk B7-53) - - - - 0

- Samenwerking met de landen van de westelijke Balkan (hoofdstuk B7-54) 765.000.000 - 684.560.000 -10,5% -80.440.000
- Andere samenwerkingsmaatregelen (titel B7-6) 419.578.500 - 467.120.000 11,3% 47.541.500

- Europees initiatief voor de democratie en de mensenrechten (titel B7-7) 104.000.000 - 88.500.000 -14,9% -15.500.000
- Internationale visserijovereenkomsten (hoofdstuk B7-80) 193.193.000
- 194.000.000 0,4% 807.000

- Externe aspecten van bepaalde communautaire beleidsterreinen (hoofdstukken B7-81 tot B7-87) 78.702.000 - 79.862.000 1,5% 1.160.000
- Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (titel B8-0) 30.000.000 - 40.000.000 33,3% 10.000.000

- Pretoetredingsstrategie ten behoeve van de mediterrane landen (B7-04 en B7-05) 21.000.000 - 174.000.000 728,6% 153.000.000


5. ADMINISTRATIE
5.176.833.242 5.381.000.000 5.446.814.000 5,2% 269.980.758 Marge 2.166.758 - -65.814.000 - -

- Deel A (exclusief pensioenen) 2.699.522.760 - 2.828.028.000 4,8% 128.505.240

- Overige instellingen (exclusief pensioenen) 1.789.191.482 -
1.883.000.000 5,2% 93.808.518

- Pensioenen (alle instellingen) 688.119.000 - 735.786.000 6,9% 47.667.000

6. RESERVES 676.000.000 434.000.000 434.000.000 -35,8% -242.000.000 Marge 0 - 0 - -

- Monetaire reserve (titel B1-6) 250.000.000 - - -100,0% -250.000.000
- Reserve voor garantie (hoofdstukken B0-23 en B0-24) 213.000.000 - 217.000.000 1,9% 4.000.000

- Reserve voor noodhulp (B7-91 hoofdstuk) 213.000.000 - 217.000.000
1,9% 4.000.000

7. PRETOETREDINGSSTEUN 3.328.000.000 3.386.000.000 3.386.000.000 1,7% 58.000.000
Marge 0 - 0 - -

- Pretoetredingsinstrument voor de landbouw (B7-01 hoofdstuk) 555.000.000 - 564.000.000 1,6% 9.000.000

- Pretoetredingsinstrument ISPA (B7-02 hoofdstuk) 1.109.000.000 -
1.129.000.000 1,8% 20.000.000

- Pretoetredingsinstrument PHARE (B7-03 hoofdstuk) 1.664.000.000 -
1.693.000.000 1,7% 29.000.000
Kredieten voor vastleggingen Totaal 98.634.726.842 102.315.000.000 100.006.511.000 1,4% 1.371.784.158
Marge 2.204.273.158 - 2.308.489.000 - -
Verplichte uitgaven 41.295.667.100 - 41.874.489.100 1,4% 578.822.000 Niet-verplichte uitgaven 57.339.059.742 - 58.132.021.900 1,4% 792.962.158

- - - - - -
Kredieten voor betalingen - - - - -
Kredieten voor betalingen Totaal 95.654.759.342 102.938.000.000 98.217.526.000 2,7% 2.562.766.658
Marge 4.590.240.658 - 4.720.474.000 - -
Verplichte uitgaven 41.365.063.100 - 41.929.937.100 1,4% 564.874.000 Niet-verplichte uitgaven 54.289.696.242 - 56.287.588.900 3,7%
1.997.892.658
Kredieten voor betalingen in % van BNI 1,05 1,08 1,03 - -

Tabel II. Begroting 2002 & VOB 2003 per beleidsterrein (voorlopige cijfers). Alleen afdeling III - Commissie en voor ieder beleidsterrein totale kredieten (in miljoen EUR) en personele middelen (personen/jaar).


-

- Begroting 2002 - - VOB 2003 - Begroting 2002 / VOB 2003 - Beleidsterrein Totale kredieten (1) Personeel (2) Totale kredieten (1) Kredieten in % Personeel (2) Personeel in % Totale kredieten (1) Personeel (2)

1 2 3 3a 4 4a 3/1 4-2
Economische en financiële zaken 493,3 496 450,1 0,5% 517 1,8% -8,8% 21 Ondernemingen 289,4 936 279,9 0,3% 945 3,3% -3,3% 9 Concurrentie 73,1 718 79,8 0,1% 772 2,7% 9,2% 54 Werkgelegenheid & sociale zaken 9.736,3 775 9.822,7 10,0% 795 2,7% 0,9% 20
Landbouw & plattelandsontwikkeling 47.583.43 1.038 48.738,3 49,7%
1.080 3,7% 2,4% 42
Energie en vervoer 1.021.84 1.008 1.027,5 1,0% 1.015 3,5% 0,6% 7 Milieu 263,2 578 299,0 0,3% 615 2,1% 13,6% 37
Onderzoek, werkzaamheden onder contract 2.525,1 1.612 2.718,0 2,8%
1.675 5,8% 7,6% 63
Informatiemaatschappij 1.069.34 1.043 1.008,3 1,0% 1.057 3,6% -5,7% 14 Onderzoek, eigen werkzaamheden 257,8 2.089 269,7 0,3% 2.133 7,3% 4,6%
44
Visserij 1.093.04 313 942,0 1,0% 317 1,1% -13,8% 4 Interne markt 62,1 478 65,9 0,1% 496 1,7% 6,1% 18 Regionaal beleid 21.806.67 544 21.885,1 22,3% 603 2,1% 0,4% 59 Belastingen en douane-unie 88,3 469 98,4 0,1% 480 1,7% 11,5% 11 Onderwijs en cultuur 776,2 708 804,7 0,8% 717 2,5% 3,7% 9 Pers en communicatie 139,8 664 142,3 0,1% 692 2,4% 1,8% 6 Gezondheid en bescherming van de consument 740,8 812 386,8 0,4% 830
2,9% -47,8% 18
Justitie en binnenlandse zaken 149,5 297 153,9 0,2% 339 1,2% 3,0% 42 Externe betrekkingen 3.279,2 3.069 3.253,1 3,3% 3.013 10,4% - 1.1% -56 Handel 65,2 530 70,8 0,1% 546 1,9% 8,6% 16
Ontwikkeling en betrekkingen met ACS-staten (3) 1.108,3 2.140 1.156,6
1,2% 2.149 7,4% 4,4% 9
Uitbreiding 1.828.05 824 1.964,4 2,0% 774 2,7% 7,5% -50 Humanitaire hulp 670,7 153 703,3 0,7% 157 0,5% 4,9% 4 Fraudebestrijding 46,4 337 46,7 0,0% 348 1,2% 0,7% 11 Beleidscoördinatie en juridisch advies 195,5 1.218 204,0 0,2% 1.199
4,1% 4,3% 3
Administratie 575,4 4.194 599,5 0,6% 4.339 14,9% 4,2% 145 Begroting 66,3 559 70,1 0,1% 517 1,8% 5,9% -42
Audit 20,5 204 12,2 0,0% 120 0,4% -40,3% -84
Statistieken 116,0 745 120,1 0,1% 749 2,6% 3,5% 4 Pensioenen 701,6 49 750,5 0,8% 49 0,2% 7,0% 0
Reserves 3,5 -100,0%
TOTAAL 96.845,5 28.600 98.123,5 100,0% 29.038 100,0% 1,3% 438

(1) Financiële interventies en management en ondersteuning (vastleggingskredieten).

(2) Vast personeel en ondersteunend personeel, alsook personeel uit horizontale diensten toegewezen aan beleidsterrein.

(3) Inclusief personeel dat is belast met de EOF-begroting.

(1)
Voor de betalingen van het lopende begrotingsjaar.

(2)
Bruto Nationaal Inkomen, in de plaats gekomen van het vroegere Bruto Nationaal Product.

(3)
Het gaat om de maatregelen van de Structuurfondsen (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV)) en het Cohesiefonds.