Ministerie van Buitenlandse Zaken
charset="iso-8859-1"
---
Samenvatting:
Ingrijpende hervorming van het Europese landbouwbeleid en verhoging van het
budget voor ontwikkelingssamenwerking. Dat ziet minister Herfkens voor
Ontwikkelingssamenwerking als twee grote politieke uitdagingen voor de
komende periode op haar beleidsterrein. De minister sprak donderdag 2 mei in
de St. Janskerk te Gouda tijdens een bijeenkomst van de Nationale Commissie
voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). De
bijeenkomst stond in het teken van het Kleine Plaatselijke
Activiteitenprogramma (KPA), dat is gericht op fondswerving voor en
voorlichting over (kleinschalige) projecten in ontwikkelingslanden.
Volledige tekst:
Vorig jaar heb ik bij het lustrumfeest van het Kleine Plaatselijke
Activiteiten (KPA) programma gezegd, dat ik het budget in 2001 en 2002 met
NLG 2 miljoen zou verhogen. Dat is gebeurd. Ik heb toen ook de hoop
uitgesproken dat de NCDO dit jaar weer bij mij op de stoep staat indien er
te veel goede plannen zijn ingediend en te weinig budget beschikbaar is. Dat
is ook gebeurd. Begin april ontving ik de mededeling van de NCDO dat het
budget in de komende maanden uitgeput zal zijn. U stuurt op dit moment per
maand voor EUR 400.000,- aan goede KPA-voorstellen naar de NCDO. De NCDO
zegt dat er in 2002 een budgetverhoging van 50% nodig is. Dit komt bovenop
de verhoging die ik reeds vorig jaar had toegezegd. U begrijpt dat ik mij
niet gerealiseerd had dat zo'n klein zinnetje zo'n effect zou hebben.
Ik kom hier niet met een mand met geld. U begrijpt dat ik mij bij een
dergelijke stormachtige ontwikkeling eens goed achter de oren moet krabben.
De NCDO meldde dat het budget waarschijnlijk in juli is uitgeput. We hebben
dus nog even de tijd. Ik zal in de komende maanden met de NCDO overleggen
over wat de mogelijkheden voor dit jaar zijn en waar het met het
KPA-programma de komende jaren heen moet. Het heeft zich ontwikkeld tot een
haast professioneel programma. Ik juich dit toe!
Het goede van dit programma is, dat veel aanvragers geen eenmalig goed doel
nastreven. Niet alleen geld inzamelen voor een spontaan idee, fondsen laten
verdubbelen, geld overmaken en er vervolgens niets meer mee te maken hebben.
Nee, in de meeste gevallen gaat het om duurzame relaties die gaandeweg
groeien. Eerst wordt het geld gebruikt om een vervallen school op te
knappen. Daarna volgt een uitbreiding van de school. Waterleidingen en
sanitair worden aangelegd. De Nederlandse KPA-aanvragers groeien mee met hun
partners. Ook de voorlichting in Nederland professionaliseert. De brief over
het project veranderd in een brochure over de voortgang, een web-site op
internet geeft de meest recente ontwikkelingen weer.
In een woord, u werkt op een goede wijze aan ontwikkelingssamenwerking. U
neemt uw taak als wereldburger serieus. Maar je kunt niet verder springen
dan je polsstok lang is. De projecttuintjes mogen keurig aangeharkt zijn, de
wereld als geheel ligt er maar slordig bij. Nu het paarse kabinet gevallen
is en met de verkiezingen voor de deur wil ik vandaag breder kijken dan
alleen naar het KPA-programma. Wat zijn de belangrijkste politieke
uitdagingen voor de komende periode?
De eerste en tegelijk grootste uitdaging is het versterken van coherentie.
In het Regeerakkoord van Paars II stond daar een goede passage over. Het
kabinet beloofde bij alle beleidsbeslissingen aandacht te geven aan de
gevolgen voor ontwikkelingslanden. Je kunt geen armoede bestrijden in een
klein, afgezonderd hoekje. Dat is mijn stellige overtuiging. In je
handelsbeleid, je landbouwbeleid, je economische beleid, je buitenlands
beleid. Over de hele linie moet je een beleid voeren dat echt bijdraagt aan
vermindering van de armoede.
Dat heb ik de afgelopen jaren met volle inzet gedaan. Om de twee voorbeelden
te noemen waar ik met de meeste trots op terugkijk. De Europese Unie heeft
de markttoegang verruimd voor bijna alle producten uit de armste landen.
Zonder het voortdurende Nederlandse geduw en gedram was dat er niet van
gekomen. En binnen het wereldhandelsoverleg is erkend dat bescherming van
patenten beschikbaarheid van betaalbare medicijnen voor de armen niet in de
weg mag staan. Beide overwinningen zijn mede te danken aan de inzet van het
hele kabinet - en aan de inzet van heel veel maatschappelijke organisaties.
En gelukkig zijn er ook andere landen waarmee we samen kunnen optrekken in
de strijd tegen protectionisme.
Ik zie het als overwinningen. Tegelijk besef ik me heel goed dat het maar
kleine stappen zijn als je ze afzet tegen de enorme armoede in de wereld.
De verruiming van de markttoegang is een goed initiatief, maar het gaat lang
niet ver genoeg. We moeten het uitbreiden tot alle producten (dus inclusief
bananen, suiker en rijst) en tot een bredere groep landen. Het Landbouw
Economisch Instituut heeft uitgerekend wat eenzijdige handelsliberalisering
door de EU de ontwikkelingslanden zou opleveren. Het instituut schat dat het
om minstens veertig miljard dollar per jaar gaat.
En de verlaging van prijzen voor aidsmedicijnen is maar een klein onderdeel
van de strijd tegen aids. Ook tegen lagere prijzen zijn de medicijnen nog
steeds onbetaalbaar voor de meeste aidspatienten in arme landen. De
tragische omvang van de aids-epidemie Afrika - maar niet alleen daar - is de
afgelopen jaren alleen maar toegenomen. In sommige landen is een kwart van
de bevolking geinfecteerd. Binnen tien jaar zal tien procent van alle
onderwijzers in Afrika sterven aan aids. Verlaging van medicijnenprijzen
draagt bij aan het keren van dat tij - het is lang niet genoeg.
Coherentie vergt een lange adem. Coherentie kun je nu eenmaal niet op je
eentje regelen vanuit Den Haag. Handel, landbouw, visserij, migratie. De
meeste van de echt belangrijke coherentie onderwerpen staan op de Brusselse
agenda. Het is bijzonder frustrerend de winst die je boekt in Den Haag
steeds weer te verspelen in Brussel.
Vorige maand heb ik een brief over coherentie gestuurd naar de Kamer en de
beantwoording van de motie Middelkoop over het in kaart brengen van de
Europese handelsbelemmeringen voor ontwikkelingslanden. Ze zijn met een
oorverdovende stilte ontvangen. Omdat iedereen het er mee eens is? Of omdat
niemand het belang ervan inziet?. Ik ga maar uit van het eerste. Want voor
mij zijn die brieven mede richtingbepalend voor een effectief
ontwikkelingsbeleid in de komende kabinetsperiode.
Een coherent beleid gericht op armoedebestrijding is een verplichting van het hele kabinet. Maar je hebt wel een minister in de Treveszaal nodig om die coherentie te bewaken en te bevorderen. De stem van de armen moet daarom ook in het komende kabinet in de ministerraad te horen zijn.
Coherentie omvat te veel om op te noemen. Eén onderwerp springt eruit. De
hervorming van het landbouwbeleid zal de komende jaren toch echt zijn beslag
moeten krijgen. Daarbij is voor boeren in ontwikkelingslanden een wereld te
winnen. Als wij onze markten openen en ophouden onze producten en onze
boeren te subsidieren. Boeren moeten in principe concurrende ondernemers
worden die niet afhankelijk zijn van financiele compensatie van de overheid.
Tony Blair heeft eens voorgerekend dat iedere koe in de EU gemiddeld twee
dollar aan subsidie kost, terwijl de helft van de wereldbevolking moet
rondkomen van minder dan twee dollar per dag. Ik vind dat we niet moet
kiezen voor koeien maar voor mensen. Ik ben blij te kunnen vaststellen dat
de grote Nederlandse partijen - op een na - allemaal een ingrijpende
hervorming van het landbouwbeleid bepleiten.
De tweede uitdaging is om de omvang van de hulp vast te houden en liefst te
verhogen. De wereld is wakker geschrokken op 11/9 vorig jaar. Er is geen
directe link tussen armoede en terrorisme. Toch is het besef door de
aanslagen gegroeid dat we de armoede in de wereld niet op zijn beloop kunnen
laten, dat we niet hele regio's kunnen afschrijven. Dat is in Monterrey
verzilverd in klinkende munt. De EU plus 7 miljard dollar in 2006, de VS
plus 5 miljard dollar. Weer zit er die andere kant aan: het is lang niet
genoeg. Om armoede voor 2015 te kunnen halveren is vijftig miljard dollar
per jaar extra nodig. Toch ben ik vreselijk blij met de omkering van de
neerwaartse spiraal.
Nederland heeft de laatste jaren geen neerwaartse spiraal gekend. Wie de
omvang van de Nederlandse hulp in een grafiek uittekent ziet vanaf 1995 een
volledig vlakke lijn. De afwijkingen zijn miniem. Van 0,79 procent van het
BNP op zijn laagst tot 0,82 procent op zijn hoogst. Nu de andere rijke
landen eindelijk in de lift zitten, met beloften - zij het soms vage - om
verder te stijgen naar de 0,7. Nu de discussies over de effectiviteit van de
hulp beginnen te verstommen - want hulp helpt! Is het nu niet de hoogste
tijd om ook de Nederlandse lijn een knik naar boven te geven. Om de komende
periode de weg omhoog weer in te slaan na de forse daling van eind jaren
tachtig, begin jaren negentig. Een op de vier Nederlanders wil dat.
Effectieve armoedebestrijding betekent investeren in mensen. Dat heb ik de
afgelopen vier jaar ook gedaan.
De uitgaven voor basisonderwijs zijn in vier jaar tijd bijna vier keer zo
hoog geworden. Van 59 miljoen euro in 1998 naar 226 miljoen euro op de
begroting dit jaar. Miljoenen kinderen - onder meer in Indonesie, Uganda,
Tanzania, India en Jemen - kunnen naar school dankzij Nederlandse steun. De
uitgaven voor gezondheidszorg zijn verdubbeld.
Nederland heeft ook voorop gelopen in het kwijtschelden en saneren van
schulden van de armste ontwikkelingslanden. In de periode van 1998 tot 2001
werd voor ruim 700 miljoen euro kwijtgescholden. De 23 landen die daarvan
geprofiteerd hebben betalen gemiddeld dertig procent minder aan rente en
aflossing, waardoor er meer geld gaat naar de sociale sectoren. Het is
overigens treurig dat de andere rijke landen zo ver achterblijven met hun
bijdrage aan schuldvermindering. Het is al even treurig dat de daling van de
prijzen van hun grondstoffen veel landen opnieuw zwaar in de problemen
brengt. De koffieprijs is in decennia niet zo laag geweest. Een land als
Uganda gun je beter. Het land voert een behoorlijk beleid, heeft geweldig in
onderwijs geinvesteerd, gaat aids op een fantastische manier te lijf. En dat
land ziet dan zijn belangrijkste inkomstenbron, koffie, met meer dan de
helft in prijs dalen. Om groen van ergernis van te worden.
In de strijd tegen deze koffiecrisis zie ik een belangrijke rol voor bedrijven die werk maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. We hebben Max Havelaar. Maar er zijn ook andere bedrijven die initiatieven willen nemen, zoals Ahold. Ik heb een aantal welwillende bedrijven uitgenodigd om hier eens over door te komen praten.
Effectieve hulp betekent investeren in mensen. Het betekent ook investeren in die arme landen die de politieke wil tonen om zelf de bestrijding van armoede serieus te nemen. De resultaten van de concentratie van de bilaterale hulp zullen pas de komende jaren echt zichtbaar worden. Ik heb daar alle vertrouwen in. Ik zou graag zien dat een volgend kabinet die lijn doortrekt: een nog verdere concentratie van de bilaterale hulp van regering tot regering. Let wel: het deel van mijn budget waarvoor de concentratie geldt is slechts dertig procent van de totale begroting.
Tot slot, de hulp via particuliere organisaties. Die beslaat in totaal
ongeveer een kwart van de begroting. Dat is een zeer substantieel deel. Dat
is meer dan terecht, want NGO's hebben een geheel eigen rol te spelen. Bij
maatschappijopbouw, als kritisch tegenwicht tegen regeringen, als stem van
de armen, als lobbyisten op nationaal en internationaal niveau, zowel in de
rijke als in de arme landen.
Daarbij heb ik steeds voorop gesteld dat NGO's wel kwaliteit moeten leveren.
En dat het subsidiestelsel open en transparant moet zijn. Die uitgangspunten
hebben de afgelopen jaren tot ingrijpende wijzigingen geleid. Eerst een
nieuw beleidskader voor de grote medefinancierings organisaties. Vervolgens
een nieuw stelsel voor de subsidie aan organisaties die zich meer op een
thema of een regio richten. En tot slot de oprichting van een laagdrempelig
loket voor de echt kleinschalige initiatieven. De besprekingen daarover zijn
ver gevorderd, maar nog niet helemaal afgerond.
Concluderend: In de PvdA zeggen wij altijd 'veel gedaan, nog veel te doen'.
Gelukkig is het als het om ontwikkelingssamenwerking gaat niet een kwestie
van de PvdA alleen, maar is het een heel breed gedragen beweging. Samen
sterk, zeggen we dan ook. Dat blijkt ook uit het onderzoek naar het
draagvlak dat de NCDO net heeft laten uitvoeren. Meer mensen dan ooit zijn
voor verdere verhoging van het budget. Dat brede draagvlak, daar mogen we
met zijn allen best trots op zijn. Het is mede te danken aan de inzet van u
allen.
===