VVD
2 mei 2002 - Hoogervorst: poldermythe moet plaatsmaken voor nieuw gevoel van urgentie
"De concurrentiepositie van Nederland is door de loonkosten-ontwikkeling van de afgelopen jaren verzwakt. Deze trend moet worden gekeerd door een ambitieuze aanpak van de WAO en de armoedeval". Aldus Hans Hoogervorst in een bijdrage aan het symposium "Recessie? Werk je er doorheen!" van de Economische Faculteit Tilburg. Hoogervorst wijst er op dat de Nederlandse loonkosten sinds 1997 14% sterker zijn gestegen dan in het eurogebied. Tegelijkertijd is de winstpositie van het bedrijfsleven met 5 procentpunt gedaald. Door de lange remweg in de economie zijn de effecten hiervan op de werkgelegenheid nog steeds niet goed zichtbaar. Maar vroeg of laat zal Nederland hiervoor een prijs betalen. Hans Hoogervorst zegt in zijn speech dat de kracht van consensusvorming in het Nederlandse Poldermodel wordt overschat. Hij wijst er op dat de grote saneringen van de jaren tachtig niet op brede instemming konden rekenen: "In de jaren tachtig had niemand het over Poldermodel. Er was veel conflict en weinig consensus. Alle ingrepen in de sociale zekerheid stuitten op fel verzet van de vakbeweging . De loonmatiging was een goede zaak maar werd grotendeels afgedwongen door de exploderende werkloosheid en de rampspoed van het bedrijfsleven." Hoogervorst wijst er op dat de term Poldermodel pas in zwang kwam in de tweede helft van de jaren negentig, nadat de eerste grote saneringsgolf was voltooid. Hoogervorst wijst op de paradox dat de opkomst van de term Poldermodel samenviel met het einde van de loonmatiging: "Terwijl sociale partners ter ere van het Poldermodel in het buitenland de ene na de andere prijs kregen, begon onze concurrentiepositie langzaam maar zeker af te kalven. Door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt stegen de lonen sterker dan in het buitenland. De mythe van het poldermodel heeft er mede toe bijgedragen dat te laat een gevoel van urgentie over onze concurrentiepositie is ontstaan." De sleutel tot de versterking van de Nederlandse concurrentiepositie ligt volgens Hoogervorst in een ambitieuze aanpak van de arbeidsmarkt. Hierbij dienen de aanpak van de armoedeval en de WAO centraal te staan: "Nederland heeft noch behoefte aan de zelfgenoegzaamheid van het poldermodel, noch aan frivole experimenten. Wat wij nodig hebben is solide financieel-economisch beleid, waarin de prikkels tot werken worden vergroot". Hoogervorst wijst er op dat het VVD-verkiezingsprogramma tot de beste arbeidsmarktresultaten leidt: " Het VVD-program leidt de komende vier jaar tot een loonmatiging van bijna 5%, hetgeen bitter noodzakelijk is om de Nederlandse concurrentiepositie uit de gevarenzone te brengen. Het VVD-programma leidt dan ook tot de sterkste groei van de werkgelegenheid, met name in de marktsector. Het aantal arbeidsongeschikten daalt struktureel met ongeveer 350.000. Het begrotingsoverschot stijgt bij de VVD structureel tot 2%, hetgeen ruimte schept voor staatsschuldvermindering en lastenverlichting, die ook in de toekomst broodnodig zal blijven."