LEI
persbericht / nr. 1684
2-mei-2002
Concurrentiepositie eiproductenindustrie zwakker door
welzijnswetgeving
Vanaf 2012 is de legbatterij in Europa om redenen van dierenwelzijn
niet langer toegestaan. De kostprijs van Nederlandse eiproducten zal
daardoor na dat jaar zo'n 13% hoger liggen dan nu. Producten uit de
Verenigde Staten zijn, rekening houdend met transport, nu al 10%
goedkoper dan de Nederlandse. Dat verschil zal verder toenemen. Voor
de hele Europese eiproductenindustrie wordt het na 2012 lastig om te
concurreren met landen buiten de EU. Dat blijkt uit een onderzoek dat
het LEI heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV.
In het onderzoek zijn ook de gevolgen bekeken van een scenario waarbij
Nederland en Duitsland in hun welzijnsbeleid verdergaan dan de rest
van de EU. De kostprijs in Nederland komt dan naar schatting 7% boven
die van de EU te liggen en het verschil met de Verenigde Staten wordt
nog groter. Aan afnemers van Nederlandse eiproducten is gevraagd hoe
zij de gevolgen van zo'n scenario inschatten. Zij verwachten dat de
Nederlandse eiproductenindustrie haar grondstoffen dan uit
concurrentieoverwegingen in het buitenland zal moeten gaan inkopen, of
dat de industrie zich zelfs naar het buitenland zal verplaatsen. De
voedingsmiddelenindustrie verwacht namelijk nauwelijks toenemende
vraag naar (duurdere) producten waarin welzijnsvriendelijke eieren
zijn verwerkt.
De Nederlandse eiproductenindustrie breekt en pasteuriseert eieren,
die vervolgens door de voedingsmiddelenindustrie worden gebruikt in
producten als pasta's, sauzen en gebak. Hiervoor worden nu
voornamelijk batterijeieren gebruikt. Bovendien kopen
voedingsmiddelenfabrikanten steeds vaker eiproducten van buiten de EU
omdat die goedkoper zijn.
---
De toekomst van de Nederlandse eiproductenindustrie. Bekijk het
rapport: 2.02.08.