PGGM
PGGM: Premie- en beleggingsbeleid in balans
1 Mei 2002
Managen van betaalbare zekerheid
Pensioenrisico's liggen in de toekomst. Pensioenverplichtingen
strekken zich immers uit tot in de verre toekomst. Daarom heeft PGGM
in 1984 een dynamisch premiebeleid geïntroduceerd. In 1995 is dat
beleid geïntegreerd met het beleggingsbeleid. Regelmatig zoekt PGGM
door het uitvoeren van ALM-studies naar het optimum van
beleggingsbeleid en premie. Doelstelling is de pensioenregeling te
kunnen blijven financieren tegen een gelijkmatig verlopende en
betaalbare premie bij voldoende zekerheid. Tevens is de financiering
er op gericht de pensioenaanspraken zoveel als mogelijk loonvast te
houden.
Langetermijn insteek voor aannames
Om te voorkomen dat lasten worden afgewenteld, kijkt PGGM in zijn
financiering een hele pensioengeneratie vooruit. Omdat PGGM de
toekomst niet kan voorspellen, wordt een modelmatige aanpak gehanteerd
voor de prognoses van rendement, looninflatie en fonds-demografie. Het
verleden wordt beschreven en vanuit dat gemodelleerde verleden wordt
"de toekomst in gerekend". De verkregen toekomst wordt vervolgens
getoetst aan de verwachtingen in de markt en de bedrijfstak. Het
bestuur stelt, mede op grond van deze toets, de structurele
toekomstaannames vast. Deze worden regelmatig herbezien. Op basis van
deze aannames wordt een structureel gemiddeld niveau bepaald voor de
premie en dekkingsgraad.
Dynamische premie
De jaarlijkse premie wordt mede bepaald door de actuele stand van het
vermogen. Daarin zijn de actuele ontwikkelingen op het gebied van
rendement, looninflatie en fondsdemografie verwerkt. Op die wijze
beweegt de premie mee met de actualiteit. Zijn de rendementen hoger
dan het langjarig gemiddelde dan daalt de premie en andersom. Doel is
tegen een betaalbare en in de tijd gelijkmatige premie voldoende
zekerheid te bieden. Maar tevens te voorkomen dat onnodig teveel
vermogen wordt aangehouden.
Huidige aannames
De langjarige aannames die PGGM hanteert zijn 4,8% looninflatie en 9%
rendement. Dit rendement is gebaseerd op een beleggingsmix die met
behulp van een ALM-studie is bepaald als op de lange termijn optimaal
passend op de doelstellingen van het financieringsbeleid. Die mix
bestaat voor 70% uit zakelijke waarden (aandelen, private equity,
vastgoed en commodities) en voor 30% uit vastrentende waarden
(voornamelijk obligaties en staatsleningen). En dat is doorslaggevend.
Bij deze aannames komt de langjarige gemiddelde premie uit op rond de
10% van het salaris en de dekkingsgraad langjarig en gemiddeld tussen
de 130 á 135%. Ultimo 2001 ligt de dekkingsgraad onder dat gemiddelde
door een hoger uitgevallen looninflatie en een voor het tweede
achtereenvolgende jaar (fors) lager uitgevallen rendement. PGGM heeft
daarom dan ook een premieverhoging aangekondigd met de maximale
jaarsprong van 1,5% die het fonds zichzelf heeft opgelegd vanwege het
gewenste gelijkmatige verloop.