Productschappen Vee, Vlees en Eieren
Persbericht 19, 2 mei 2002
Landbouw Economisch Instituut (LEI) bevestigt vermoeden
'Alleingang' Nederlands welzijnsbeleid doodsteek voor eiproductenindustrie
Als de Nederlandse overheid strengere eisen gaat stellen aan de huisvesting van leghennen dan de Europese Unie, zal de eiproductenindustrie de activiteiten in Nederland staken en overbrengen naar andere landen. Dit concluderen de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) uit het onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) naar de concurrentiepositie van de eiproductenindustrie. Door de extra welzijnseisen wordt de kostprijs te hoog waardoor de concurrentiepositie sterk verslechtert.
Een van de belangrijkste criteria in de afzet voor eiproducten is volgens het LEI de prijs, op afstand gevolgd door de microbiële en chemische samenstelling. In een markt waarin het aanbod de vraag overtreft is de prijs het enige concurrentiewapen. De eiproductenindustrie verwerkt vooral batterijeieren. Bij verdergaande welzijnswetgeving, zoals het voorgestelde Legkippenbesluit, neemt de kostprijs van de Nederlandse eieren nog verder toe en worden de eieren voor de Nederlandse eiproductenindustrie van elders aangevoerd. Dit werkt sterk kostprijsverhogend. Het LEI concludeert dat het voor de eiproductenindustrie dan noodzakelijk is om de productiecapaciteit te verplaatsen naar landen met de laagste kostprijs van de eieren.
Welzijnsvriendelijke eiproducten nichemarkt
Uit het onderzoek blijkt ook dat welzijnsvriendelijke producten voor
afnemers pas interessant zijn als ze in de eindproducten tot
meerwaarde te brengen zijn. De voedingsmiddelenindustrie typeert deze
markt echter als een nichemarkt en ziet geen uitbreidingsmogelijkheden
voor de toekomst.
Met Europees beleid al zwaar weer op komst
De nieuwe Europese welzijnsregels verhogen de kostprijs al met circa
13%. Desalniettemin ziet de eiproductenindustrie nog wel mogelijkheden
in Nederland. Het betreft vooral de afzet van de vloeibare eiproducten
in Europa. Indien Nederland met een totaal verbod op kooihuisvesting
samen met Duitsland de koploperspositie op welzijnsgebied inneemt,
vervalt deze productiemogelijkheid. De kostprijs stijgt dan namelijk
nog eens met circa 7%.
De afnemers van eipoeders zien met het te voeren Europese beleid al
een probleem ontstaan, omdat de poedermarkt een wereldmarkt is en de
prijzen in Europa niet meer concurrerend zullen zijn.
Minder regels meer marktwerking
De geconstateerde consequenties voor de eiproductenindustrie zijn maar
een onderdeel van de totale gevolgen van het beleid dat de overheid
voornemens is. Het LEI heeft immers in een eerder onderzoek over
tafeleieren berekend dat een halvering van de legpluimveehouderij
optreedt als de overheid extra welzijnseisen stelt. In de vrije
wereldmarkt waarvoor de eiersector produceert, zou het nieuwe kabinet
minder regels moeten stellen en meer aan de tucht van de markt over
moeten laten.
Gegevens eiproductenindustrie
Er zijn 23 bedrijven werkzaam in de eiproductenindustrie. Jaarlijks
verwerken zij ruim 2,7 miljard eieren als grondstof voor de
levensmiddelenindustrie. Dit is 24% van alle eieren die in Nederlandse
geproduceerd worden. 84% van de eiproducten wordt geëxporteerd.
Hiervan wordt 80%, voornamelijk verse eiproducten, in de Europese Unie
afgezet en 20%, de eipoeders, daarbuiten. Binnen de EU is Nederland de
grootste exporteur. In 2001 bedroeg de exportwaarde ruim 110 miljoen
euro.
Voor nadere informatie:
Ewa Walters, hoofd Communicatie
Tel. (079) 368 79 29
Privé (070) 387 57 00
Mobiel 06 - 54 740 727