Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Culturele Samenwerking, Onderwijs en Onderzoek Afdeling
Onderzoek en Communicatie (DCO/OC) Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 1 mei 2002 Auteur Leen Boer
Kenmerk DCO/OC-116/2002 Telefoon ++31-70-3486480
Blad /1 Fax ++31-70-3486436
Bijlage(n) 1 E-mail leen.boer@minbuza.nl
Betreft Notitie ICT en Ontwikkeling
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u, in vervolg op mijn brief van 17 oktober 2000 over dit
onderwerp (27400 V, nr. 41), de notitie 'Informatie en Communicatie
Technologie (ICT) en Ontwikkeling' aan.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Eveline Herfkens
Notitie
Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) en Ontwikkeling
Informatie- en Communicatietechnologie en Ontwikkeling
1. Inleiding en samenvatting
De moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft verregaande
gevolgen voor economie en samenleving. Ze is een drijvende kracht in het
proces van globalisering. Het is onontkoombaar dat ook de
ontwikkelingslanden ermee geconfronteerd worden. Er is sprake van een
aanzienlijke en vooralsnog toenemende digitale kloof. Ervaringen met de
toepassing van ICT in ontwikkeling en armoedebestrijding wijzen uit dat ICT
weliswaar geen panacee is, maar in potentie toch wel een instrument dat een
krachtige indirecte, en soms ook directe bijdrage aan armoedebestrijding kan
leveren. Er lijkt bovendien in toenemende mate leap frogging mogelijk. Zo is
in een aantal ontwikkelingslanden door de snelle ontwikkeling van de mobiele
telefonie de trage opbouw van het vaste netwerk ingehaald. Niettemin staan
de ontwikkelingslanden voor een moeilijke opgave. Zij hebben te maken met
technologische ontwikkelingen van een complexiteit en snelheid zoals die hun
weerga in de geschiedenis niet kennen. Met name landen in Sub-Sahara Afrika
staan voor de uitdaging ICT in te zetten terwijl zij nauwelijks over de
daarvoor benodigde menselijke en financiële capaciteit beschikken. Vitale
ICT- en dienstverlenende bedrijven zijn daarvoor essentieel, met name om
investeringen aan te trekken en een op reële behoeften georiënteerde
overdracht van technologie mogelijk te maken.
De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is al geruime tijd actief op het
terrein van 'ICT en Ontwikkeling'. In 1996 is op initiatief van de minister
voor Ontwikkelingssamenwerking het International Institute for Communication
and Development (IICD) te Den Haag opgericht. In de eerste periode van zijn
bestaan, de periode van opbouw, 1996 - 2001, is dit instituut vrijwel
uitsluitend door Nederland gefinancierd (ruim 11,5 miljoen euro). Per 2002
is aan IICD voor een tweede periode van 5 jaar een subsidie toegekend (21,5
miljoen euro). Nederland is nog steeds de belangrijkste financier van dit
instituut. IICD is evenwel actief op zoek naar additonele steun, daarin
gestimuleerd door het ministerie. Het ontvangt thans eveneens middelen van
de Britse- en de Zwitserse ontwikkelingssamenwerking. Vraaggerichtheid en
ownership staan in de aanpak van IICD - thans actief in acht
ontwikkelingslanden - voorop. In rondetafelconferenties in deze
ontwikkelingslanden wordt in onderlinge interactie van verschillende groepen
stakeholders een beleidsvisie en een programma van activiteiten ontwikkeld.
Vanuit het medefinancieringsprogramma is vooral Hivos actief op het terrein
van 'ICT en Ontwikkeling'. Nederland steunt voorts een aantal NGOs, werkzaam
in dit veld, zoals PANOS en OneWorld. Voorts worden multilaterale
initiatieven ondersteund, zoals InfoDev en de Development Gateway
Foundation. Uiteraard speelt ICT een instrumentele rol in diverse
sectorprogramma's die in het bilaterale beleid ondersteund worden.
Uitgangspunt is dat het wiel niet steeds opnieuw moet worden uitgevonden.
Dat betekent dat multilaterale initiatieven worden ondersteund als die een
meerwaarde hebben ten opzichte van andere kanalen. In het kader van
vraaggerichtheid en ownership betekent dit dat de steun wordt voortgezet aan
de benadering van rondetafelconferenties van IICD waarmee de totstandkoming
van een eigen ICT beleid in ontwikkelingslanden wordt gestimuleerd. Er is
uitdrukkelijk niet gekozen voor opbouw van uitgebreide expertise binnen het
ministerie zelf. Het doel is de opbouw van bruikbare expertise in de
ontwikkelingslanden zelf.
In paragraaf 2 wordt ingegaan op het belang van ICT voor ontwikkeling en
armoedebestrijding, alsmede op de voorwaarden om ICT effectief in
ontwikkelingslanden te kunnen inzetten. In paragraaf 3 wordt de Nederlandse
inzet op het terrein van 'ICT en ontwikkeling' beschreven. Verspreid in de
tekst staan in kaders enkele voorbeelden daarvan.
2. Het belang van ICT voor armoedebestrijding
Moderne informatie- en communicatietechnologie is in rap tempo de economie
en de samenleving in bredere zin aan het veranderen. Deze technologie is ook
één van de belangrijkste drijvende krachten van het proces van globalisering
zoals zich dat thans voltrekt. Ontwikkelingslanden hebben, hoe dan ook, met
(de gevolgen van) informatie- en communicatietechnologie te maken. Het is
zaak daarbij de kansen te benutten en nadelige gevolgen te vermijden. De
belangen die daarbij spelen, van ontwikkelingslanden en van het
belangrijkste doel van ontwikkeling, armoedebestrijding, zijn groot. De
ontwikkelingslanden en de internationale gemeenschap staan voor de immense
uitdaging - vastgelegd in de Millennium-doelstellingen van de Verenigde
Naties - het aantal mensen dat in absolute armoede leeft voor 2015 te
halveren. ICT kan daarbij helpen. De eerste ervaringen met de toepassing
ervan in ontwikkeling en armoedebestrijding wijzen dat uit.
ICT in de gezondheidszorgsector in Ghana
In Ghana vormt het huidige handmatige systeem van patiëntgegevens in de
gezondheidssector een belemmering voor de totstandkoming van een efficiënte
en kwalitatief hoogstaande zorg. Om dit probleem op te lossen wordt een
opslagsysteem van patiëntengegevens ontwikkeld dat de nauwkeurigheid, de
snelheid en de continuïteit van de zorg voor de patiënt moet verbeteren. Het
systeem maakt analyse van informatie mogelijk en kan functieondersteunend
werken, bijvoorbeeld door de mogelijkheid van een snellere en preciezere
diagnose en een voortdurende monitoring van patiëntgegevens. Bovendien
kunnen managers de patiëntendossiers gebruiken bij het plannen van benodigde
diensten en middelen, het vaststellen van budgetten en het toewijzen van
ruimte. Tenslotte kan de informatie gebruikt worden voor rapportage,
preventie, gezondheidsvoorlichting en onderzoek.
Het project is in eerste instantie gericht op de streekziekenhuizen. Deze
pilot is bedoeld om "werkend te leren", waarna hij kan worden uitgebreid
naar de grotere streekziekenhuizen, districtsziekenhuizen en instellingen
voor basisgezondheidszorg op de verschillende niveaus.
ICT is geen panacee, maar in potentie wel een instrument dat een krachtige
indirecte, en soms ook directe bijdrage aan armoedebestrijding kan leveren.
Zo kan gebruik van ICT voor de communicatie tussen ziekenhuizen in
stedelijke centra en gezondheidsposten op het platteland de gezondheidszorg
in marginale gebieden aanzienlijk verbeteren. Hetzelfde geldt voor allerlei
andere vormen van dienstverlening door de overheid, bijvoorbeeld in het
onderwijs en de landbouwvoorlichting. Via computers in gemeenschapscentra
blijkt voor armen zeer relevantie informatie, zoals marktprijzen en de
weersverwachting, verspreid te kunnen worden, soms verder doorgegeven met
een eenvoudig printje als infobulletin aan de muur geprikt, via een
luidspreker of een radio.
Veel ontwikkelingslanden onderkennen het potentieel van de nieuwe
technologie als instrument. Enkelen hebben al beleid ontwikkeld voor de
inzet van ICT, zoals, bijvoorbeeld, Zambia op het gebied van onderwijs.
Daarnaast ondernemen NGO's een snel groeiend aantal kleinschalige
ICT-initiatieven.
Managementinformatie in de onderwijssector, Zambia
Het Ministerie van Onderwijs van Zambia is enkele jaren geleden gaan
samenwerken met IICD (International Institute for Communication and
Development). Het doel is het ontwikkelen van een breed ICT-beleid, waarvan
de ontwikkeling van de managementcapaciteiten binnen het Ministerie een
onderdeel vormt. Er wordt gekeken waar en hoe ICT gebruikt kan worden om te
komen tot verhoging van de productiviteit. Doel is informatie te verzamelen,
te bewerken en uit te wisselen over, bijvoorbeeld, leerlingenaantallen,
budgetten en de besteding ervan. ICT wordt ook gebruikt voor de ontwikkeling
van lesprogramma's en voor publieksvoorlichting. Inmiddels zijn binnen het
ministerie de noodzakelijke financiële middelen gevonden en is een begin
gemaakt met de gedetailleerde uitwerking van het plan en de opleiding van de
staf.
ICT stelt mensen in staat sneller en beter met elkaar te communiceren. Dat
geldt voor burgers en overheid, maar ook voor burgers onderling. Mensen
kunnen dit blokje hoort volgens mij niet in het deel over ICT op
internationaal niveau? hun stem beter laten horen en zo opkomen voor hun
belangen op lokaal en nationaal niveau. ICT biedt ook krachtige
mogelijkheden voor grenzenoverschrijdende communicatie. Er is sprake van een
groeiend aantal internationale netwerken. Het gaat daarbij niet altijd
alleen om informatie (vgl. Panos, OneWorld en de Development Gateway). Zo is
er, bijvoorbeeld, steeds vaker sprake van e-commerce netwerken tussen
landgenoten in de diaspora en in het land van herkomst, en speelt Internet
ook een rol voor vluchtelingen.
ICT is eveneens van groot belang voor de particuliere sector in
ontwikkelingslanden. ICT is als bedrijfssector geen uitzondering meer, zij
het in de steden geconcentreerd. Vanuit de ICT-sector wordt de nieuwe
technologie in toenemende mate ook naar andere productiesectoren
overgedragen. Een dergelijke kennisoverdracht aan het lokale bedrijfsleven
kan ook plaatsvinden in interactie met buitenlandse bedrijven . Dit is
belangrijk, omdat ICT een belangrijke rol speelt in de concurrentiepositie
van bedrijven, zowel op de lokale als op de internationale markten. ICT
biedt lokale bedrijven nieuwe kansen om achterstanden weg te werken in,
bijvoorbeeld, planning, marketing, kennis van financieringsmogelijkheden en
methoden om arbeidsproductiviteit te verhogen, om zo de concurrentiekracht
en groeimogelijkheden van deze bedrijven op nationaal en internationaal
niveau te verbeteren.
De markt voor yamwortels in Ghana
Eén van de activiteiten waarbij IICD betrokken is geweest is het gebruik van
ICT op de markt voor yamwortels in Ghana. Met behulp van ICT wordt
informatie over prijzen en geproduceerde hoeveelheden verspreid onder
aanbieders en vragers. Daardoor werden het concurrentievermogen en de
marktpositie van de boeren sterk verbeterd. Een begin is gemaakt met een
project op het gebied van e-commerce. De boeren wordt via websites en e-mail
een betere toegang gegeven tot informatie over prijzen, oogsten,
grondstoffen in de landbouw, het milieu, enz. Handelaren uit het zuiden van
Ghana, bijvoorbeeld, vonden via het web uit dat de door hen benodigde yams
in Centraal Ghana tegen lagere prijzen verkrijgbaar waren dan in hun eigen
regio. Gewapend met die informatie organiseerden zij een bijeenkomst met
kleinschalige yamboeren in Centraal Ghana. Hun werd gevraagd of zij de door
de handelaren benodigde hoeveelheden konden leveren. Dat kon. Uiteindelijk
profiteerde iedereen hiervan: de aanbieders (ca. 1.400 kleine boeren), omdat
ze niet alleen meer konden verkopen, maar ooktegen een hogere prijs, en de
vragers omdat ze zoveel konden kopen als ze nodig hadden. Zonder de
toepassing van ICT, om de werking van markten te verbeteren, was dit nooit
gelukt. Een dergelijk mechanisme zal in de toekomst verder worden ontwikkeld
om de positie van kleine boeren te versterken door een hogere efficiëntie en
minder verspilling door fraude en overbodig transport.
ICT biedt ontwikkelingslanden kansen en mogelijkheden. Velen daarvan zijn
nog niet verkend. De digitale kloof neemt echter toe. De ontwikkelingen in
de rijke landen gaan zeer snel. In de ontwikkeling van specifieke
toepassingen voor ontwikkelingslanden en, in het bijzonder, de armere
groepen in die landen wordt nog te weinig geïnvesteerd. Het gevaar van
verder achterop raken is groot. Immers, het overgrote deel van de bevolking
in de ontwikkelingslanden heeft geen toegang tot moderne middelen voor
communicatie en relevante, toegesneden informatie. Ook in
ontwikkelingslanden profiteren de rijke bovenlaag en de vooral stedelijke
economische centra het eerst en het meest van de nieuwe mogelijkheden. Dit
kan leiden tot grotere sociaal-economische achterstanden. Genderaspecten
spelen ook hier een belangrijke rol.
ICT is een drijvende kracht in het proces van globalisering, dat de wereld,
ook voor ontwikkelingslanden, drastisch wijzigt. Markten en
productieprocessen overschrijden in toenemende mate grenzen. er is maar een
risico genoemd: zijn er meer?dDICT maakt dat mogelijk. Kennis en kunde op
het terrein van ICT zijn noodzakelijk om daar een adequaat antwoord op te
bieden. Een goede lokale enabling environment is daarbij cruciaal.
Uiteraard beperkt het globaliseringproces zich niet tot de economie. Het
raakt onder meer ook de media, de cultuur en de migratie diaspora staat een
beetje vreemd in dit rijtje. Op al deze terreinen speelt ICT een
belangrijke, zij het niet altijd even zichtbare rol. Zo verandert de
samenstelling van het nieuws in kranten en op televisie en krijgen lokale
radiozenders nieuwe mogelijkheden doordat zij gebruik maken van ICT Mij is
onduidelijk wat je hiermee wilt illustreren. Het onderscheid tussen oude en
nieuwe media wordt daarmee steeds vager.
Indianen in Bolivia en hun strijd voor hun gemeenschapsgronden
Sinds begin jaren '90 hebben de Indianen in Bolivia gevochten om (een deel
van) hun gemeenschapsgronden terug te krijgen. Tot nog toe zijn echter van
de gevraagde 29 miljoen hectares slechts 2,3 miljoen teruggegeven. Tijdens
de onderhandelingen tussen de overheid en de Indiaanse afgevaardigden van de
Confederación de Pueblos Indígenas de Bolivia (CIDOB), werd erkend dat
betere communicatie nodig was om het legalisatieproces een kans van slagen
te geven. Daarom heeft CIDOB het project 'Conflicten en Onderhandelingen
over Indiaans Land' opgezet, met behulp van Hivos en IICD. De bedoeling van
dit project is om de Indianen te informeren over de voortgang in het
legalisatieproces en om namens hen te lobbyen voor hun rechten op nationaal
en internationaal niveau. CIDOB gebruikt zowel traditionele als
electronische communicatiemiddelen. Volgens projectmanager Eliana Rioja
spelen onder andere indianenorganisaties, mensen- en
burgerrechtenorganisaties, en nationale en internationale media daarbij een
belangrijke rol. Zij kunnen alle de nodige politieke en sociale druk
uitoefenen. In september 2001 is het Internet gebruikt om het nieuws te
verspreiden over een landconflict bij Santa Cruz, waarbij sprake was van de
ontvoering van de leiders van de Indiaanse Raad. CIDOB plaatst regelmatig
berichten op zijn website, als een manier om het legalisatieproces te
monitoren en stroomlijnen.Bovendien biedt de website een veelheid aan data,
zoals geografische kaarten die de juridische status van het land laten zien.
De leden van de Indianengroepen houden de website zelf bij, iets waarvoor ze
speciaal voor opgeleid zijn.
De in veel ontwikkelingslanden nog gebrekkige infrastructuur op het terrein
van de telecommunicatie vormt een belangrijke barrière voor een effectieve
inzet van ICT, zeker in de meer marginale regio's. Daar staat tegenover dat
op het terrein van ICT leap frogging zeker mogelijk is. Waar gevestigde
systemen en de daarmee gepaard gaande belangen minder aanwezig zijn, is
vernieuwing vaak sneller door te voeren. Het gebruik van mobiele telefonie
overschaduwt in een toenemend aantal ontwikkelingslanden al het vaste
telefoonnetwerk. Niettemin zijn er nog grote investeringen noodzakelijk.
Voor adequate telefoon- en internetverbindingen, ook in de meer marginale
regio's, zijn vaak satellieten nodig. Een betrouwbare
electriciteitsvoorziening is noodzakelijk. Voor een gunstig
investeringsklimaat is het veelal nodig de telecomsector te privatiseren en
wet- en regelgeving aan te passen. Openheid en een goed vestigingsklimaat
voor bedrijven zijn daarbij essentieel en kunnen onder de juiste
omstandigheden leiden tot het binnenhalen van nieuwe technologie en het
ontwikkelen van lokaal bruikbare toepassingen daarvan. Immers, de
ontwikkeling van de infrastructuur is een taak van het particulier
bedrijfsleven. De overheid, ook die in ontwikkelingslanden, kan slechts
stimuleren en de juiste condities scheppen. Daarbij is wel bijzondere
aandacht nodig voor gebieden en groepen die arm zijn en daardoor commercieel
minder interessant. Ervaringen met overdracht van technologie op andere
terreinen leren dat dit uiterst zorgvuldig moet gebeuren, en afgestemd moet
zijn op de veelal beperkte capaciteit in ontwikkelingslanden.
Ontwikkeling van deskundigheid en technologische innovatie in ontwikkelingslanden kan niet alleen aan de markt worden overgelaten. Het is aan de overheid en particuliere organisaties te bevorderen dat ook armen waar mogelijk van ICT kunnen profiteren. Dat kan onder meer door in consultatie met betrokkenen beleid te ontwikkelen dat specifiek rekening houdt met de belangen van de armen; door netwerkexploitanten een deel van de investeringen te laten richten op gebieden die commercieel minder aantrekkelijk zijn; door ICT toepassingen te stimuleren en mede te financieren waarvan de armen direct kunnen profiteren, zoals bijvoorbeeld informatiecentra in lokale gemeenschapscentra; door zelf als overheid in ICT te investeren in sectoren als onderwijs en gezondheidszorg.
Voor een goed gebruik van de mogelijkheden die ICT biedt is onderwijs
uiteraard zeer belangrijk. Beschikbaarheid van hardware en software zijn
niet afdoende. Voor een goed gebruik van het Internet is het noodzakelijk
dat gebruikers toegang hebben tot informatie die relevant is voor hun
situatie, gesteld in de eigen taal. Daaraan ontbreekt het in veel gevallen.
Bovenal gaat het om het menselijk vermogen informatie te lezen, te
interpreteren en effectief aan te wenden. Het vermogen te leren is een
essentiële voorwaarde om effectief gebruik te kunnen maken van de informatie
die via het Internet beschikbaar is. Pretenties vanuit een technologische
invalhoek dat ook analfabeten gebruik kunnen maken van het Internet door
informatie toegankelijk te maken via plaatjes blijken in de praktijk niet
vaak te realiseren. Basisonderwijs voor brede lagen van de bevolking vervult
een sleutelrol. Daarnaast is er de noodzaak van opleiding van deskundigen
en technici om te voorzien in de behoeften die gepaard gaan met de invoering
van ICT, voor software ontwikkeling, voor de onderhoud van de hardware, van
netwerken, enz.
Ook bij 'ICT en Ontwikkeling' zijn ownership en vraaggerichtheid cruciaal.
Zeker in een sector als de ICT waarin nieuwe mogelijkheden en modes nogal
eens met mensen aan de haal gaan, is het van belang dat men met beide benen
op de grond blijft staan en vanuit een besef van schaarse middelen komt tot
de juiste inzet van ICT instrumenten. Die inzet moet leiden tot grotere
effectiviteit en efficiëntie in het realiseren van ontwikkeling die
daadwerkelijk armoede terugdringt. Vandaar de noodzaak in
ontwikkelingslanden zelf lokale capaciteit op te bouwen om ICT toepassingen
adequaat te beoordelen en om deze nieuwe technologieën toe te snijden op de
lokale, specifieke omstandigheden. De rondetafelconferenties die IICD in
ontwikkelingslanden organiseert vormen daar een aanzet en stimulans toe.
3. ICT in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
De kern van de activiteiten op het terrein van 'ICT en Ontwikkeling' in de
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking wordt gefinancierd vanuit het
Communicatieprogramma. Dat programma is erop gericht die
communicatieprocessen in ontwikkelingslanden te bevorderen die de
maatschappelijke participatie van burgers vergroten. Dat gebeurt enerzijds
door het stimuleren van vrije nieuwsgaring en pluriformiteit in
meningsuiting en anderzijds door bevordering van het gebruik van moderne
informatie- en communicatietechnologie. Voor 2002 is voor het
communicatieprogramma als geheel 8,5 miljoen euro begroot, waarvan ruim de
helft zal worden besteed aan 'ICT en Ontwikkeling'. De financiering van
ICT-activiteiten vanuit de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is
overigens niet tot dat programma beperkt, maar vindt, bijvoorbeeld, ook
plaats vanuit het partnershipprogramma bij de Wereldbank. Uiteraard speelt
ICT ook een instrumentele rol in diverse sectorprogramma's die in het
bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsbeleid ondersteund worden.
Nederland financiert ook ICT-activiteiten die een onderdeel vormen van andere, grotere programma's, zoals het Medefinancieringsprogramma voor Universitaire en HBO-Samenwerking (MHO). De omvang van de financiering van dergelijke ICT-activiteiten wordt niet apart geregistreerd.
ICT in het hoger onderwijs: de Universiteit van Dar es Salaam
De Universiteit van Dar es Salaam wordt sinds 1995 via het
Medefinancieringsprogramma voor Universitaire en HBO-Samenwerking (MHO) in
samenwerking met de Technische Universiteit Delft gesteund bij de toepassing
van ICT in de administratieve ondersteuning en het ICT onderwijs. Inmiddels
heeft de universiteit de beschikking over een computernetwerk met toegang
tot het Internet. Dit netwerk is beschikbaar voor studenten en staf. Het
merendeel van de studenten heeft een eigen e-mail account. Er zijn 1600
computers op het netwerk aangesloten. Als gevolg daarvan is het
internationale berichtenverkeer enorm toegenomen. In 1995 verliep de
internationale communicatie nog via telefoon en fax. Toen was er sprake van
nog geen 2000 berichten per jaar. Momenteel wordt dat aantal elke dag ruim,
zo niet zeer ruim, overschreden.
De Universiteit van Dar es Salaam heeft daarnaast de beschikking over
geautomatiseerde toepassingen ten behoeve van administratie en bestuur. Er
is een goed geoutilleerd rekencentrum, met 77 stafleden (waarvan 43
technici) dat toonaangevend is op zijn werkterrein. Zo heeft de universiteit
het initiatief genomen voor het opzetten van de Tanzania start page
(www.start.ac.tz) en voor het Tanzania Educational Network (www.usdm.tz).
Nederland was in de jaren negentig één van de eerste bilaterale donoren die
'ICT en Ontwikkeling' op de agenda zetten. De grote golf in de
internationale aandacht voor dit onderwerp kwam pas in het jaar 2000. Deze
kwam vooral tot uiting in de instelling door de G8 van de Digital
Opportunity Task Force (DOT Force) en de instelling van een soortgelijke
Task Force door de Verenigde Naties. Geleidelijk aan worden steeds meer
bilaterale donoren op dit terrein actief. Zo organiseerde bijvoorbeeld
Italië, in april 2002, een Internationale Conferentie over 'E-Government for
Development', mede in het kader van de DOT Force.
In 1996 is op initiatief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking het
International Institute for Communication and Development (IICD) opgericht,
gevestigd te Den Haag. In de eerste periode van zijn bestaan, de periode
van opbouw, 1996 - 2001, is dit instituut vrijwel uitsluitend door Nederland
gefinancierd (ruim 11,5 mln euro). In die periode heeft IICD zijn specifieke
werkwijze ontwikkeld. Vraaggerichtheid en ownership staan in de aanpak van
dit instituut voorop. In rondetafelconferenties wordt in onderlinge
interactie van verschillende groepen stakeholders in de desbetreffende
landen - overheid, bedrijfsleven en NGO's - een beleidsvisie en een
programma van activiteiten ontwikkeld. Voor de financiering van deze
activiteiten worden doorgaans in de landen zelf en bij andere donoren
fondsen gezocht, om een al te grote afhankelijkheid van één donor te
voorkomen en ownership te bevorderen. IICD verschaft soms wel gerichte
subsidies om specifieke activiteiten op gang te helpen. In de opbouwperiode
heeft het in samenwerking met lokale stakeholders programma's ontwikkeld in
een achttal landen: Bolivia, Burkina Faso, Ghana, Jamaica, Mali, Oeganda,
Tanzania en Zambia. De sectorprioriteiten in deze landen, zoals gedefinieerd
door de lokale partners in rondetafelprocessen, zijn vooral de
gezondheidszorg, het onderwijs, economie, bestuur en milieu. IICD heeft in
deze landen, eveneens in samenwerking met lokale organisaties, ook
trainingsprogramma's ontwikkeld en uitgevoerd. Uiteraard fungeert het
instituut ook als expertisecentrum voor 'ICT en Ontwikkeling'. Ook tussen de
landenprogramma's onderling worden via IICD relevante ervaringen, kennis en
lessen zoveel mogelijk uitgewisseld.
Per 2002 is aan IICD voor een tweede periode van 5 jaar een subsidie
toegekend (21,5 mln euro). Nederland is nog steeds de belangrijkste
financier. Inmiddels heeft dit instituut internationaal een reputatie
opgebouwd met zijn procesmatige, vraaggerichte aanpak. IICD is thans actief
op zoek naar additionele steun van andere donoren, daarin gestimuleerd door
het ministerie. Het ontvangt nu eveneens middelen van de Britse- en de
Zwitserse ontwikkelingssamenwerking in het kader van een
samenwerkingsprogramma (genaamd Bridging Digital Opportunities), waarin ook
andere NGO's (zoals PANOS en OneWorld, die beiden ook door het DGIS worden
gesteund) deelnemen.
Portmore, Jamaica: Een rondetafel bijeenkomst (IICD)
IICD stimuleert ontwikkelingslanden ICT te benutten. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van rondetafel bijeenkomsten waarin door betrokkenen vanuit
uiteenlopende groepen en organisaties uit het betrokken ontwikkelingsland
ICT-strategieën en projecten ontwikkeld worden.
Op verzoek van de Portmore Municipal Development Committee, hebben de
National Commission on Science and Technology in Jamaica en IICD in
september 2001 zo'n rondetafel bijeenkomst georganiseerd over 'ICT en goed
bestuur'. Er werd deelgenomen door 40 afgevaardigden van diverse
belangenorganisaties. Het ging om vertegenwoordigers van publieke en
particuliere organisaties, van politieke partijen, en van lokale en
nationale overheden. Het uiteindelijke doel van de bijeenkomst was het
formuleren van input voor ICT beleid en het formuleren van ideeën voor
specifieke projecten.
Er werd in de bijeenkomst grote nadruk gelegd op de bereidheid van de
nationale autoriteiten om bevoegdheden over te dragen naar lokale niveaus en
om de decentralisatie van bevoegdheden degelijk in wetten vast te leggen.
Ten tweede werd het belang onderstreept van de betrokkenheid van de
particuliere sector, ook in de vorm van daadwerkelijke investeringen op
lokaal niveau. Als derde belangrijke factor werd de verantwoordelijkheid van
de burgers genoemd.
Veel tijd werd besteed aan het gebruik van ICT als middel om het
functioneren van de overheid te verbeteren, E-democracy. Een betere
verspreiding van relevante informatie leidt tot beter geïnformeerde burgers.
Verder kunnen burgers via de inzet van ICT sterker betrokken worden bij
publieke besluitvorming. Hiervoor is een pilot project ontworpen, waarin met
verschillende toepassingen wordt geëxperimenteerd.
Gemeenschapsorganisaties kunnen ook een belangrijke rol spelen in de
verspreiding van informatie over overheidszaken. Het Internet kan daarvoor
gebruikt worden in aansluiting op de bestaande media, radio en TV. Er is een
bewustwordingsprogramma opgezet met als focus gemeenschapsparticipatie,
burgerlijke verantwoordelijkheden, normen en waarden, verantwoordelijkheden
in het gezin en seksuele voorlichting.
Ook onderwijs voor marginale groepen kan een middel zijn om meer burgers bij
de overheid te betrekken. Meer in het algemeen kan ICT gebruikt worden in
onderwijs- en trainingsprogramma's.
In de publieke dienstverlening bleek onder meer behoefte te bestaan aan ICT
toepassingen op het gebied van planning, vooral van landgebruik), publieke
dienstverlening, economische ontwikkeling (stimulering van investeringen
werkgelegenheid) en het informeren van burgers over hun rechten.
Vanuit het medefinancieringsprogramma is Hivos het meest actief op het
terrein van 'ICT en Ontwikkeling'. Hivos trekt van zijn budget vijf procent
uit voor een speciaal actieprogramma op het terrein van ICT. In 2001 betrof
dat een bedrag van 3 miljoen euro.
Het Actieprogramma ICT van Hivos
Met zijn beleids- en actieprogramma,'Access for all: equal opportunities in
cyberspace', biedt Hivos zuidelijke NGO's en hun doelgroepen actieve steun
om de kansen en mogelijkheden van informatie- en communicatietechnologieën
te benutten. Tegelijk wil het programma de groeiende digitale achterstand
van ontwikkelingslanden tegengaan. De activiteiten die Hivos steunt, richten
zich onder meer op toegang tot Internet, capaciteitsversterking, bevordering
van plaatsing van voor het zuiden relevante inhoud op het world wide web,
digitaal netwerken en lobbye en e-commerce. Hivos exporteert niet-westerse
deskundigheid naar zijn partners in ontwikkelingslanden. Er wordt aangehaakt
bij lokaal genomen initiatieven. Belangrijke strategische partners voor
Hivos op het gebied van 'ICT en ontwikkeling' zijn OneWorld International en
IICD.
Een voorbeeld van een door Hivos gesteunde partner is Red de Desarrollo
Sostenible (RDS) te Honduras. Deze organisatie is oorspronkelijk, in 1994,
door de VN opgezet in verschillende Latijns Amerikaanse landen, waaronder
Bolivia en Honduras. Ze begon als e-mail provider voor maatschappelijke
organisaties en groeide uit tot een informatiekoepel voor milieu
aangelegenheden. RDS Honduras werd al snel een onafhankelijke NGO en heeft
inmiddels meer dan 500 leden, waaronder (inter)nationale NGO's,
basisorganisaties, bedrijfjes, academische- en overheidsorganisaties. Direct
na de ramp met de orkaan Mitch wist RDS de communicatie in Honduras weer op
gang te brengen via het Internet. Daarnaast konden slachtoffers op de
RDS-website oproepen plaatsen voor vermiste familieleden. Op die manier
hebben veel mensen elkaar kunnen lokaliseren. RDS vergemakkelijkte ook de
coördinatie tussen hulporganisaties.
Een ander voorbeeld is de Asociación de Organizaciones de Productores
Ecológicos de Bolivia (AOPEB). Zij assisteert circa ecologische producenten
in productie en marketing. AOPEB heeft een virtuele marktplaats en
dynamische website gemaakt met informatie over prijzen, vraag en aanbod,
marktbewegingen, kwaliteit van de producten en keurmerken,
distributiekanalen, etc. Het doel van dit project is inkomensverhoging voor
de producenten door de afhankelijkheid van tussenhandelaren te verminderen,
de kennis van de markt te vergroten, vraag en aanbod bij elkaar te brengen
en productiemethoden te verbeteren
Vanuit het Communicatieprogramma van het DGIS worden naast IICD en de reeds
hierboven genoemde organisaties PANOS en OneWorld nog enkele NGO's
financieel gesteund, met name Sarai / De Waag en Fair Trade Assistance /
Peoplink.
Samenwerking tussen Sarai (India) en De Waag (Nederland)
De samenwerking tussen Sarai en De Waag, Maatschappij voor Oude en Nieuwe
Media, is bijzonder. Gezien de zeer geavanceerde positie van de Indiase
ICT-sector lijkt Nederlandse technische assistentie weinig zinvol. De
Indiase voorsprong op ICT-gebied betreft echter met name de particuliere
sector. De kennis zit vooral bij bedrijven, niet in de publieke sector.
Sarai is opgezet als publiek initiatief op het gebied van de nieuwe media.
Sarai concentreert zich op het aanzwengelen van een publieke discussie over
socialeissues, maar heeft nog niet veel expertise op dit gebied. De Waag,
daarentegen, heeft in Amsterdam een rijke ervaring met de publieke kant van
de ICT-toepassingen opgedaan.
Een voorbeeld van een recente vorm van samenwerking betreft steun aan
'Cybermohallah', een medialaboratorium in de sloppenwijken van New Delhi.
Hier wordt met steun van lokale bewoners open-source software ontworpen.
Niet alleen is de zo ontstane software gratis en nuttig voor iedereen, maar
de betrokkenen hebben al doende een training gekregen in vaardigheden die
hun kansen op maatschappelijk succes sterk vergroten.
Voorts worden multilaterale initiatieven ondersteund. Nederland steunt al
vele jaren InfoDev, een Wereldbankprogramma dat beoogt te bevorderen dat ook
ontwikkelings- en transitielanden kunnen profiteren van de mogelijkheden van
ICT en dat - mede ondersteund door een significante Nederlandse bijdrage -
een rol heeft gespeeld in het voorkomen van problemen rond de 'millennium
bug' in deze landen.
In 2001 heeft Nederland met een bijdrage van 5,5 miljoen euro (voor een
periode van drie jaar) Mali in staat gesteld één van de founding members te
worden van de Development Gateway Foundation (DGF). President Konaré is
op grond van deze bijdrage één van de leden geworden van het bestuur van
deze organisatie. Het doel van deze constructie was de stem van de
ontwikkelingslanden in het bestuur van deze organisatie nadrukkelijker te
laten horen. De DGF, tot stand gekomen op initiatief van de Wereldbank,
verkeert momenteel in een proces van verzelfstandiging. De kerntaak van de
DGF is het opzetten en onderhouden van een website met een rijkdom aan
informatie en kennis op het terrein van ontwikkeling en
armoedebestrijding. Daarnaast is de DGF begonnen met de opbouw van een
netwerk van centra voor onderzoek en training. De start van dit netwerk
wordt gevormd door 'bijdragen in natura' van India en Zuid Korea. De DGF zal
voorts in de toekomst onder meer een programma van subsidies en
investeringen gaan vormen om innovatieve toepassingen van ICT op lokaal,
nationaal en internationaal niveau te bevorderen. Tenslotte is de DGF actief
in het helpen opzetten door ontwikkelingslanden van eigen, zgn. country
gateways, websites met op landen toegespitste informatie en kennis relevant
voor ontwikkeling.
InfoDev
Het centrale mandaat van InfoDev (Wereldbank) is het stimuleren van het
gebruik van ICT-toepassingen met het oogmerk sociale en economische
ontwikkeling te bevorderen. InfoDev stelt fondsen beschikbaar voor
(vraaggestuurde) projecten waarin ICT gebruikt wordt ten behoeve van
armoedebestrijding. Hiervoor komen overheden, particuliere bedrijven,
non-profit organisaties en internationale (ontwikkelings)organisaties voor
in aanmerking.
Nieuwe activiteiten zijn ondersteuning van het maken van uitgewerkte plannen
van 'country gateways' (in samenwerking met de Development Gateway
Foundation) en het ICT-infrastructuur en e-readiness initiatief. 'Country
gateways' zijn 'portals' die, nauw verbonden aan de 'Development Gateway',
landen in staat stellen relevante informatie toegankelijk te maken en uit te
wisselen. In het ICT-infrastructuur en e-readiness initiatief worden landen
geholpen hun infrastructuur op het terrein van ICT te analyseren en te
evalueren en indien nodig te verbeteren. Het gaat hierbij om
beleidsgerelateerde, juridische, en regulerende zaken, en tevens om het
benodigde menselijke kapitaal.
Uitgangspunt bij de vormgeving van het beleid en het programma van
activiteiten op het terrein van 'ICT en Ontwikkeling' is voortdurend geweest
dat voorkomen moet worden dat het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden. Dat
betekent dat zoveel mogelijk gekozen wordt voor ondersteuning van
multilaterale initiatieven, mits die uiteraard een meerwaarde hebben ten
opzichte van andere kanalen. Dat betekent ook dat - in het kader van de
bevordering van vraaggerichtheid en ownership - gekozen is voor een
voortgezette ondersteuning van het International Institute for Communication
and Development. Immers, de door IICD ontwikkelde werkwijze van het
organiseren van rondetafelconferenties en het ontwikkelen van
landenprogramma's door en in nauwe samenwerking met alle relevante
stakeholders in de desbetreffende landen zelf is een werkwijze die elders
navolging en dus als voorbeeld ondersteuning verdient.
Er is nadrukkelijk voor gekozen geen uitgebreide deskundigheid op het terrein van 'ICT en Ontwikkeling' in het ministerie te halen. Uiteraard is er wel voldoende expertise in huis om - waar nuttig en nodig - deel te nemen aan de internationale discussie en beleidsvorming op dit terrein en om in staat te zijn subsidieverzoeken adequaat te beoordelen en de uitvoering van programma's goed te monitoren. Wat uiteindelijk telt - als het gaat om ontwikkeling en armoedebestrijding - is vooral de opbouw van bruikbare expertise en capaciteit in de ontwikkelingslanden zelf.
Kenmerk
Blad /1
Met deze notitie kom ik tegemoet aan een toezegging in mijn brief aan
de Tweede Kamer van 17 oktober 2000 (27400 V, nr. 41). In deze brief
onderstreepte ik het belang van ICT voor ontwikkeling. Bovendien zegde ik
toe mijn voornemens voor steun voor de inzet van ICT in
ontwikkelingsprocessen kenbaar te maken. Deze notitie is het resultaat van
een breed consultatieproces dat in de eerste helft van 2001 is gehouden.
Vertegenwoordigers uit het Zuiden, van donoren en van Nederlandse
organisaties namen op verscheidene momenten aan dit proces deel. Zie voor de
resultaten daarvan: www.bellanet.org/ict-strategy
Zie ook: 'Ondernemen tegen Armoede: Notitie over Economie en
Ontwikkeling' (Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van
Economische Zaken, 2002).
Zie, onder meer, 'Digital Opportunities for All, Report of the Digital
Opportunity Task Force, G8 Meeting of Foreign Ministers and the G7/G8
Summit, Genoa, July 20-22, 2001' en de website: www.dotforce.org
Zie voor meer informatie de website van het International Institute for
Communication and Development: www.iicd.org
Respectievelijk het Britse Department for International Development
(DfID) en het Swiss Agency for Development Co-operation (SDC).
Het totale budget van de Development Gateway Foundation voor de lopende
periode van drie jaar bedraagt thans US$ 52 miljoen. Het Nederlandse aandeel
is dus thans ongeveer 10 procent.
Deze site is te vinden op het internetadres: www.developmentgateway.org
===