Ministerie van Financiën
Persbericht
PERS-2002-115
Den Haag,
Antwoorden van de minister van Financiën op vragen van het lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Blok over het dreigen te verdwijnen van hypotheken met vaste rente.
VRAGEN:
1.
Kent u het bericht dat hypotheken met vaste rente dreigen te verdwijnen? 1
2.
Gaat het zowel om hypotheken voor particulieren als om leningen aan bedrijven?
3.
Is het waar dat een dergelijke maatregel nooit met terugwerkende kracht kan worden ingevoerd?
4.
Deelt u de mening dat het verdwijnen van hypotheken met vaste rente onzekerheid voor huiseigenaren met zich mee zal brengen, de Nederlandse economie veel gevoeliger zal maken en voor wisselingen in de stand van de kapitaalmarktrente zal zorgen?
5.
Bent u bereid om u in te zetten voor een zodanige aanpassing van de International Accounting Standard, dat het verstrekken van hypotheken met vaste rente op de bestaande voet voortgezet kan worden?
6.
Zo ja, hoe zult u dat doen? Zo nee, welke maatregelen wil u dan nemen om de gevolgen voor de Nederlandse economie te ondervangen?
1 Financieel Dagblad d.d. 13 april jl. «Hypotheek met vaste rente verdwijnt».
ANTWOORDEN:
1.
Ja.
2.
Binnen de EU wordt door middel van een Europese Verordening er naar gestreefd om beursgenoteerde ondernemingen met een zetel in de EU te verplichten om vanaf 2005 één set standaarden, de International Accounting Standards (IAS), toe te passen voor de externe verslaggeving.
De IAS worden vastgesteld door de private organisatie de International Accounting Standards Board (IASB). De wijze van waardering van de door de onderneming uitgegeven leningen en hypotheken is thans geregeld in IAS 39 "Financial Instruments: Recognition and Measurement". Deze IAS is met name voor banken en verzekeraars belangrijk. IAS 39 gaat over de waardering van financiële instrumenten, zoals hypotheken, aandelen, obligaties en derivaten. Alle financiële instrumenten die bedrijven aanhouden met het oog om te verhandelen moeten conform IAS 39 op marktwaarde worden gewaardeerd. Leningen die zijn uitgegeven door de onderneming zelf die niet voor de handel zijn bestemd, bijvoorbeeld hypotheken, moeten worden gewaardeerd op amortisatiewaarde (variant van de historische kostprijs).
De IASB is thans IAS 39 aan het aanpassen, met het doel om deze IAS meer gebruiksvriendelijk te maken. Eén van de voorstellen is dat ondernemingen er straks voor kunnen kiezen om al hun financiële instrumenten op marktwaarde te gaan waarderen, dus ook de hypotheken. Dit wordt echter geen verplichting, de waardering op amortisatiewaarde blijft het uitgangspunt. Indien de aangepaste IAS 39 uiteindelijk deze optie mogelijk maakt kan een financiële instelling na de inwerkingtreding van de Europese Verordening er voor kiezen om de hypothekenportefeuille op marktwaarde te waarderen. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat een verlaging van de marktwaarde als gevolg van een rentestijging volledig tot uiting komt in het winstcijfer van die financiële instelling. Dit is afhankelijk van de mate van matching van de rentelooptijd van de hypothekenportefeuille met die van de hier tegen overstaande passiva. Voor zover tegenover de hypotheekportefeuille langlopende verplichtingen met langlopende gegarandeerde rentetarieven staan of uitgegeven obligaties met vergelijkbare rentelooptijden als de hypothekenportefeuille wordt het renterisico van een financiële instelling sterk gereduceerd.
Vanuit verslaggevingoptiek is er voor financiële instellingen dan ook geen reden om te stoppen met het aanbieden van hypotheken en leningen met vaste rentes aan bedrijven en particulieren.
3.
In het hypotheekcontract is opgenomen wat de rechten zijn van de hypotheeknemer (de financiële instelling) en de hypotheekgever (de klant). Het is zeer ongebruikelijk om in het hypotheekcontract op te nemen dat de hypotheeknemer de afgesproken rentelooptijd eenzijdig kan veranderen.
Mocht een hypotheeknemer er voor kiezen om alleen hypotheken te gaan verstrekken met variabele rentetarieven dan zal hij dat doen voor nieuwe contracten.
4.
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven is er vanuit verslaggevingoptiek geen reden om geen hypotheken met vaste rente meer aan te bieden.
5 en 6.
Deze vragen zijn gelet op het antwoord op vraag 2 thans niet aan de orde. Mochten er echter problemen ontstaan op grond van de toepassing of latere wijziging van de IAS dan ben ik bereid om mij hiervoor in te zetten. De Verordening bevat voldoende mogelijkheden te waarborgen dat Europese
aansluiting op de IAS niet tot onoverkomelijke problemen zal leiden.
De EU heeft geen officiële vertegenwoordiging in de IASB, de private organisatie die de IAS opstelt. De Europese Commissie heeft wel zitting in het Standards Advisory Committee, dit is het Comité dat de IASB adviseert over nieuwe standaarden.
In de Europese Verordening is een regelgevend comité gecreëerd, het Accounting Regulatory Committee, dat bestaande en nieuwe IAS moet goedkeuren via de comitologieprocedure. Nederland heeft hierin ook zitting. Goedkeuring van een IAS vindt plaats op basis van een gekwalificeerde meerderheid van
stemmen.
De Europese Commissie wordt voor deze comitologieprocedure bijgestaan door een groep deskundigen met een gevarieerde achtergrond (EFRAG, European Financial Reporting Advisory Group).
De Minister van Financiën,
Ondermeer in Denemarken is dit thans al gebruikelijk.