KERKEN IN ACTIE
Geweld op Molukken bedreigt historisch vredesakkoord
Malino-akkoord in gevaar
Niet meer soldaten, maar direct handjevol gewapende provocateurs
ontmantelen.
De bewoners van de christelijke wijken in Ambon voelen zich in de
steek gelaten door de Indonesische autoriteiten. De hoop op vrede,
ontstaan na het Malino-akkoord, is voor de gehele bevolking in Ambon,
moslims en christenen met de aanval op het dorpje Soiya waarbij twaalf
mensen omkwamen de grond in geboord. Kerkinactie in samenwerking met
HAIN (interreligieuze stichting voor Hulp Ambon in Nood) en ICCO
(interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking)
benadrukken dat zowel de Nederlandse als Indonesische overheid zich
daadwerkelijk dienen in te spannen om het Malino-akkoord te redden.
De Malino-overeenkomst van februari j.l. was een initiatief van de Indonesische ministers Kalla en Yudoyhono. Het is een overeenkomst tussen drie partijen die in het conflict betrokken waren: Molukse moslims, Molukse christenen en de Indonesische overheid, waarbij de laatste een nadrukkelijke rol wenste te spelen bij de naleving van het akkoord. Kerkinactie, ICCO en HAIN roepen de Indonesische overheid op om haar verplichting t.o.v. van het Malino-akkoord na te komen.
De aanval op het dorpje Soiya was geen spontane aanval vanwege de RMS-kwestie, maar werd planmatig uitgevoerd door een getraind commando. Het gaat om een beraamde moordaanslag; zorgvuldig voorbereid, zowel in de uitvoering als in de opmaat. Werd de regie voor zowel de provocaties met RMS-vlaggen als de toespraken van Umar Thalib (leider Laskar Jihad), en de aanval op een slapend dorp de volgende dag door één hand gevoerd of beïnvloed?
De aanval vond plaats onder de ogen van het Indoenesische leger en
haar machtige veiligheidsdienst. Het leger verscheen pas 2,5 uur na de
aanval ter plaatse, nota bene in een dorp dat aan het stadsgebied
grenst.
Het binnen brengen van nog meer troepen of het instellen van een
militaire noodtoestand biedt geen oplossing. Er is geen
oorlogssituatie: de FKM vormt geen militaire bedreiging, evenmin als
de Laskar Jihad. Een oplossing is alleen het ontwapenen en verwijderen
van gewapende commandos en het aanpakken van provocateurs als het
handjevol vlaghijsers (al of niet echt FKM) en Umar Thalib. Dat was
ook in het Malino-akkoord afgesproken. Als men dat echt wil, kan het
Indonesische leger dat ook met de huidige militaire bezetting doen.
Vorige week nog kreeg Umar Thalib van overheid en militairen de ruimte
om in Ambon in het openbaar op te roepen tot geweld tegen christenen.
Beide provocateurs, zowel FKM als Laskar Jihad worden gestimuleerd en
gefinancierd door externe bronnen. Uit de ruimte die zij krijgen om
hun activiteiten te ontplooien, blijkt dat ze de bescherming genieten
van invloedrijke personen. Het wordt tijd dat de Indonesische overheid
daar een eind aan maakt.
De laatste jaren is de aandacht voor het RMS-ideaal door de FKM weer
op gang gebracht. Het gaat om een kleine groep aanhangers. Hooguit zou
je kunnen zeggen dat de frustratie onder christenen over de aanvallen
door Laskar Jihad, separatistische gevoelens versterken: maar ook dat
is nauwelijks het geval. De kerken, met name de GPM in Ambon, namen al
in de vijftiger jaren afstand van het RMS-ideaal. De rol van RMS en
FKM wordt door provocateurs in de media uitvergroot.
De leiders in Ambon die het Malino-akkoord hebben ondertekend staan
onder sterke druk om zich er uit terug te trekken. Dat geldt zowel
voor moslims als christenen. De voortdurende pogingen sinds februari,
om het vredesinitiatief te frustreren heeft aan beide zijden de steun
voor het Malino-proces reeds flink ondergraven. Zowel FKM als de
Laskar Jihad hebben er voortdurend op gehamerd dat het akkoord in hun
ogen éénzijdig was en dat het de belangen van respectievelijk de
christenen en de moslims niet diende. Ze hebben dat geïllustreerd met
behulp van de aanslagen die telkens weer plaatsvonden. De klap van
Soiya lijkt nu de doorslag te geven in dat offensief tegen het
akkoord.
De ondertekenaars van het Malino-akkoord, moslims en christenen,
voelen zich in de steek gelaten door de overheid, omdat zij
onvoldoende serieus actie onderneemt tegen bommengooiers en
provocateurs. Zij eisen dat de overheid nu krachtig actie onderneemt
inzake de incidenten van geweld na Malino. Zo niet, dan zullen zij de
overheid voor de rechter dagen wegens contractbreuk (nl. van het
Malino-akkoord), of zich zelfs massaal terugtrekken uit het
akkoord.