Gemeente Utrecht
Uitslag opiniepeilingen 1 mei 2002: Bekendheid Referendum Stationsgebied Utrecht stijgt aanzienlijk
92% van de 180.000 kiesgerechtigde Utrechters weet dat er op 15 mei 2002 in Utrecht een referendum wordt gehouden; in februari was dat 57%. Het aantal mensen dat weet waarover het referendum gaat, is toegenomen van 45% in februari tot 83% eind april.
Van de ondervraagden geeft 78% aan zeker te gaan stemmen (tegen 60% in februari). 84% vindt het een goed initiatief van de Gemeenteraad dat de Utrechtse bevolking kan kiezen tussen twee visies voor het Stationsgebied en 35% geeft aan zich door het referendum meer te zijn gaan interesseren voor de Utrechtse politiek. Over het instrument referendum zijn Utrechters over het algemeen ook enthousiast: 87% vindt het een goed middel om de burgers bij belangrijke politieke onderwerpen te betrekken.
Gevraagd naar de voorkeuren, is 39% van de ondervraagden voor visie A en 19% voor visie 1. 7% geeft aan voor geen van beide visies te zijn, 11% heeft geen voorkeur en 25% weet het nog niet. De kennis over de inhoud van de twee visies is toegenomen. 57% geeft aan ongeveer te weten wat visie 1 inhoudt en 56% weet dat van visie A. In februari lagen die percentages nog net iets boven de 20%.
De meest genoemde onderdelen van visie 1 zijn (in volgorde van grootte): accent op kantoren (32%); compact (16%); dicht bebouwd (14%) en één hoofdroute van oost naar west (12%). De meest genoemde onderdelen van visie A zijn (in volgorde van grootte): ruim opgezet (26%); accent op woningen (22%) en twee hoofdroutes (15%).
De enquête is uitgevoerd door ASCOR, het onderzoeksbureau van de Universiteit van Amsterdam. De 504 telefonische enquêtes zijn tussen 22 en 26 april gehouden na huis-aan-huis-verspeiding van de oproepingskaart, de vouwfolder en de referendumkrant.
Utrecht, 1 mei 2002.