Belgacom

29 april 2002

Marktaandeel 'actieve klanten' stabiel in een licht achteruitgaande markt

Brussel, 29 april 2002 - Tijdens het eerste kwartaal van 2002 is het aantal actieve klanten op de Belgische markt lichtjes gedaald, en dit voor de eerste keer sinds de introductie van de GSM in België. Niettemin heeft Proximus zijn marktaandeel 'actieve Proximus klanten' van 57% van eind 2001 behouden. Het percentage 'actieve klanten', gemeten einde maart 2002, is ook stabiel gebleven tijdens de eerste drie maanden van het jaar, namelijk 96%. Op 31 maart 2002 telde Proximus 3.950.000 'actieve klanten'. Het aantal SIM-kaarten geregistreerd op het netwerk diezelfde dag bedroeg 4.115.000 stuks.

Begin 2001 introduceerde Proximus het begrip 'actieve klant'. Zo kon de operator een betrouwbaardere analyse maken van de evolutie in de Belgische mobiele telefoniemarkt. Proximus verstaat onder "actieve klant" elke houder van een GSM die effectief gebeld heeft, opgebeld werd of een sms heeft gestuurd tijdens de voorbije drie maanden. Deze beslissing kwam er naar aanleiding van het succes van de voorafbetaalde kaart en vooral het feit dat tijdens promotieperiodes heel wat bestaande klanten een tweede voorafbetaalde kaart kopen met extra belkrediet, wat begin 2001 leidde tot een globale overschatting van de omvang van de Belgische markt voor mobiel telefonie.

Volgens analyses van de operator is het aantal SIM-kaarten die in omloop zijn in ons land lichtjes gestegen tijdens de eerste drie maanden van het jaar, van 7.664.000 eind 2001 naar 7.768.000 einde maart 2002. In dezelfde periode kende het aantal 'actieve klanten' in de mobiele telefoniemarkt een lichte achteruitgang. Proximus schat dat het globale percentage 'actieve klanten' in de Belgische mobiele telefoniemarkt gedurende dit jaar stabiel zal blijven.

In deze context heeft Proximus zijn marktaandeel 'actieve klanten' behouden met 57%, een cijfer identiek aan dat van eind 2001. Metingen in maart 2002 tonen aan dat het totale percentage actieve Proximus-klanten momenteel 96% bedraagt (99% abonnees en 93% Pay&Go-klanten). Dit betekent dat het percentage stabiel is gebleven in vergelijking met de geregistreerde resultaten van november 2001. Dit cijfer benadrukt de kwaliteit van het Proximus klantenbestand en ligt ruim boven het Europees gemiddelde. In absolute cijfers zijn er momenteel 3.950.000 actieve Proximus-klanten. Er staan 4.115.000 SIM-kaarten geregistreerd op het Proximus-netwerk (1.771.000 abonnementen en 2.344.000 Pay&Go)

De Pay&Go-kaart herladen via Internet en via de GSM: zeer positieve start

Het eerste kwartaal van 2002 werd bij Proximus bovendien gekenmerkt door de lancering van Mobile Internet, dat het Proximus GPRS-aanbod vervolledigt. Tevens zijn er twee nieuwe herlaadmogelijkheden voor je Pay&Go-kaart bij gekomen: herladen via Internet met BBL Home'Pay (ING Group) en rechtstreeks via de GSM met Fortis.

Op enkele weken tijd kenden deze twee nieuwe elektronische herlaadmogelijkheden voor de Pay&Go-kaart een zeer positieve start. Dit bevestigt de waargenomen tendens sinds een jaar: begin 2001 bedroeg het aantal elektronische herlaadbeurten (Bancontact/Mister Cash, Belgacom Payphones met Proton) één op tien, momenteel is dit aantal verdubbeld tot één of vijf. In de komende weken en maanden rekent Proximus erop deze nieuwe elektronische herlaadmogelijkheden voor zijn Pay&Go klanten uit te breiden naar andere banken.

Tenslotte, in dit eerste kwartaal blijft het succes van de sms-jes groeien. Elke dag worden er bijna vijf miljoen sms-jes verstuurd vanop het Proximus netwerk. Op Valentijnsdag was er zelfs een opmerkelijke stijging, er zijn toen bijna 7,5 miljoen sms-jes verstuurd via het Proximus-netwerk. Ook al blijven jongeren de voornaamste gebruikers van de tekstberichtjes - 97,9% van de 15 tot 18-jarigen, 95,5% bij de 19 tot 20-jarigen en 89,6% bij de 21 tot 24-jarigen - toch zwichten meer en meer volwassenen en oudere personen voor deze gemakkelijke en goedkope manier van communiceren: bijna twee vijftigplussers op vijf (39,4% bij de 55 tot 64-jarigen) en meer dan één zestigplusser op vier ( 28.1% bij de 65-plussers) zeggen gebruiker van de korte tekstberichtjes te zijn.