Ingezonden persbericht


PERSBERICHT
Jongeren moeten zelf beslissen over stemrecht
Nationale Jeugdraad vraagt politici om referendum onder 16-/17-jarigen

Utrecht, 29 april 2002

De Nationale Jeugdraad vraagt vandaag tijdens het VerkiezingsJeugddebat aan lijsttrekkers en nummers twee van de politieke partijen om een speciaal referendum onder jongeren. Onderwerp van het referendum: een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. De Jeugdraad wil dat de beslissing hierover bij de betreffende jongeren zelf komt te liggen.

Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) heeft in opdracht van de Jeugdraad een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de stemgerechtigde leeftijd te verlagen. In dit onderzoek worden eerdere onderzoeken naar dit onderwerp vergeleken, juridische mogelijkheden geïnventariseerd en wordt de manier bekeken waarop in het buitenland het stemrecht vanaf 16 jaar functioneert. Joost de Bruin, voorzitter Nationale Jeugdraad: 'Dit onderzoek laat zien dat er geen enkele reden bestaat om de stemgerechtigde leeftijd niet te verlagen. De politiek moet jongeren serieus nemen en ze zelf laten beslissen of ze vanaf hun zestiende willen stemmen.'

Vandaag wordt het rapport 'Drank, brommers en dus stemrecht' van het IPP uitgereikt aan de politici tijdens het VerkiezingsJeugddebat van de Nationale Jeugdraad. O.a. Paul Rosenmöller, Fred Teeven, Jeltje van Nieuwenhoven, Roger van Boxtel en Anne-Marie Jorritsma gaan met jongeren in gesprek over de volgende onderwerpen: jongerenhuisvesting, softdrugs, veiligheid op straat en een maatschappelijke stage. Als reactie op het rapport zal de politici gevraagd worden om na de verkiezingen een referendum onder 16-/17-jarigen te organiseren en zich aan de uitkomsten van het referendum te verbinden.

'Wanneer jongeren op jongere leeftijd stemrecht krijgen, kan in het onderwijs op een veel concretere wijze begeleiding bij de eerste keer stemmen geboden worden. Het gezamenlijk discussieren over verkiezingen, partijprogramma's en het maken van politieke keuzes kan een belangrijke stimulans zijn om ook op latere leeftijd te gaan stemmen', zegt Joost de Bruin.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Europese Commissie (in het Witboek Jeugd) hebben al aangegeven wat het serieus vormgeven van jeugdparticipatie betekent: Jongeren moeten betrokken worden bij het maken van landelijk en lokaal jeugdbeleid én hierover ook kunnen meebeslissen. Uit een onderzoek van het IPP naar de betrokkenheid van jongeren op lokaal niveau, blijkt dat van dit uitgangspunt in de praktijk nog maar weinig terecht komt. Ook na vergelijking van de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen voor de landelijke verkiezingen op 15 mei, constateert de Jeugdraad dat de landelijke politiek nog maar weinig aandacht besteedt aan jeugdbeleid en participatie van jongeren.

'Het is belangrijk dat jongeren het gevoel hebben dat ze niet door de politiek genegeerd worden. Het referendum verplicht de politici niet langer hun kop in het zand te steken wat jongeren betreft ', aldus Joost de Bruin.

Noot voor de redactie,