VERENIGING VNO-NCW
Grote Nederlandse ondernemingen willen over op IAS
Dit is een gezamenlijk persbericht van VNO-NCW en Deloitte & Touche.
Grote Nederlandse ondernemingen willen over op IAS
Den Haag, 26 april 2002 Meer dan de helft van de beursgenoteerde ondernemingen in Nederland overweegt eerder dan 1 januari 2005 over te gaan op de internationale boekhoudnormen (IAS). En eveneens meer dan de helft van de grote. niet-beursgenoteerde ondernemingen in Nederland wenst over te gaan naar IAS indien deze definitief verplicht worden gesteld voor alle beursgenoteerde ondernemingen in Europa. Dit blijkt uit een enquête van VNO-NCW en Deloitte & Touche onder alle (155) beursgenoteerde ondernemingen en onder 463 grote niet-beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, die is gehouden naar aanleiding van de publicatie van het rapport van VNO-NCW en Deloitte & Touche 'Financiële verslaggevingsregels vergeleken: IAS, Nederlandse wet- en regelgeving en US-GAAP'.
De verplichting voor de beursgenoteerde EU-ondernemingen om over te
gaan naar IAS volgt uit ontwerp-regelgeving van de Europese Commissie,
die al is goedgekeurd door het Europese Parlement en de Raad van
Ministers. De regels schrijven voor dat alle beursgenoteerde
EU-ondernemingen hun geconsolideerde jaarrekening vanaf 1 januari 2005
moeten opstellen op basis van IAS. De regels zullen waarschijnlijk
dit jaar nog worden gepubliceerd in het Europese publicatieblad en
treden daarmee definitief in werking.
Nederlandse ondernemingen verwachten verder dat het overgaan naar het
internationale boekhoudstelsel (IAS) een weinig kostbare operatie zal
zijn. Van de niet-beursgenoteerde ondernemingen verwacht 82% de klus
te klaren binnen een budget van 0,5 miljoen euro. Dit percentage ligt
bij beursgenoteerde ondernemingen lager en wel op 52%. Meer dan een
kwart van de beursondernemingen rekent op overgangskosten tussen 0,5
en 1 miljoen euro en 15% verwacht nog meer kwijt te zijn aan de
overgang op IAS.
Ongeveer de helft van alle ondernemingen verwacht overigens wel dat
het blijven volgen van IAS duurder is vergeleken met de huidige
situatie. Als redenen worden onder meer genoemd de uitgebreidere
toelichtingseisen die IAS stelt en de IAS-pensioenregels die kosten
voor het inschakelen van actuarissen veroorzaken.
IAS-docenten gaan gouden tijden tegemoet want uit de enquête blijkt
dat meer dan 80% van de beursgenoteerde ondernemingen en bijna 70% van
de niet-beursgenoteerde ondernemingen rekening houdt met additionele
scholingskosten van hun medewerkers. Daarnaast verwacht ongeveer de
helft van de ondernemingen dat het management informatiesysteem ook
moet worden aangepast bij overgang op IAS. Vooral beursgenoteerde
ondernemingen zien verder de kosten van overgang naar IAS stijgen door
aanpassingen in het geautomatiseerd systeem (IT-infrastructuur) en in
de schuldovereenkomsten met banken.
Niet-beursgenoteerde grote ondernemingen vinden bijna unaniem (96%!)
dat zij ook in staat moeten zijn om IAS (in plaats van Nederlandse
regels) te volgen. Ook wil bijna 90% van alle ondernemingen dat IAS
wordt toegestaan voor de vennootschappelijke (enkelvoudige)
jaarrekening. Als reden wordt vooral genoemd dat zo de geconsolideerde
winst en de vennootschappelijke winst aan elkaar gelijk zijn, zodat de
lezer van de jaarrekening niet onnodig in verwarring wordt gebracht.
Lidstaten mogen de IAS-normen overigens van toepassing verklaren op
andere dan beusrgenoteerde ondernemingen. Tevens mogen Lidstaten IAS
laten gelden voor de vennootschappelijke jaarrekening.
De Europese Commissie verplicht het volgen van IAS alleen voor
beursgenoteerde ondernemingen die zijn opgericht naar het recht van
een EU-Lidstaat. Dit betekent dat naar Amerikaans recht opgerichte
ondernemingen die genoteerd zijn op een Europese beurs op basis van
Amerikaanse boekhoudregels (US-GAAP) kunnen blijven rapporteren.
Europese ondernemingen op de Amerikaanse beurs moeten de belangrijkste
posten van hun jaarrekening echter ook opstellen op basis van US-GAAP.
Ongeveer 75% vindt deze vorm van rechtsongelijkheid ongewenst en meent
dat VS-ondernemingen hun cijfers ook op basis van IAS moeten
rapporteren. Sommigen menen dat wederzijdse erkenning een betere
oplossing is, dus Amerikaanse beurzen moeten IAS als stelsel volledig
accepteren.
De enquête is verstuurd naar alle 155 ondernemingen die door middel
van aandelen zijn genoteerd aan de Amsterdamse effectenbeurs
(exclusief beleggingsfondsen). Van de beursgenoteerde ondernemingen
stuurde 46 ondernemingen (29,7%) de enquête terug.
Met betrekking tot de niet-beursgenoteerde ondernemingen is de enquête
verstuurd naar 463 ondernemingen die op basis van de wettelijke
criteria. als grote rechtspersoon gelden. De selectie heeft at random
plaatsgevonden op basis van de registers van de Kamers van Koophandel.
96 ondernemingen (20,7%) hebben de enquête teruggestuurd.
Op basis van deze responsepercentages kunnen de uitkomsten
representatief worden geacht voor beide categorieën ondernemingen.
. Grote rechtspersonen zijn geselecteerd op basis van de wettelijke
criteria zoals die in 2001 golden:
- meer dan 250 werknemers;
- balanstotaal groter dan 30 mln gulden;
- omzet groter dan 60 mln gulden.
---
----
Voor meer informatie www.vno-ncw.nl
VNO-NCW
Drs M.W. Noordzij
070-3490424
Deloitte & Touche Rotterdam
De heer S.A. van Dam
010-2721724
Het rapport 'Financiële verslaggevingsregels vergeleken' is
schriftelijk aan te vragen bij:
VNO-NCW Brochurelijn
Fax: 070-3490 300
schuit@vno-ncw.nl
26 apr 02 15:20