Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

MINISTERIE VWS http://minvws.nl

MINVWS: speeches Vliegenthart koninklijke onderscheiding

Speeches van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Margo Vliegenthart bij de Algemene Gelegenheid. Den Haag 26 april 2002.

Mevrouw J.M.T. van Dortmont-Kipping

Mensen raken in het algemeen niet snel uitgepraat over hun gezondheid. En iedereen is méér dan overtuigd van de noodzaak van een goede gezondheidszorg. Toch lijkt het er wel eens op dat steeds minder mensen zin hebben zelf in de zorgsector te gaan werken. Althans: als we het beeld dat hier en daar van de zorg geschetst wordt, moeten geloven.

Gelukkig weet ik dat dit beeld niet altijd juist is. Vaak kom ik met mensen in aanraking die zich juist met liefde en plezier voor anderen willen inzetten. En dan gaat het niet alleen om beroepskrachten. Want er zijn ook ontelbaar velen die zich thuis inzetten voor gezinsleden, voor zeer bejaarde ouders, voor gehandicapte kinderen, of voor hun eigen partner als die niet meer zelfstandig kan functioneren. Ik ben er dan ook heel gelukkig mee dat wij vandaag een heel bijzondere gast in ons midden hebben. Ik heb het over mevrouw Dortmont-Kipping uit 's Hertogenbosch. Mevrouw Dortmont weet al heel lang wat het betekent om jaar in jaar uit zorg te verlenen aan een zieke echtgenoot.

Mevrouw Dortmont, voor ons bent u het levende bewijs dat mensen wel degelijk voor anderen willen zorgen. En daarmee bent u ook een voorbeeld voor anderen. Al meer dan twintig jaar verzorgt u uw zieke man 24 uur per dag, elke dag van de week. Dat is op zichzelf al een enorme prestatie. Maar in die tijd hebt u ook nog eens drie kinderen opgevoed. Opvoeden kun je vergelijken met topsport. En dan bent u een ware kampioen.

Want u hebt die opvoeding toch maar voor elkaar gekregen, terwijl uw eigen gezondheid ook nogal te wensen overlaat. U zult het vaak moeilijk hebben gehad om al uw taken goed uit te voeren. Maar daar gaan wij nu, vandaag, niet over praten. Vandaag prijzen wij u om uw volhouden, uw moed. Vandaag zijn wij in de gelegenheid u als lichtend voorbeeld in het zonnetje te zetten.

Mevrouw Dormont, het is mij een bijzonder genoegen u namens Hare Majesteit de Koningin de orde van Lid in de Orde van Oranje-Nassau te mogen opspelden.

-0-0-0-

Mevrouw Tineke Lodders-Elfferich.

Zo'n drie miljoen mensen in Nederland doen vrijwilligerswerk. Dat zijn dus heel veel mensen en al die mensen verrichten schitterend werk, dat maar al te vaak onderbelicht blijft. Vandaar dat ik het een bijzonder genoegen vind vandaag enkele mensen uit het vrijwilligerswerk te mogen onderscheiden. Als eerste van hen noem ik mevrouw Lodders-Elfferich.

Mevrouw Lodders, De Stichting Internationaal Jaar van Vrijwilligers 2001 heeft vorig jaar prachtige resultaten behaald. Op 5 december, de échte internationale vrijwilligersdag, hebben 126 landen van de Verenigde Naties een verklaring over vrijwilligers aangenomen die aanbevelingen bevat aan overheden om vrijwilligerswerk te stimuleren. Nederland heeft daar, samen met Japan, een belangrijke rol bij gespeeld. Vandaar dat ik met reden mag zeggen dat u met de Stichting prachtige resultaten hebt behaald.

Die prestatie krijgt nog eens extra nadruk als ik bedenk dat er ruim 200 locale comités actief waren. Aan die comités heeft de Stichting ondersteuning kunnen bieden. Vorig jaar heb ik regelmatig van u over de vorderingen mogen horen. Overigens moest u één keer verstek laten gaan: u was toen in één week tweemaal oma geworden! De eisen die het grootmoederschap stelt, komen dus nog eens bovenop uw vele activiteiten in het jaar van de vrijwilligers. En dat is nog niet alles.

U bent actief in de kerk en u bent lid of lid geweest van verschillende besturen of Raden van Toezicht. Daaronder niet de minste: PCM-uitgevers, de Rabobank, het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars en de Interkerkelijke organisatie voor Ontwikkelingssamenwerking. Om er zeker van te zijn dat u geen tijd zou overhouden, bent u, als lid van de Eerste Kamer nog altijd zeer actief in de politiek. U moet wel over heel veel energie beschikken om al dat werk gedurende zoveel jaren te blijven doen. Maar iedereen weet dan ook dat u een noeste werker bent, en dan ook nog eens iemand aan wie je dat niet kunt afzien. Zoiets is zeer benijdenswaardig.

Mevrouw Lodders, het is mij een eer en een genoegen u mee te delen dat ik u namens Hare Majesteit de Koningin mag benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

-0-0-0-

De heer drs. Th. J. van Loon

Dan kom ik nu toe aan de man die zich meer dan twintig jaar heeft ingespannen het vrijwilligerswerk in Nederland een stevige positie te bezorgen: de heer Theo van Loon.

Mijnheer van Loon, met uw talenten heeft u vele vrijwilligersinitiatieven tot een succes gemaakt.

Het mag nog wel eens gezegd worden: vrijwilligerswerk is er in zoveel soorten en maten. Vrijwilligers werken in de buurten, op en rond scholen. En wat zou er van de sport in Nederland terechtkomen wanneer er geen vrijwilligers waren die daar dag in dag uit, vooral ook tijdens de weekends, met vol enthousiasme hun krachten voor inzetten?

U, mijnheer van Loon, heeft er met uw medewerkers voor gezorgd dat het vrijwilligerswerk stevig op het netvlies van politiek, overheid en samenleving is gekomen. Naast uw activiteiten voor de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk heeft u als directeur van de Stichting Internationaal jaar van Vrijwilligers 2001 een grote rol gespeeld bij de vele activiteiten die gedurende dat jaar zijn ontplooid. Met uw internationale contacten en functies, zoals het bestuurslidmaatschap van het Europees Vrijwilligerscentrum en het vice-presidentschap van The International Association for Volunteer Effort, heeft u er ook voor gezorgd dat Nederland als gidsland voor het vrijwilligerswerk op de kaart is gezet.

U doet zelf ook nog vrijwilligerswerk: als collectant van het Koningin Wilhelmina Fonds. En toch verbaast het zelfs ú dat er nog zoveel mensen zijn die zich inzetten voor dit soort klussen!

Ik begrijp van uw medewerkers dat u veeleisend bent, zowel voor uzelf als voor hen. U gaat overal volop in mee, in uw werk maar ook bijvoorbeeld bij bedrijfsuitjes! Alleen niet in de automatisering: zo goed als u bent als initiatiefnemer, trendwatcher en spreker, zo langzaam en terughoudend was u met het gebruik van computers. Vulpennen zijn meer uw stiel! Mijnheer Van Loon, al die inspanningen eisten ook hun tol, zoals u vorig jaar merkte toen u ziek werd. Velen hebben gemeend dat u voor uw enorme inzet extra beloond moest worden.

Het is mij een genoegen u namens Hare Majesteit de Koningin te mogen benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

-0-0-0-

Onderscheidingen sport. Inleidende woorden:

Dames en heren,

Ook dit jaar mag ik aan een aantal sportmensen een koninklijke onderscheiding uitreiken. Hoewel de S van Sport in de afkorting VWS achteraan staat, neemt de sport in het leven van miljoenen Nederlanders een vooraanstaande plaats in.

Natuurlijk zijn wij op ons ministerie verheugd als het aantal actieve sportmensen toeneemt. Sportbeoefening, regelmatige beweging levert een belangrijke bijdrage aan de gezondheid en daarmee aan het welbevinden van ieder individu. Gelukkig is er niemand meer die dat tegenspreekt.

Maar er is meer. In de sport word je geconfronteerd met jezelf en met anderen. Mensen spelen, vaak in teamverband, met en tegen elkaar. Dit maakt de sport bij uitstek geschikt om waarden en normen van onze samenleving te leren hanteren. Sporten, niet alleen volgens de spélregels maar ook volgens de sociale regels, blijft een hoogstaand ideaal.

Mensen die het in hun sport ver tot zeer ver gebracht hebben vormen vaak voor anderen een voorbeeld. Als jongeren zien dat een topsporter haar of zijn tegenstander respecteert, kunnen zich aan hun idool spiegelen. Topsporters zijn de beste ambassadeurs die een samenleving zich kan wensen. Maar, en dat wil ik toch op deze plaats benadrukken: zonder de vrijwilligers die het sporten, van hoog tot laag, mogelijk maken, zouden zij het nooit zo ver gebracht hebben.

Als ik dan nu een aantal mensen uit de sport mag onderscheiden, breng ik daarbij ook een eresaluut aan al die duizenden die de sport mogelijk maken. En dan kom ik nu toe aan degenen die dit jaar een koninklijke onderscheiding ontvangen...

Gert-Jan van de Linden

Gert-Jan jij behaalde al in 1980, toen je 14 jaar was, al je eerste Olympische gouden medaille. Dat was op de Paralympics in Assen. Vanaf dat moment stortte jij je voor honderd procent op het rolstoelbasketbal. Op je negentiende behaalde je een zilveren plak bij de Europese kampioenschappen. En dat herhaalde je nog vier keer: in '85,'87,'89 en in 1991.

In al die jaren stond de concurrentie niet stil. De gehandicaptensport werd steeds belangrijker en de concurrentie nam dus toe. Maar hoe moeilijker het werd een medaille in een sport te halen, hoe groter de erkenning van de gehandicaptensport als échte topsport.

Als ik een volledige opsomming zou geven van de sportieve successen die jij, Gert-Jan behaaldhebt, zou ik nog een hele tijd bezig zijn. Ik mag je beschouwen als dé vertegenwoordiger van de hedendaagse gehandicaptensport. Met die omschrijving doe ik niemand te kort. Een sport die zich steeds meer is gaan profileren, heeft behoefte aan voorbeelden, mensen die door hun prestaties, hun vasthoudendheid de kar trekken. Die de sport in de lift zetten, en die de aandacht van de media weten te trekken. Kortom die hun manier van sportbeoefening tot werkelijke topsport laten uitgroeien.

Gert-Jan, wij mogen je met recht een pionier noemen. Een pionier van de gehandicaptensport. Eigenlijk ben je de grondlegger. Aan andere gehandicapten heb je laten zien dat je ook met een fysieke handicap voor de maatschappij een toegevoegde waarde hebt. Voor alles ben je een topsporter bij uitstek. Je grootste triomf beleefde je in 1992, toen je Olympisch goud haalde in Barcelona. Dat was twaalf jaar na je eerste Olympische goud in Assen. Twaalf jaar aan de top. Dat is een prestatie die groot respect verdient. Gert-Jan, om de voorbeeldfunctie die jij hebt voor al degenen met een fysieke handicap mag ik je namens Hare Majesteit de Koningin benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

-0-0-0-

Mevrouw T.H. Smit

Zojuist heb ik een topsporter mogen onderscheiden. Achter die topsporters staan mensen die het mogelijk maken dat zij hun sportieve talenten ontwikkelen. Zij helpen hen, stimuleren hen en brengen hen waar zij moeten zijn. Begeleiders van de gehandicaptensport moeten niet alleen over enorme energiebronnen beschikken, zij moeten gedreven worden door liefde.

Ik ga nu zo iemand toespreken en in vogelvlucht vertellen wat zij allemaal doet. Het gaat over mevrouw Smit.

Mevrouw Smit, u bent allereerst hoofd van de afdeling sport van het Sophia-revalidatiecentrum te Den Haag. Maar ik wil mijn opsomming van al uw goede werken beginnen in 1978, toen u secretaris werd van het district Zuid-Holland van de Nederlandse Bond voor Aangepaste Sporten (NEBAS). In deze hoedanigheid werkte u voor een aantal sporten mee aan het ontwikkelen van aangepaste middelen en het opstellen van spelregels.

U bent organisator van de jaarlijkse collecte van het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten in Rijswijk. Ook bent u begeleidster van de rolstoelhockeygroep bij Haag 88. Bij dit alles bent u lid van het Platform voor de Gehandicaptensport en rapporteur voor de Nationale Raad Zwemdiploma's. Dan was u tien jaar lang mede-initiator en secretaris van sportvereniging Kameleon en 24 jaar lang leidde u het sporttechnische gedeelte bij deze vereniging. Zal ik nog even verdergaan?

Secretaris bij de Landelijke Commissie Goalbal en daar ook nog medisch begeleider, competitieleider en scheidsrechter. Competitieleider en scheidsrechter bij de Landelijke Commissie Rolstoelhockey. Lid van de Haagse Raad voor Jeugd, Sport en Recreatie. Trainer/coach en scheidsrechter bij de softballverenigingen VODO, Westerkartier, en Wings. En dan mag ik niet vergeten dat u vele internationale evenementen hielp organiseren, waaronder de Paralympics.

Dames en heren, de opsomming van functies die ik gaf gaat nog steeds over één en dezelfde persoon, mevrouw Smit. En nu hoop ik maar dat ik niet enkele zeer belangrijke functies in de sport ben vergeten.

Mevrouw Smit, met al uw kwaliteiten bent u gelukkig niet de enige persoon met een gouden hart in onze Nederlandse sportwereld. Al die organisatoren en begeleiders: je ziet ze nauwelijks, je hoort ze nooit klagen, ze slaan zichzelf ook niet op de borst van zelftrots. Ze doen gewoon wat zij vinden dat ze moeten doen.

Dit neemt niet weg dat uw activiteiten in de afgelopen 25 jaar een bijzondere waarde voor onze samenleving hebben. Ze vormden ook een stimulans voor anderen.

Ik heb de eer en het genoegen u, mevrouw Smit, namens Hare Majesteit de Koningin te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

-0-0-0-

Dick Jaspers

Topsporters raken soms bedolven onder roem en eer. Vaak gebeurt dat op jonge leeftijd en dan is het een hard gelag als je opeens moet zien hoe snel roem ook weer vergaat. Vandaag ben je alles, sta je aan de top. Morgen hebben de supporters je misschien nog niet vergeten, maar tel je als sporter niet meer mee.

Maar er zijn ook toppers die in hun tak van sport zo'n enorme invloed hebben op de popularisering van die sport, dat hun naam voor altijd aan die sport verbonden zal blijven. Johan Cruijf is natuurlijk het bekendste hedendaagse voorbeeld. Maar ook andere takken van sport hebben hun grootmeesters; de voorbeelden aan wier uitstraling generaties zich kunnen koesteren. Welke hardloper zal ooit de naam van Fanny Blankers-Koen vergeten, en welke biljarter kent niet de namen van Raymond Ceulemans, Tobayashi, Blomberg en andere buitenlandse scherpschutters op het groene laken?

Wie wel eens een echte top-biljartwedstrijd heeft bijgewoond, gaat voortaan fluisterend door het leven. Zelfs de meest opgewonden verslaggevers laten hun stem voor de microfoon zakken en leveren daarmee eens te meer het bewijs onder welke enorme spanning topbiljarters elkaar op het groene laken bestrijden.

Nederland heeft in de loop van de jaren vele grote kampioenen op dit onderdeel van sport afgeleverd. Deze coryfeeën hebben de fysiek en psychisch zware biljartsport onder de aandacht en de interesse van een breed publiek weten te brengen. Een van die Nederlandse biljartgrootheden is Dick Jaspers.

Meneer Jaspers, In 1985, u was toen amper negentien jaar, werd u Europees kampioen junioren libre. Het jaar erop werd u Europees kampioen junioren anker kader 47/2. Een nieuwe generatie topbiljarters werd hier geboren. Vier jaar later in 1990 won u de wereldbeker in Tokyo en in 2000 werd u wereldkampioen driebanden.

Dat zijn allemaal prachtige overwinningen! En om het geheel naar boven toe af te ronden, won u in teamverband diverse malen de Europa en de Wereldcup. Pas geleden hebt u besloten voor Benfica te gaan spelen. Ze mogen zichzelf daar feliciteren; ze hebben het neusje van de zalm binnengehaald!

De biljartsport is een tak van sport met een enorme wereldwijde concurrentie. Sportmensen die deze sport op het hoogste niveau beoefenen, moeten niet alleen zeer getalenteerd zijn. Zij moeten hun sport ook met een ongekend concentratievermogen in wisselende omstandigheden over de hele wereld kunnen beoefenen. Dat vraagt om sterke karakters en een enorm vermogen om zich door niets of niemand van de wijs te laten brengen als zij het strijdperk betreden. Degenen die dit opbrengen dwingen onze grote bewondering af.

Meneer Jaspers, de omvang en de aard van uw sportactiviteiten, alsmede de internationale uitstraling daarvan hebben Hare Majesteit de Koningin doen besluiten u te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.

-0-0-0-

26 apr 02 10:27