Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Samenvatting:
Minister Herfkens heeft bedrijven uit de koffiebranche uitgenodigd voor een
gesprek over verdere invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Dat zei de minister donderdag 25 april te Den Haag in een reactie op een
petitie over de dramatische situatie in de koffiesector. Als antwoord op de
crisis in de koffie is een breed pakket maatregelen nodig dat de hele sector
bestrijkt, van koffieboer tot consument. Vooral ook van bedrijven verwacht
Herfkens dat zij hun verantwoordelijkheid nemen. Uit een onderzoek
uitgevoerd in opdracht van de minister blijkt dat een aantal bedrijven
bereid is initiatieven te nemen.
Volledige tekst:
In de koffie speelt zich een sociaal en economisch drama af. Deze petitie is
een hartekreet van mensen die zich daar niet bij willen neerleggen. Daar
reken ik me zelf ook toe. We hebben met z'n allen de maatschappelijke
verantwoordelijkheid om iets te doen aan de crisis die 125 miljoen mensen in
de koffiesector treft.
De nood is hoog. Wie daar nog aan twijfelt heeft de laatste tijd de krant
niet gelezen. De koffiecrisis slaat hard toe in landen als Tanzania,
Ethiopië, Vietnam, Nicaragua, Ghana en Uganda. Koffieboeren verdienen het
zout in de pap niet meer en hebben geen werk meer voor hun arbeiders. Veel
kinderen kunnen niet meer naar school. Zo is de helft van de half miljoen
arbeiders in Guatemala hun baan in de koffie al kwijtgeraakt. De crisis
treft ook overheden. Ook zij zien hun inkomsten drastisch teruglopen. Voor
Uganda is dit rampzalig. Het overheidbudget was toch al tot een minimum
teruggebracht. Tijdens de recente bijeenkomst van IMF/WB in Washington heb
ik gesteld dat landen als Uganda veel meer geld nodig hebben.
De perspectieven voor het komend jaar zijn ronduit somber. Het overaanbod zal alleen maar verder toenemen. Dat komt vooral door Brazilie. Vorig jaar is de Braziliaanse export met dertig procent toegenomen tot 23 miljoen zakken, waardoor het marktaandeel steeg tot 25 procent. Dit jaar wordt een recordoogst voorspeld van veertig tot vijftig miljoen zakken.
Er zijn geen eenvoudige oplossingen.
Opkopen van voorraden om de prijs te ondersteunen werkt in elk geval niet.
Dat is een les uit het verleden. Ik ben blij dat ook de opstellers van de
petitie het niet zoeken in zo'n heilloze surrogaat-oplossing.
Maar evenmin kun je koffieboeren in landen als Uganda of Tanzania verbieden
hun areaal uit te breiden of efficiënter te produceren. Hier hinkt de
petitie op twee gedachten. Koffieboeren in Brazilië zitten ook niet stil.
Die investeren ook in hogere efficientie. Niets doen bij een trend van
dalende koffieprijzen is verdere achteruitgang.
Wat dan wel?
We moeten het zoeken in een breed pakket maatregelen dat de hele keten
bestrijkt. Van koffieboer tot consument. Met een actieve rol van overheden
en internationale organisaties. Vooral ook van het bedrijfsleven verwacht ik
dat zij haar verantwoordelijkheid neemt. Ik wil graag een aantal van die
maatregelen noemen.
1. Koffieboeren moeten proberen een hogere prijs te krijgen voor hun
productie. Georganiseerde koffieboeren kunnen de kwaliteit zichtbaar maken
en kwaliteit waarborgen. Dat is ook nodig om te kunnen voldoen aan nieuwe
EU-normen voor voedselveiligheid. Zo financieren Ontwikkelingssamenwerking
en het Gemeenschappelijk Grondstoffenfonds samen de opbouw van
institutionele capaciteit gericht op de preventie van een koffieschimmel
. Ook zouden de boeren enkele traditionele schakels in de
keten over kunnen slaan en aansluiten bij vernieuwende initiatieven, zoals
Max Havelaar.
2. Koffieboeren en -cooperaties moeten zich kunnen verzekeren tegen
prijsschommelingen. Dan wordt hun inkomen beter voorspelbaar. Je kunt je wel
degelijk verzekeren tegen prijsschommelingen. Bovendien hebben boeren bij
lage prijzen vaak harder krediet nodig. Maar juist dan gaat de kredietkraan
dicht wegens te grote risico's voor de bank. Als de boeren verzekerd zijn,
ligt ook dat anders. Zulke verzekeringssystemen zijn er nog maar
mondjesmaat. Ik steun het initiatief van Wereldbank, waarbij ook de Europese
Commissie bij betrokken is, om daarin verandering te brengen. Een aanzet
daartoe is al gegeven in Uganda, Tanzania en Nicaragua.
3. Overheden moeten de koffiesector beter begeleiden en ondersteunen. Veel
overheden hebben zich teruggetrokken uit de koffiehandel. Dat was maar goed
ook, maar ze kunnen en moeten de sector op andere manieren blijven steunen.
Denk aan kostenverlaging door verbetering van de infrastructuur (wegen,
telecom, water en elektra). Aan vergroten van de markttransparantie door
betere verspreiding van marktinformatie. Aan mededingingsbeleid tegen
oligopolies, ook in de transportsector. Er zijn landen in Afrika waar enkele
invloedrijke personen een groot deel van de transportsector in handen
hebben. Aan betere kwaliteitscontrole en certificering. Aan versterking van
basisorganisaties en branche organisaties. Stuk voor stuk overheidstaken
waar koffieboeren wel bij kunnen varen. De kabinetsnotitie Ondernemen tegen
Armoede beschrijft uitvoerig hoe Nederland meehelpt zo'n 'enabling
environment' voor de lokale ondernemer te stimuleren.
4. Diversificatie wil ik apart noemen. Terecht pleit de petitie voor een
ambitieus programma. Maar dat is heel ingewikkeld. Diversificatie stelt
hogere eisen aan vaardigheden van ondernemers (die moeten helemaal was
anders gaan doen), aan douane- en overslagfaciliteiten, aan de juridische
infrastructuur en aan financiële dienstverlening. Diversificatie komt vaak
moeilijk van de grond en levert niet veel werk op. Zo werken in Uganda na
vijftien jaar diversificatie nog altijd honderd keer zoveel mensen in de
koffie als in de niet-traditionele landbouw. Ook handelsbelemmeringen in
westerse landen werken diversificatie tegen.
5. Dan het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de
koffiesector. Dat is heel groot. Dit biedt naar mijn overtuiging de
allerbeste perspectieven voor koffieboeren. Ik heb een studie laten
uitvoeren door Rabo International Advisory Services (RIAS) naar de
bereidheid daartoe in de koffiesector. Wat blijkt? Gezamenlijk, als
collectief, wil de sector niets. Maar afzonderlijke bedrijven zijn wel
bereid initiatieven te nemen. De 25 bedrijven in Nederland die koffie onder
het Max Havelaar keurmerk verkopen lopen hierbij uiteraard voorop.
Nederlandse consumenten kunnen veel doen. Consumenten die koffieboeren
tenminste een eerlijke kostprijs willen betalen kunnen maar het beste koffie
met het Max Havelaar keurmerk kopen. Bij Buitenlandse Zaken doen we dat al
jaren. Op elke gang komen alleen eerlijke koffie en chocola uit de
automaten. Gelukkig zit die koffie nu in de lift, maar het marktaandeel kan
nog fors omhoog. Heel veel boeren en hun organisaties zijn daar zeer mee
gebaat. De krachtsinspanning die de petitie vraagt heb ik al geleverd. Ik
laat ook niet na om de consument te wijzen dat ieder product van Max
Havelaar bijdraagt aan het welzijn van boeren in ontwikkelingslanden. De
afgelopen tijd heeft Ontwikkelingssamenwerking bijna 3 miljoen euro gestoken
in promotie van het Max Havelaar keurmerk. Daarnaast steun ik Wereldwinkels
en Kuyichi Jeans. Daarnaast weet u dat voor ieder goed initiatief geld
beschikbaar is. Dat was al zo en daar gaan we mee door, als ik tenminste in
een volgend kabinet kom. In een komend kabinet zal ik graag de mogelijkheden
met collegae bij Financiën onderzoeken om ook met fiscale instrumenten de
eerlijke handel te ondersteunen.
Er zijn meer positieve initiatieven. Ahold Coffee Company verkoopt koffie
onder het Max Havelaar keurmerk en zegt daarnaast fatsoenlijker in te kopen
in Guatemala via een gedragscode, die door Utz Capeh, een onafhankelijke
organisatie worden gecontroleerd. Ik vind dat een stap in de goede richting,
maar toch vraag ik mij af wat het voordeel van dit nieuwe voorstel is voor
de koffieboer is als Ahold zich hier niet met de prijsstelling wil bemoeien.
Daar is nog een stap te zetten. Ook vind ik dat die gedragscode wel moet
voldoen aan de OESO-richtlijnen voor multinationale bedrijven.
Naast Ahold noemt het rapport de trendy koffieshops Starbucks en
koffiehandelaar Holland Coffee als bedrijven die zich positief
onderscheiden. Ook de Franse supermarktgroep Casino heeft interesse getoond
in maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Gezien de prille belangstelling om zelf fatsoenlijker in te kopen ben ik er
op dit moment niet voor om, via wet en regelgeving, bedrijven in een
keurslijf te persen. Ik vind nu een goede uitwisseling van ervaringen en een
bereidheid om van elkaar te leren het belangrijkst. Wel lijkt het me een
prima idee om het nieuwe Kenniscentrum MVO 'best practices' in de
koffiesector te laten uitwerken. Hier worden dan ook andere initiatieven,
zoals ik heb vernomen van de Colombiaanse delegatie, die ook aanwezig was
bij de IMF/WB bijeenkomst. Verplichte sociale en milieurapportage maakt deel
uit van het wetsvoorstel Koenders/Rabbae. Dat geldt dan voor alle
multinationale bedrijven, waarbij de OESO-richtlijnen het uitgangspunt zijn.
Ik vind dat een goed voorstel, dat mag ik nu wel zeggen, maar momenteel is
er geen meerderheid voor. Hopelijk ligt dat na 15 mei anders.
Tot slot: ik heb verschillende bedrijven uit de koffiebranche uitgenodigd
voor een gesprek over verdere invulling van maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Uiteraard zal ik Max Havelaar vragen ook bij dat gesprek
aanwezig te zijn.
===