Nieuw-Vlaamse Alliantie
PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER BERT ANCIAUX VLAAMS
MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 25 APRIL 2002
Anciaux betreurt opdoeken Toneelklas Studio Herman Teirlinck
Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux antwoordde
vandaag in de Commissie Cultuur op een vraag over de
situatie van theateropleiding Studio Herman Teirlinck. De
minister verklaarde niet op de hoogte te zijn van de
beweegredenen om de Toneelklas Studio te schrappen. De
betrokken partijen hebben Anciaux hierover niet
rechtstreeks benaderd. Deze beslissing heeft de minister
wel enigszins verbaasd, omdat ook hij er van uitging dat
de twee klassen een goede vorm van samenleven hadden
gevonden na de fusieperikelen. Hoewel de minister de
drijfveren dus niet kent om de Toneelklas Studio op te
doeken, vindt hij het een betreurenswaardige zaak.
Anciaux is van mening dat het pluriforme
theateronderwijsaanbod wezenlijk bijgedragen heeft tot
ons huidige rijke theaterlandschap, dat inderdaad
internationaal gereputeerd is. Dat hebben de
verschillende opleidingen in Antwerpen en in Brussel
trouwens genoegzaam bewezen als men denkt aan de lijst
van interessante theatermakers die de scholen hebben
voortgebracht. Het is dus voor Anciaux in Vlaanderen
eerder wenselijk om deze pluriformiteit in het
kunstonderwijs te versterken. Dat is immers de beste
garantie voor een blijvende dynamiek en artistieke
diversiteit in de toekomst.
De huidige beslissing wijst eerder op een verschraling
van het onderwijsaanbod.
Stricto senso heeft de minister van cultuur geen enkele
inspraak in het hoger kunstonderwijs, maar Bert Anciaux
kondigde in de commissie aan dat hij, vanuit een
bezorgdheid voor een veelkleurig artistiek theateraanbod,
de verantwoordelijken van zowel de Toneelklas Dora van
der Groen als die van de Toneelklas Studio zal uitnodigen
om over deze problematiek van gedachten te wisselen.
Zoals onderwijsminister Vanderpoorten al stelde, dient
echter de autonomie van de hogeschool gerespecteerd te
worden. Bert Anciaux hoopt evenwel via het gesprek met de
betrokkenen een duidelijker beeld van de beweegredenen te
krijgen. Hij zal daarbij zeker een pleidooi houden voor
het behoud van de twee pedagogische modellen.
Minister Anciaux verwees ook naar het
samenwerkingsprotocol dat hij zopas heeft afgesloten met
collega Vanderpoorten om een beter afgestemd en
geïntegreerd beleid te kunnen voeren op die vlakken waar
cultuur en onderwijs elkaar raken. Daartoe werden een
stuurgroep en drie adviesgroepen geïnstalleerd. Een van
deze adviesgroepen zal zich expliciet buigen over het
hoger kunstonderwijs. Bert Anciaux heeft deze adviesgroep
opgeroepen om deze unieke kans met beide handen te
grijpen om voorstellen uit te werken die beter
beantwoorden aan de specifieke behoeften van het
kunstonderwijs. Zonder te willen vooruitlopen op de
evaluatie van het hogescholendecreet is het voor de
minister eens te meer duidelijk dat het hoger
kunstonderwijs zich onmogelijk laat inpassen in de
huidige hoofdzakelijk economische wetmatigheden die het
hogescholendecreet oplegt. Bert Anciaux gaat er vanuit
dat de werkgroep de evaluatie ervan op de voet zal volgen
en ook hier de nodige suggesties zal aanreiken.
info : Koen T'Sijen, woordvoerder van
minister Anciaux - tel. (02) 553 28 11
e-mail: koen.tsijen@vlaanderen.be