Vlaamse Regering
PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER BERT ANCIAUX VLAAMS
MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 25 APRIL 2002
Anciaux wil toekomst voor Vlaamse Wielerschool
Vlaams minister van Sport Bert Anciaux antwoordde vandaag
in de Commissie Sport op vragen omtrent de toekomst van
de Vlaamse Wielerschool. Omdat deze problematiek niet los
gezien kan worden van de historische context en om
herhalingen te vermijden, gaf de minister een globaal
antwoord. Centraal is de boodschap dat de minister de
continuïteit van de werking van de Vlaamse wielerschool
wil garanderen, alsook het gebruik van de
Blosoinfrastructuur. Iedereen is het er wel over eens dat
de integratie er moet komen, maar dat mag niet ten koste
gaan van wat er nu al is opgebouwd in de Wielerschool.
Antwoord van de minister:
De toegevoegde waarde van de Vlaamse Wielerschool (VWS)
wordt niet in twijfel getrokken. De VWS heeft in het
verleden pionierswerk geleverd en speelt tot op heden een
belangrijke rol in de opleiding en de begeleiding van
jonge wielrenners. Zo liggen zij o.a. mee aan de basis
van het Decreet van 19 april 1995 houdende vaststelling
van de voorwaarden inzake de opleiding voor de
wielersport, en hebben zij eveneens een belangrijke
bijdrage geleverd aan het Besluit van de Vlaamse regering
van 8 september 2000 houdende de voorwaarden voor
deelneming aan wielerwedstrijden en wielerproeven. In
concreto hebben zij honderden jonge wielrenners opgeleid
en begeleid waarvan er verschillenden succes gekend
hebben of vandaag nog kennen bij de profs.
De situatie zoals ze zich vandaag aandient, is historisch
gegroeid. In illo tempore was de unitaire Koninklijke
Belgische Wielerbond (KBWB) niet bereid om zich aan de
Belgische staatshervorming te conformeren en was zij
aldus geen gesprekspartner voor de Vlaamse overheid. Om
die reden kon de KBWB ook geen aanspraak maken op
subsidies.
De KBWB was in die tijd uitsluitend geïnteresseerd in de
organisatie van wedstrijden en betoonde geen enkele
belangstelling voor de jeugdopleiding en -begeleiding.
De VWS voldeed wél aan deze maatschappelijke behoefte,
met name jeugdopleiding voor één van de populairste
sporten in Vlaanderen. Ze bekwam hiervoor een structurele
ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap in de vorm van
een gratis terbeschikkingstelling van Bloso-
infrastructuur te Herentals en een jaarlijkse Bloso
subsidie van 3 miljoen Bef en sinds 2001 van 6 miljoen
Bef. In 2001 werd daar bovenop nog 3 miljoen Bef toelage
verstrekt door de afdeling Jeugd en Sport van het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de
uitbreiding van hun opdracht naar aanleiding van de
leeftijdsverlaging.
2001 is een cruciaal jaar in deze aangelegenheid.
Enerzijds is er het nieuwe decreet van 13 juli 2001 op de
erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties,
dat ondermeer de subsidiëring regelt voor
unisportfederaties en recreatieve sportfederaties.
Anderzijds heeft de KBWB zich opgesplitst in een Vlaamse
en een Waalse vleugel. Vooral dit laatste heeft
belangrijke consequenties voor het wielergebeuren.
Zodra de uitvoeringsbesluiten goedgekeurd zijn, zal de
Wielerbond Vlaanderen (WBV) erkend en gesubsidieerd
worden als unisportfederatie. Hierdoor zal de WBV
decretaal verplicht worden om de 5 basisopdrachten in te
vullen en uit te voeren, waaronder jeugdopleiding en -
begeleiding. Zij kan eveneens nog opteren voor de
facultatieve opdracht jeugdsport. De WBV zal reeds in
2002 voor het uitvoeren van deze taken gesubsidieerd
worden.
Door deze weliswaar positieve ontwikkeling in het
wielerlandschap komen we nu in een situatie terecht
waarbij 2 organisaties gesubsidieerd worden voor
éénzelfde opdracht en taak. De WBV via een decretale
subsidiëring, de VWS via een subsidiëring ad nominatum.
Deze situatie is niet correct ten aanzien van de andere
gesubsidieerde sportfederaties. Andere sporten zouden
eveneens met een parallelle opleidingsorganisatie kunnen
starten en hiervoor structurele steun van de Vlaamse
overheid vragen.
Op 20 februari 2002 heeft de Raad van Bestuur van het
Bloso beslist om geen dubbele subsidiëring toe te kennen
en om gelet op het voorgaande, de subsidiëring aan de VWS
stop te zetten met ingang van volgend jaar. Om de
continuïteit van de werking van de VWS te kunnen
verzekeren en gelet op de goedgekeurde begroting en op de
lopende overeenkomst tussen Bloso en VWS werd eveneens
beslist om deze maatregel maar te laten ingaan op 1
januari 2003, onder de opschortende voorwaarde dat de WBV
erkend en gesubsidieerd wordt.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Bloso kreeg
tegelijkertijd de opdracht om de VWS hiervan in kennis te
stellen en om overleg op te starten tussen de VWS, de WBV
en Bloso teneinde enerzijds een oplossing te zoeken voor
de situatie van de VWS en anderzijds de hoogstaande
kwalitatieve kennis en ervaring van de VWS inzake
jeugdopleiding en - begeleiding te vrijwaren.
-Op 26 maart 2002 had een vergadering plaats met de VWS
en het Bloso, waarbij het standpunt van de raad van
bestuur van Bloso werd medegedeeld en waarbij een
samenwerking, mogelijks integratie, met de WBV werd
gesuggereerd. De VWS werd gevraagd om zo spoedig mogelijk
een grondige analyse te maken van haar werking en
financiering om een concreet voorstel uit te werken voor
samenwerking of integratie met de WBV waarbij ook de
situatie van de 3 vaste personeelsleden van VWS zou
bekeken worden.
-Op 17 april 2002 had een vergadering plaats met de WBV
en het Bloso, waaruit de bereidheid van WBV bleek tot
overleg met de VWS. De WBV benadrukte dat er nu reeds een
constructieve samenwerking is met de VWS en dat zij in
2002, 49.578,70 euro (2 miljoen Bef) overmaken aan de VWS
voor de jeugdopleiding. De WBV is eveneens bereid
constructieve gesprekken aan te knopen met de VWS
teneinde, zo er voldoende financiële ruimte is,
desgevallend personeel en werking van VWS te integreren
in de WBV. Daartoe wenst de WBV evenwel transparantie
inzake de financiële situatie en de werking van de VWS.
Eerstdaags wordt nog een derde vergadering gepland
waarbij alle partners (VWS, WBV en Bloso) rond de tafel
zullen zitten om tot een definitieve oplossing te komen.
Op 13 mei heb ik een gesprek met de VWS.
Ik ben ook van plan om op basis van het resultaat van de
gesprekken van de voorzitter van de Raad van Bestuur van
het Bloso te bekijken of een gehele of gedeeltelijke
integratie van de VWS in de WBV een haalbare kaart is
tegen 2003. Dat er bij een fusie tussen organisaties
bepaalde aanpassingen van betrokken partijen nodig zullen
zijn inzake personeel, werkingsmiddelen en misschien ook
activiteiten lijkt op zich geen problemen op te leveren.
Ik zal er op aandringen dat dit proces echter op een
verantwoorde wijze gebeurt met maximale vrijwaring van de
werking van de VWS die kwalitatief goed is en behouden
moet blijven. Indien uit de gesprekken en onderzoek
blijkt dat dit niet gegarandeerd kan worden zal ik zelf
de zaak naar mij toetrekken en een voorstel uitwerken.
Mijn voorstel zal de continuïteit van de werking van de
Wielerschool garanderen alsook het gebruik van de
Blosoinfrastructuur. Iedereen is het er wel over eens dat
de integratie er moet komen, maar dat mag niet ten koste
gaan van wat er nu al is opgebouwd in de Wielerschool.
info : Koen T'Sijen, woordvoerder van
minister Anciaux - tel. (02) 553 28 11
e-mail: koen.tsijen@vlaanderen.be