Provincie Groningen

Groningen, 24 april 2002 Persbericht nr. 072

Belcampo Stipendium toegekend aan Willem Jan van Wijk

GS hebben vandaag bekend gemaakt dat het Belcampo Stipendium, de literaire prijs van de provincie Groningen, is toegekend aan de Groninger dichter Willen Jan van Wijk (1943). Volgens de jury, bestaande uit liedjesschrijfster An Kuiper en de schrijvers Ronald Ohlsen en Max Niematz, maakt Van Wijk poëzie van hoge kwaliteit. "Hij schrijft bedachtzaam en muzikaal". Volgens het juryrapport (zie bijlage) beschikt Van Wijk bovendien over een origineel taalgebruik; compact en daardoor typisch Gronings.
Het Belcampo Stipendium is een tweejaarlijkse schrijfopdracht, waarbij van de kandidaat wordt verwacht dat hij/zij in 6 maanden een essay, dichtbundel of novelle schrijft. Het stipendium wordt voor de 4e keer uitgereikt.

De opdracht voor Willem Jan van Wijk is om een verhaal rond het thema "Groningen" te schrijven. De jury stelt voor om een dichtbundel te gaan schrijven, omdat de voorgaande jaren een essay en twee novelles zijn geschreven. De presentatie van het werk zal in december 2002 plaatsvinden. De prijs bestaat uit een bedrag van 7.941,-- waarvan 3.403,-- voor de schrijver en 4.538,-- voor een bijzondere bibliofiele uitgave.

Willem Jan van Wijk is in het dagelijks leven docent muziek aan het Groninger Zernikecollege. Hij geeft aan deze opleiding bovendien facultatieve poëzielessen. Van Wijk is al bijna een heel leven met poëzie in de weer en heeft al meerdere publicaties en een werken op zijn naam staan:

* debuut in De Groene Amsterdammer, 1966, onder pseudoniem Jan Borgh.

* publicatie in Avenue literair, 1968 (Jan Borgh) en 1970 (W.J. van Wijk).

* in Cultureel Maandblad Groningen, 1971 en 1972.
* Van beet naar woord, eerste bundel, 1974, Kok Kampen.
* Hussen met lange staarten, tweede bundel, 1982, uitgegeven in eigen beheer.

* publicaties in Maatstaf: 1987, 1989, 1990, 1991 en 1993.
* in Dietsche Warande & Belfort: 1992 en 1994.
* in De Tweede Ronde: herfst 1993, winter 1993, lente 1994, lente 1995, winter 1995.

* Bloemlezingen:
Gedichten 1991, id. 1992, 1994, 1996 van het Davidsfonds. Het Hogere Noorden, 1997.

* Tijd sleep mij een bril, derde bundel, 2000, Passage Groningen
Eerdere winnaars van het Belcampo Stipendium waren Louis Stiller met het Essay "Terug naar Groningen" en Nanne Tepper met de Novelle "De avonturen van Hillebilly Veen" en de Novelle van Max Niematz "De Kromzichter fokveedagen".

BIJLAGE
Juryrapport Belcampo Stipendium 2002
Samengesteld door Max Niematz.

Op 11 maart 2002 kwam de jury van het Belcampo Stipendium 2002, bestaande uit An Kuiper, Ronald Ohlsen en Max Niematz, in de aanwezigheid van Margriet Bolding namens de Provincie Groningen, voor het eerst bijeen om een kandidaat voor de prijs te kiezen. De jury was al telefonisch overeengekomen dit keer een dichter te honoreren. Tijdens de vergadering kwam elk van de juryleden met drie verschillende kandidaten. Om het werk te vereenvoudigen werd besloten in eerste instantie te kiezen uit ieders eerste kandidaat. Na kennis genomen te hebben van het werk en betekenis van de voorgedragen kandidaten viel zorgvuldig beraad de keuze ten gunste van Willem Jan van Wijk.

Willem Jan van Wijk schrijft zoals hij leeft: in de luwte van het Groninger poëziegebeuren. Weinigen is bekend dat hij al bijna een heel leven actief met poëzie in de weer is, sinds zijn debuut in De Groene Amsterdammer in 1966 als scheppend kunstenaar en vanaf plusminus 1992 als docent aan het Groninger Zernikecollege, waar hij naast de reguliere muziekles facultatieve poëzielessen introduceerde en poëzieavonden organiseert, een niet-aflatende poëziepromotie onder jongeren, die in 1996 de aandacht trok van het dagblad Trouw en van Teleac, die er respectievelijk een artikel en een Tv-uitzending aan wijdden. Dat Van Wijk naast zijn schoolwerk alle dagen met poëzie bezig is, nochtans zich als dichter nooit op de voorgrond heeft willen dringen komt voort uit een hem heel eigen levensvisie, die zich baseert op een confuciaans eerder dan biedermeiers verlangen naar rust en tevredenheid. Op zich hoeft deze levenshouding nog geen garantie voor goede poëzie te zijn. Toch bewees Van Wijk al met zijn eerste bundel Van beet naar woord ( Kok, Kampen 1974) de bijzondere plaats die zijn werk inneemt in de literatuur van het noorden. Met zijn langverwachte, in 2000 bij uitgeverij Passage verschenen laatste opus Tijd sleep mij een bril bewijst hij het opnieuw. Overigens betekent genoemde filosofische bescheidenheid niet, dat de dichter zijn werk niet heeft willen uitdragen. Zie de al met al tamelijk indrukwekkende lijst van verspreide publicaties in de bijlage.

Voor Van Wijk lijkt poëzie niet allereerst een podium voor het tentoonspreiden van talenten. Talent is voor hem iets dat je meekrijgt, niet iets waarmee je moet pronken. Het werk kenmerkt zich dan ook door klein stemgeluid, dat wil zeggen haarscherp en trefzeker taalgebruik, eerder dan door verbaal geweld. De dichter schrijft bedachtzaam en muzikaal en bedient zich van het hoogst nodige aan middelen. An Kuiper sluit in haar motivatie voor de keuze voor deze dichter aan op genoemde kwalificaties. 'Van Wijk schrijft/ziet feilloos wat er gebeurt. Ook zijn origineel taalgebruik spreekt mij aan. Het is compact en dat is weer typisch Gronings. De gedichten zijn emotioneel zonder sentimenteel te worden.' Ronald Ohlsen noemt Van Wijks poëzie doorwrocht werk van hoge kwaliteit. Willem Jan van Wijk werkt er lang aan en dat merk je ook wel. Voorts vindt Ohlsen het lovenswaardig en typerend voor Van Wijk dat hij voor een Groningse uitgeverij koos. Zelf zei de dichter ooit: 'Groningen is mijn theatrum mundi.'
Al in zijn eerste bundel vindt men de thema's die het latere werk zullen beheersen, samen te vatten onder de noemers 'landschap, geschiedenis en het verstrijken van de tijd'. Ook thematisch laat de dichter zich nooit meeslepen door retorisch geweld in de vorm van grote wereldomvattende denkbeelden. Alles is getoetst aan eigen waarneming en het commentaar op de omringende wereld is nuchter, empatisch, cyclisch, eigenzinnig en toch nooit alledaags, nooit ironisch gepreoccupeerd met het banale. Misschien is dit dichtbij zichzelf blijven, dit trouw blijven aan de eigen thematiek wel het beste bewijs voor integer dichterschap.

---

Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met Agnes Delstra, afdeling Bestuurscontacten, Provincie Groningen, 050 - 3164324.