Erasmus Universiteit Rotterdam
25 april 2002
Prijsbepaling Nederlandse aandelen aan de Amstel of aan de Hudson?
Voor Unilever en Koninklijke Olie aandelen die in Amsterdam het meeste volume genereren is New York qua prijsvorming de dominante markt. Dat toont Albert Menkveld aan in zijn proefschrift Prijsvorming in gefragmenteerde markten, waarop hij op donderdag 25 april 2002 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dat de thuismarkt de prijs van aandelen dicteert is het traditionele idee in de economie. De thuismarkt zit immers het dichtst bij de onderneming en heeft wellicht eerder of beter toegang tot de informatie over het bedrijf. Voor een aantal Nederlandse multinationals geldt dit niet en draagt ook de handel in New York bij tot prijsvorming.
Voor de meeste fondsen is de rol van Amsterdam dominant. Een relatief
groot deel van de prijsvorming lijkt echter tegelijkertijd te gebeuren
in Amsterdam en New York.
Dit is consistent met theorieën die stellen dat grote beleggers
profiteren van gelijktijdige handel op meerdere markten door hun
orders op te splitsen over de markten. De informatie die in deze
orders zit opgesloten komt dus tegelijkertijd tot uitdrukking in de
prijs op deze markten. Dit gaat ten koste van de kleine belegger die
vaak enkel toegang heeft tot één van de markten. Menkveld vindt in
zijn onderzoek sterke aanwijzingen dat deze theorieën een juiste
afspiegeling zijn van de praktijk. Als de grote beleggers de betere
lobbyisten zijn, dan zal New York niet de dominante wereldmarkt
worden, maar altijd bestaan naast de traditionele thuismarkten in de
diverse niet-Amerikaanse landen.
Albert Menkveld startte zijn promotieonderzoek bij KLM op de afdeling
Investor Relations, verantwoordelijk voor de financiële woordvoering.
KLM was één van de eerste niet-Amerikaanse bedrijven die hun aandeel
introduceerden op de New York Stock Exchange (NYSE). Sinds midden
jaren negentig is de handel in niet-Amerikaanse aandelen sterk
gegroeid in New York. Voor KLM groeide het volume zo sterk dat het
vandaag de dag vergelijkbaar is met het volume in de thuismarkt. De
vraag die bij KLM speelde was: welke markt bepaalt nu de waarde van
dit bedrijf? Het is dan interessant te kijken naar het overlappende
handelsuur het laatste uur in Amsterdam en het eerste uur in New York.
Ook bij Aegon, Ahold, KPN, Philips, Koninklijke Olie en Unilever
speelde dezelfde vraag, de aandelen van deze bedrijven zijn ook
meegenomen in het onderzoek.
Promotoren: prof. dr. J. Spronk , Financiering en belegging alsmede
bedrijfseconomische orde en prof. dr. A.C.F. Vorst, Financiering en
belegging
Noot voor de pers
Promotie 25 april 2002, 13.30 uur
Plaats: Woudestein, Senaatszaal
Info: bij de promovendus, tel. (020) 551 3539
e-mail: menkveld@few.eur.nl
INLINE]