Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Actualiteit
Conjunctuurmeting bouwnijverheid maart 2002
---
Stijging orderportefeuille in grond-, water- en wegenbouw
De omvang van de orderportefeuille in de grond-, water- en wegenbouw
is in maart 2002 gestegen met 8,5% tot 6,4 maanden. De subsector
grond- en waterbouw had het grootste aandeel in deze stijging. Uit
figuur 2 blijkt, dat de stijging van de orderportefeuille in de gww
reeds in februari 2002 werd ingezet.
In de burgerlijke en utiliteitsbouw daalde de omvang van de
orderportefeuille licht tot 8,0 maanden. Dit komt door een daling bij
de woningbouw van 1,2%. Zoals figuur 1 laat zien, heeft de
orderportefeuille in de b&u in maart 2002 haar diepste punt in de
laatste drie jaren bereikt.
Opvallend is in maart 2002 het hoge percentage stagnatie in de
categorie overige oorzaken. Dit geldt met name voor de bedrijven in de
b&u. Hier wordt een percentage gerapporteerd van maar liefst 17%. Uit
de reacties van de respondenten blijkt, dat dit moet worden
toegeschreven aan de recente stakingen in de bouw. De gww ondervond
blijkbaar minder hinder van de stakingen.
In vergelijking met een jaar geleden beoordelen de bedrijven de
voortgang van de werkzaamheden in maart 2002 negatiever. Het
onderhanden werk wordt door minder bedrijven als groot beoordeelt en
door meer als klein. Dit is voornamelijk in de gww het geval. In de
b&u is dit in overeenstemming met de daling van de orderportefeuille,
echter in de gww is er juist sprake van een stijging van de
orderportefeuille ten opzichte van maart 2001.
Het percentage bedrijven dat stagnatie ondervond als gevolg van
onvoldoende orders is ten opzichte van vorig jaar gestegen van 4 tot
10 procent.
Het aantal bedrijven dat een stijging van de personeelsbezetting
verwacht is in maart 2002 gedaald. Dit geldt ook voor de verwachtingen
van de afzetprijzen. Een jaar geleden verwachtte nog 62% van de
bedrijven een prijsstijging. Maart 2002 verwacht slechts 20 % van de
bedrijven een stijging van de afzetprijzen. In de gww is het
percentage bedrijven dat rekening houdt met een daling van de
afzetprijzen bijna even hoog als het percentage dat een stijging
verwacht.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid
van maart 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid.
Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie.
Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven
met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Tabel 1
bouwnij-
b. en u.
gww
verheid
Bedrijvigheid
+ *)
9
8
13
=
78
79
77
-
13
14
10
Onderhanden werk
+
13
16
4
=
70
68
80
-
16
17
16
Onderhanden werk in mnd productie
7,7
8,0
6,4
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
71
69
81
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
10
9
11
. weersomstandigheden
2
2
4
. personeelsvoorziening
2
2
1
. materiaalvoorziening
1
1
1
. onderaannemers
1
1
0
. overige oorzaken
14
17
2
Verwachte personeelsbezetting
+
15
14
21
=
79
81
75
-
5
6
4
Verwachte prijsontwikkeling
+
20
24
6
=
78
75
89
-
2
1
5
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB
Tabel 2
woning-
utiliteits-
wegen-
grond- en
bouw
bouw
bouw
waterbouw
Bedrijvigheid
+ *)
8
8
9
16
=
80
78
78
76
-
13
15
13
7
Onderhanden werk
+
14
17
7
1
=
70
65
77
83
-
16
18
16
15
Onderhanden werk in mnd productie
8,6
7,4
5,4
7,3
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
66
71
79
83
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
9
10
15
9
. weersomstandigheden
2
2
5
3
. personeelsvoorziening
2
2
1
1
. materiaalvoorziening
1
1
1
1
. onderaannemers
1
1
0
0
. overige oorzaken
20
13
0
3
Verwachte personeelsbezetting
+
15
13
34
10
=
80
81
61
87
-
5
6
6
3
Verwachte prijsontwikkeling
+
27
22
9
4
=
72
77
85
92
-
1
2
6
4
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB
omhoog
omhoog