---
Ministerie van Defensie
---
Convenant lichamelijk werk getekend
24-04-2002
Staatssecretaris Van Hoof (Defensie) heeft vanmiddag (24 april) samen
met staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en vertegenwoordigers van de Algemene Centrale van Overheidspersoneel
(ACOP), de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel
(CCOOP), het ambtenarencentrum (AC) en de Centrale van Middelbare en
Hogere Functionarissen bij Overheid en Onderwijs (CMHF) in Den Haag
een arboconvenant getekend met het doel het werken bij de krijgsmacht
in de toekomst minder lichamelijk zwaar te maken.
Doelstelling van het arboconvenant is te bereiken dat meer dan de
helft van de zware lichamelijke handelingen bij Defensie in de
toekomst geen risico meer oplevert voor de gezondheid. Om die
doelstelling te bereiken wordt een groot aantal maatregelen genomen om
het werk te verlichten. Zo worden technische oplossingen toegepast om
de werkzaamheden te verlichten. Daarnaast worden
voorlichtingscampagnes en verschillende trainingen ontwikkeld waardoor
medewerkers beter omgaan met zwaar werk.
In het convenant wordt bijna 17 miljoen euro geïnvesteerd. Het
grootste deel hiervan, ruim 15,5 miljoen euro, is opgebracht door de
sociale partners. Het convenant is afgesloten voor een periode van
drie jaar. Gedeeltelijk zullen de maatregelen nog doorlopen tot na de
convenantsperiode. Hiervoor is door het ministerie van Defensie ruim 5
miljoen euro gereserveerd.
Bij het ministerie van Defensie werken 70.000 mensen, het convenant
richt zich met name op de groep van 10.000 werknemers die de zwaarste
werkzaamheden verricht. Voorafgaand aan het convenant is onderzoek
gedaan naar de lichamelijk zware handelingen die deze groep verricht.
Hierover zijn afspraken gemaakt. Het convenant heeft betrekking op
alle krijgsmachtonderdelen van Defensie: de marine, de landmacht, de
luchtmacht en de marechaussee.
Het toepassen van mechanische hulpmiddelen en betere materialen kan
bijdragen bij aan de verlichting van de werkzaamheden. Soms kunnen
hiervoor relatief eenvoudige maatregelen worden genomen, zoals
wieltjes aanbrengen onder zware gereedschapskisten en overalls met
kniebescherming gebruiken. Ook krijgt de ME een lichtere en beter
ventilerende uitrusting. Voor op- en neerlaten van brugonderdelen gaat
de landmacht een mechanisch systeem aanschaffen.
Daarnaast moeten voorlichting en training eraan bijdragen, dat mensen
op de werkvloer, maar ook stafmedewerkers zich bewuster worden van de
risicos van lichamelijke belasting en er beter mee omgaan. Zo krijgen
inkopers bij de landmacht een speciale training om al bij de aanschaf
van materiaal rekening te houden met de lichamelijke belasting. Ook
worden fysiotherapeuten opgeleid om op de werkvloer te onderzoeken
welke risicos er zijn en zo nodig maatregelen te treffen.
Sportfunctionarissen bij de land- en luchtmacht gaan specifieke
trainingsprogrammas opstellen voor mensen die zwaar lichamelijk werk
doen. Daarnaast komen er bij de verschillende krijgsmachtonderdelen
algemene voorlichtingscampagnes.
Toespraak Staatssecretaris Van Hoof