European Commission

ip/02/608

Brussel, 24 april 2002

Zaak Verlipack : De Commissie stelt vast dat de Waalse autoriteiten de groep Beaulieu steun hebben verleend die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt

Na een onderzoek dat begon in het kader van de zaak Verlipack, heeft de Europese Commissie besloten dat het optreden van de Waalse autoriteiten ten aanzien van de groep Beaulieu, een in Vlaanderen gevestigde Belgische onderneming en een van de voornaamste Europese tapijtfabrikanten, voor een bedrag van ongeveer 2,8 miljoen EUR een met de gemeenschappelijke markt onverenigbare steunmaatregel is die moet worden terugbetaald.

De Commissie herinnert eraan dat zij op 4 oktober 2000 besloten had de procedure tegen de door België in 1997 aan Verlipack NV uitgekeerde steunmaatregelen met een negatieve beschikking en een verzoek tot terugvordering te beëindigen(1)
. Aldus trok zij haar beschikking van 1998 in waarin zij besloten had geen bezwaar te maken(2).

In het kader van dat onderzoek heeft zij kennis genomen van een potentiële steunmaatregel ten gunste van de groep Beaulieu. Het betrof een nieuw optreden van het Waals Gewest en de Commissie heeft de Belgische staat verzocht inlichtingen te verstrekken die haar in staat moesten stellen de maatregelen te toetsen aan de toepasselijke voorschriften. Op grond van die inlichtingen heeft de Commissie vastgesteld dat de groep Beaulieu in december 1998 een schuld van 113.712.000 BEF ten aanzien van het Waals Gewest heeft gedelgd via een inbetalinggeving van 9.704 aandelen Holding Verlipack II waarvan de nominale waarde 100 miljoen BEF bedroeg maar de reële waarde aanzienlijk lager moest zijn gezien de vermogenstoestand van de voornoemde vennootschap op het ogenblik van de transactie.

Op 8 januari 1999, enkele dagen na deze transactie, heeft de onderneming Verlipack een gerechtelijk akkoord aangevraagd voor haar fabrieken te Jumet en Ghlin en de stopzetting van de activiteiten in de fabriek te Mol aangekondigd.

Aan het einde van de procedure concludeert de Commissie dat dit optreden ten gunste van de groep Beaulieu in de vorm van een afstand van schuldvordering niet kan worden beschouwd als reddings- of herstructureringssteun. Evenmin kan de Commissie de maatregel beschouwen als een steunmaatregel om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken.

Derhalve vraagt de Commissie de Belgische autoriteiten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de steun van de groep Beaulieu wordt teruggevorderd.

De groep Beaulieu is de gemeenschappelijke noemer van een Belgische holding van vennootschappen die actief zijn in de sector tapijten en synthetische vezels. De groep Beaulieu wordt overkoepeld door de holding Ter Lembeek International.

(1)
Zie IP/00/1107.

(2)
Zie IP/98/808.