Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

http://www.minszw.nl

MIN SZW: Toespraak Staatssecretaris Hoogervorst

Nr. 2002/53
24 april 2002

Toespraak door staatssecretaris J.F. Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de ondertekening van het arboconvenant Defensie op 24 april 2002 in Den Haag.

Ruim een jaar geleden waren we in Soesterberg bijeen om de intentieverklaring te ondertekenen om te komen tot een arboconvenant. Toen constateerden we nog een achterstand van Defensie als het gaat om arbeidsomstandigheden.
Bij grote delen van de krijgsmacht heerste het gevoelen dat arbo-beleid vooral iets is voor de burgermaatschappij. Niet voor Defensie. 'Dat is toch een andere wereld', werd er dan gezegd. Onder verwijzing naar de 'operationele inzetbaarheid' van de troepen werd arbo-beleid maar al te vaak op afstand gehouden.

We zijn nu dik een jaar verder. De zaken zijn voortvarend aangepakt. U heeft maar liefst vier plannen van aanpak, met daarin veel concrete acties voor de marine, de landmacht, de luchtmacht en de marechaussee. Acties om de fysieke belasting te beperken via speciale opleidingen en vooral het inzetten van soms simpele, soms geavanceerde technische hulpmiddelen.
Bij het ministerie van Defensie werken 70.000 mensen. Het convenant richt zich vooral op de groep van 10.000 werknemers die de zwaarste werkzaamheden verrichten.

Met dit convenant schaart u zich in de rij van 26 convenanten die ik deze kabinetsperiode met diverse branches heb afgesloten. Steeds weer gaat het daarbij om het terugdringen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid door middel van concrete maatregelen. 'Concreet'is geen loze term. De arbeidsrisico's in een branche werden steeds onverbloemd in beeld gebracht en aangepakt. Als de bouw besluit om de norm voor tillen op een gewicht van 25 kilo te stellen, dan geeft dat aan dat het ernst is. In de grafische industrie is afgesproken om het gebruik van schadelijke stoffen, zoals oplosmiddelen, te beperken. De funderingsbranche gaat nieuwe technieken beproeven om het lawaai te verminderen. Het zijn slechts enkele voorbeelden.

Er zullen nog 24 convenanten volgen. Op zijn minst 3,7 miljoen werknemers zullen daar profijt van hebben.
Dat niet alleen. Ook de werkgevers zien steeds meer in dat hier iets te verdienen valt. Organisatieadviesbureau KPMG heeft op basis van de eerste 20 convenanten uitgerekend wat de opbrengst kan zijn in het voorkomen van ziekteverzuim en het terugdringen van de WAO-instroom. De besparingen voor de werkgevers kunnen in die 20 sectoren op zo'n 238 miljoen euro uitkomen. Dat is structureel per jaar.

Terug naar Defensie. Verbetering van de arbeidsomstandigheden is ook een kwestie van goed werkgeverschap. Met een goed arbo-beleid kan Defensie zich profileren als een zorgvuldige en daarmee een aantrekkelijke werkgever - een belangrijke factor in een tijd waarin het aantrekken en behouden van personeel niet altijd even makkelijk is.

Essentieel in het welslagen van het convenant bij Defensie is de aanwezigheid van een draagvlak voor de voorgenomen maatregelen.

Ik zeg dat niet zonder reden.

Wij kunnen hier gezamenlijk gloedvolle bewoordingen wijden aan het belang van het arboconvenant bij Defensie. Ik ben de laatste om daar op af te dingen. Maar of een structurele aanpak van arbeidsomstandigheden bij defensie ook werkelijk slaagt, hangt vooral af van de vraag of deze thematiek tussen de oren komt van alle betrokkenen. Dat van hoog tot laag in het defensieapparaat het gevoelen ontstaat dat hiermee iets te winnen is. Want als het onderwerp 'arbeidsomstandigheden' alleen iets is van de top en een handvol arbo-deskundigen, dan verwordt het voor de mensen die het moeten uitvoeren, voor de mensen die ermee moeten werken, tot een verzameling regeltjes die al snel als lastig worden ervaren en die, inderdaad, door de top bedacht zijn.
Dat kan niet de bedoeling zijn. Want dan zouden we hier met z'n allen een toneelstukje opvoeren. Of om in uw termen te spreken: dan wordt het convenant een losse flodder die zijn doel niet raakt. Daarom is het niet meer dan terecht dat in het convenant veel aandacht wordt besteed aan voorlichting en communicatie.

Verbetering van de arbeidsomstandigheden vergt een cultuurverandering. Dat is geen gemeenplaats. U zult binnen uw krijgsmachtonderdelen duidelijk moeten maken dat verbetering van de arbeidsomstandigheden niet ten koste zal gaan van de operationele slagkracht. Integendeel. Bij een modern leger horen moderne arbeidsomstandigheden. Bij een modern leger hoort de inzet van nieuwe technologische hulpmiddelen om risico's op lichamelijke kwetsuren te minimaliseren. Juist omdat het in het leger nog altijd vaak gaat om fysieke wendbaarheid, kracht en snelheid.

Daarom is dit convenant een belangrijke stap vooruit. U heeft een ambitieus programma ontwikkeld: meer dan de helft van de zware lichamelijke handelingen moet in de toekomst geen risico meer opleveren voor de gezondheid. Bovendien zijn we overeengekomen om na afloop van het convenant (in 2005) nog een aantal arbomaatregelen uit te voeren en zo nog een beter resultaat te bereiken. Uw inzet is terecht ambitieus. Mijn collega Van Hoof zal daar ongetwijfeld gedetailleerder op in gaan.

Met dit convenant hebt u een instrument in handen om de achterstand van Defensie bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden weg te werken.

Ik wens u daarbij veel succes.

24 apr 02 14:12