Partij van de Arbeid

Den Haag, 23 april 2002

VRAGEN VAN DE LEDEN SMITS, SANTI (BEIDEN PVDA) EN STROEKEN (CDA) AAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

1. Herinnert u zich de motie Santi/Stroeken van 13 december 2001 die regelt dat de hardheidsclausule in de Wajong ook kan worden toegepast als de keuze om te verhuizen naar het buitenland niet direct wordt bepaald door omstandigheden die samenhangen met de Wajong-gerechtigde zelf maar met de naasten waarvan de Wajong-gerechtigde zorgafhankelijk is? (1)

2. Herinnert u zich de volgende opmerking tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 13 december 2001 over genoemde motie Santi/Stroeken: 'Als deze motie wordt aangenomen, leg ik haar zo uit dat het UWV hierover wordt gehoord'?

3. Herinnert u zich de memorie van antwoord van 28 maart 2002? Klopt het dat u hierin het volgende zegt: 'Het UWV heb ik bij brief geïnformeerd over de motie Santi/Stroeken'? (2)

4. Herinnert u zich uw brief van 10 april 2002 aan de Raad van Bestuur van het UWV, waarin u het volgende heeft geschreven: 'Ik heb de Tweede Kamer toegezegd het UWV over de motie te informeren, wat ik bij deze doe'?

5. Denkt u niet dat het UWV meer houvast heeft indien het UWV kan beschikken over de desbetreffende passages uit de Handelingen, waarin de wensen van de Kamer omtrent de situaties waarin de hardheidsclausule kan worden toegepast, genoemd staan? Bent u bereid deze passages aan het UWV toe te sturen?

6. Op welke manier wordt op dit moment uitvoering gegeven aan artikel 17 lid 7 van de Wajong?

7. Hoe reageert het UWV tot nu toe op verzoeken om de Wajong-uitkering niet in te trekken? Hoe reageert het UWV op protesten tegen intrekking bij nieuwe gevallen in 2002?

8. Hoeveel Wajong-uitkeringen zijn ingetrokken sinds het exportverbod van 1998?

(1) Tweede Kamer, 27 985 nr. 7

(2) Eerste Kamer, 27 895 nr. 244a