European Commission
IP/02/609
24 april 2002
Globale richtsnoeren voor het economisch beleid 2002
Vandaag heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan haar aanbeveling betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid (GREB) van de lidstaten en de Europese Unie voor 2002. De GREB hebben betrekking op zowel het macro-economische als het structurele beleid en vormen daardoor de kern van het economische beleidscoördinatieproces in de EU. Met de GREB 2002 beoogt de EU haar geïntegreerde economische beleidsstrategie te versterken. Teneinde de nagestreefde ambitieuze economische doelstellingen waar te maken, wordt er in de GREB 2002 bij de lidstaten op aangedrongen meer vaart te zetten achter hun economische hervormingen. Aanbevolen wordt de inspanningen op de volgende vier terreinen toe te spitsen: 1) handhaving van de macro-economische stabiliteit; 2) verhoging van de arbeidsparticipatie en de werkgelegenheid en aanpakken van de hardnekkige werkloosheid; 3) verbetering van de voorwaarden voor een hoge productiviteitsgroei; en 4) bevordering van een duurzame ontwikkeling in het belang van de huidige en toekomstige generaties.
"De afgelopen jaren zijn structurele hervormingen steeds de motor
geweest achter de krachtige economische groei en de
werkgelegenheidsschepping", aldus Pedro Solbes, het EU-Commissielid
voor economische en financiële zaken. "Ondanks de reeds gemaakte
vorderingen blijft het potentiële groeitempo evenwel bescheiden,
waardoor de economie het moeilijk heeft om zich krachtiger te
herstellen. Het komt er thans op aan voort te bouwen op hetgeen reeds
is bereikt en de grondslag voor de toekomstige groei verder te
verstevigen."
Handhaving van de macro-economische stabiliteit
De recente conjunctuurverzwakking heeft het macro-economische beleid
op de proef gesteld, waarbij is gebleken dat de handhaving en de
verdere versterking van het macro-economische kader de voornaamste
uitdagingen blijven vormen. In de GREB 2002 beveelt de Commissie dan
ook aan snel werk te maken van begrotingssituaties die vrijwel in
evenwicht zijn of een overschot vertonen.
Begrotingsbeleid - In de GREB 2002 wordt er bij alle lidstaten op
aangedrongen zich ernstiger in te spannen om zo spoedig mogelijk en
uiterlijk in 2004 begrotingssituaties te bewerkstelligen die vrijwel
in evenwicht zijn of een overschot vertonen. Voor het budgettaire
gedrag dient als norm te gelden dat ernaar moet worden gestreefd de
automatische stabilisatoren ongehinderd en symmetrisch over de gehele
conjunctuurcyclus hun werk te laten doen zonder dat de limiet van 3%
van het BBP voor het begrotingstekort wordt overschreden. De
conjunctuurgezuiverde begrotingssaldi dienen steeds vrijwel in
evenwicht of positief te zijn. Om een gezonde begrotingssituatie te
verwezenlijken of te handhaven, moeten belastinghervormingen adequaat
worden gefinancierd en waar mogelijk met besparingen op de
overheidsuitgaven worden gecompenseerd.
Lonen - De sociale partners moeten blijk blijven geven van een
verantwoordelijk loongedrag. Nominale loonsverhogingen moeten sporen
met prijsstabiliteit, werkgelegenheidsschepping en
arbeidsmarktvoorwaarden, zodat de loonontwikkeling het
productiviteitsverloop en de vaardigheidsverschillen weerspiegelt. Dit
zou het concurrentievermogen van de EU in de hand werken en de
werkgelegenheid op alle scholingsniveaus en in alle geografische zones
ten goede komen.
Verhoging van de arbeidsparticipatie en de werkgelegenheid en
aanpakken van de hardnekkige werkloosheid
De werkloosheid, en vooral de langdurige werkloosheid, is in een
aantal lidstaten nog steeds vrij hoog. Er moet absoluut worden
voorkomen dat de dit jaar verwachte conjunctuurgebonden toename van de
werkloosheid een structureel karakter gaat aannemen. De sedert 1997
waargenomen krachtige banengroei is onder meer toe te schrijven aan de
volgehouden loonmatiging en het succes van de doorgevoerde
arbeidsmarkthervormingen, maar dit alles neemt niet weg dat het
menselijk potentieel in de Europese Unie nog steeds sterk onderbenut
blijft.
Werkloosheid - Het huidige beleid tot terugdringing van de
werkloosheid moet krachtdadig worden voortgezet. In de GREB 2002
worden maatregelen aanbevolen om de arbeidskosten terug te schroeven
en de belasting- en uitkeringsstelsels aan te passen (met inbegrip van
de voorwaarden, ontvankelijkheidsregels en duur) om werken lonend te
maken. Verder wordt aanbevolen de belemmeringen voor regionale en
beroepsmobiliteit, een sterkere flexibiliteit van de reële lonen en
een grotere doelmatigheid van de actieve arbeidsmarktmaatregelen weg
te nemen.
Arbeidsparticipatie - Teneinde de mensen er krachtiger toe aan te
sporen een baan te aanvaarden en hen in staat te stellen de
arbeidsmarkt te betreden, wordt in de GREB 2002 aan de lidstaten een
aantal concrete aanbevelingen gedaan, zoals met name de geleidelijke
afschaffing van vervroegde-uittredingsregelingen, de uitbreiding van
opvangvoorzieningen voor kinderen en andere afhankelijke personen, de
bevordering van een flexibele werkorganisatie (inclusief
deeltijdregelingen voor onderwijs en opleiding) en een betere
informatieverstrekking over vacatures.
Verbetering van de voorwaarden voor een hoge productiviteitsgroei
Voor het verbeteren van de levensstandaard zijn
productiviteitsstijgingen nodig. Gezien het feit dat de groei van de
arbeidsproductiviteit in de Unie tot dusver vrij beperkt is gebleven,
wordt in de GREB 2002 de nadruk gelegd op de noodzaak en de voorhanden
zijnde mogelijkheden om het investeringsklimaat te verbeteren. Zowel
investeringen als innovatie zullen ongetwijfeld gebaat zijn bij een
concurrerender en ondernemersvriendelijker omgeving, die in de hand
wordt gewerkt door structurele hervormingen op de product-, kapitaal-
en arbeidsmarkten.
Hervorming van de productmarkten - Hoewel tot dusver bemoedigende
vooruitgang is geboekt, zijn grote segmenten van de Europese
productmarkten nog steeds onvoldoende geïntegreerd om de Unie
aantrekkelijk te maken voor investeringen. In de GREB 2002 wordt
daarom onder meer gepleit voor een verdere integratie van de energie-
en communicatienetwerken in Europa.
Ondernemerschap & kenniseconomie Er bestaat behoefte aan meer
bedrijfsinvesteringen om de potentiële groei van de Europese economie
naar een hoger niveau te tillen. In de GREB 2002 wordt daarom
aangedrongen op een krachtiger stimulering van de O&O-uitgaven door de
particuliere sector, kennisoverdracht tussen universiteiten en
bedrijfsleven en een betere ICT-toegang. Even belangrijk zijn de
totstandbrenging van een ondernemersvriendelijk regelgevingskader, de
invoering van efficiëntere openbare aanbestedingsprocedures en het
doen van investeringen in onderwijs en opleiding ter verbetering van
de vaardigheden en het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking.
Integratie van de financiële markten - Dankzij de EMU zijn op de
markten voor financiële diensten en de kapitaalmarkten reeds tal van
nieuwe mogelijkheden ontstaan om de efficiëntie te vergroten. Dit
neemt echter niet weg dat nog een belangrijke agenda (Actieplan voor
financiële diensten, Actieplan voor risicokapitaal en
grensoverschrijdend financieel toezicht) moet worden afgewerkt die in
de GREB 2002 wordt geschetst.
Bevordering van een duurzame ontwikkeling in het belang van de huidige
en toekomstige generaties
Doordat met de behoeften van de huidige en toekomstige generaties
rekening wordt gehouden, zullen de beleidsmaatregelen optimaal
bijdragen tot de verhoging van het welzijn van de burgers. Het
economisch beleid kan immers een wezenlijke bijdrage leveren aan de
verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van milieuzorg en
sociale en regionale samenhang.
Milieuzorg - In de GREB 2002 wordt de lidstaten verzocht intensiever
gebruik te maken van economische instrumenten zoals belastingstelsels
en verzekerings- of aansprakelijkheidsregelingen. Op deze manier zou
het beginsel dat de vervuiler betaalt, consequenter en
kosteneffectiever kunnen worden toegepast omdat de prijzen dan de
kosten van de aangerichte milieuschade zouden weerspiegelen en
technologische innovatie zouden bevorderen. Teneinde op
kosteneffectieve wijze aan de vereisten van het Kyoto-protocol te
voldoen, dienen de lidstaten onder meer voorbereidselen te treffen
voor de invoering van de handel in emissierechten op EU-niveau.
Vergrijzing Teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen die
de vergrijzende samenlevingen met zich mee brengen, wordt in de GREB
2002 de lidstaten aanbevolen een brede strategie te volgen. Zo wordt
er onder meer voor gepleit inspanningen te leveren om de
participatiegraad op te trekken (zie deel 2 over arbeidsparticipatie),
alsook de pensioen- en gezondheidszorgstelsels te hervormen teneinde
deze een gezonde financiële basis te verschaffen. Voorts zijn
maatregelen geboden om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen
(door bijvoorbeeld de toegang tot vervroegde-uittredingsregelingen te
beperken), de pensioenstelsels beter op de demografische risico's en
de hogere levensverwachting af te stemmen, een groter beroep op
kapitaaldekkingsstelsels in de hand te werken en de actuariële
billijkheid te bevorderen.
De GREB vormen het kader om de algemene doelstellingen en oriëntaties
van het economische beleid van de lidstaten en de Europese Unie vast
te stellen, zoals is voorgeschreven bij artikel 99, lid 2, van het
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De aanbeveling van
de Commissie zal in de komende paar weken tot intense discussies in de
Raad in zijn verschillende samenstellingen aanleiding geven.
Na de behandeling ervan op de Europese Raad te Sevilla in juni zullen de definitieve GREB 2002 door de Raad (Ecofin) worden aangenomen. Net als in de afgelopen jaren bestaan de GREB 2002 uit twee delen: de algemene aanbevelingen voor het economisch beleid gelden voor alle lidstaten, terwijl de landenspecifieke richtsnoeren op de afzonderlijke lidstaten zijn toegesneden, waarbij met hun onderscheiden behoeften rekening wordt gehouden.
Het volledige document is beschikbaar op het volgende adres:
http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/broadeconomypol
icyguidelines_en.htm