Gemeente Utrecht

PERSGESPREK COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Dinsdag 23 april, 15.45 uur

Perskamer 1.03, Stadhuis

Geannoteerde agenda naar aanleiding van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d 23 april 2002


1. Onderwijsachterstandenplan "Ieder kind vooruit..."
Het college van burgemeester en wethouders heeft het tweede lokaal onderwijsachterstandenplan `Ieder kind vooruit...' vastgesteld. Daarin is het onderwijsachterstandenbeleid voor Utrecht vastgelegd voor de periode 2002 - 2006. De koers die is gekozen voor "Ieder kind vooruit..." is mede ingegeven door de evaluatie van het eerste lokale onderwijsachterstandenplan over de periode 1998 - 2002.

Voor de komende periode is taal het centrale thema. Daarnaast krijgen de voor- en vroegschoolse educatie, het ondersteunen van de schoolloopbaan van risicoleerlingen en het bestrijden van voortijdig schoolverlaten veel aandacht. Het nieuwe plan wordt gekenmerkt door een intensievere aanpak die past bij de behoeften en mogelijkheden van de scholen. Heel concreet betekent dit voor de scholen dat er meer ruimte is voor schoolontwikkelingsbeleid, voor het versterken van didactische vaardigheden van leerkrachten en voor vernieuwingen die op groeps- en leerlingniveau resultaat opleveren. De aandacht voor de autochtone doelgroepleerlingen wordt versterkt, terwijl het accent op de allochtone doelgroepleerlingen blijft gehandhaafd.

Sinds de decentralisatie van het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid in 1998 heeft de gemeenteraad de taak om vierjaarlijks een lokaal onderwijsachterstandenplan op te stellen. In de wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid is bepaald binnen welke landelijke beleidskaders het gemeentelijk plan moet passen en aan welke voorschriften de inhoud en de verdeling van de middelen moet voldoen.

Het eerste lokaal onderwijsachterstandenplan "Ieder kind telt" heeft voor de Utrechtse scholen en voor het lokale beleid veel opgeleverd. Er is meer inzicht gekomen in de specifieke problematiek van leerlingen met een (cognitieve of sociale) achterstand, de scholen maken op grotere schaal gebruik van effectieve methoden om deze achterstanden te bestrijden en de resultaten van met name de allochtone doelgroepleerlingen zijn - mede als gevolg hiervan - verbeterd.

Het voorstel wordt behandeld in de raadscommissie voor ROWGO.


2. Tarieven van bewaakte stallingen aangepast aan inflatie
De tarieven van de bewaakte fietsenstallingen gaan op 1 mei van EUR 0,45 naar EUR 0,50. Deze verhoging geeft de inflatiecorrectie weer vanaf 1998. De exploitatie van de gemeentelijke fietsenstallingen is niet kostendekkend. Om het tekort op de exploitatie niet verder op te laten lopen is deze tariefscorrectie nodig. Daarnaast zullen met ingang van dit jaar de tarieven elk jaar worden aangepast aan de inflatie.


3. Tijdelijke fietsenstalling op Lucasbolwerk

Het college wil op het Lucasbolwerk een tijdelijke fietsenstalling realiseren. De stalling moet plaats gaan bieden aan 144 fietsen en is gepland op de plek van dertien autoparkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen worden echter gecompenseerd door het creëren van dertien nieuwe parkeerplekken aan de andere zijde van het Lucasbolwerk, evenwijdig aan het trottoir.

De tijdelijke fietsenstalling krijgt een eenvoudig ontwerp, te vergelijken met die op het Vredenburg. Na een jaar vindt een evaluatie plaats om te kijken of de fietsenstalling voldoet aan een behoefte. Indien dit het geval is kan worden besloten de stalling een permanent karakter te geven voor de duur van maximaal vijf jaar. In de plannen voor de parkeergarage op het Lucasbolwerk is namelijk al een permanente fietsenstalling opgenomen. De kosten van de tijdelijke stalling op het Lucalbolwerk bedragen EUR 75.460.


4. Vooralsnog geen Europese subsidie voor projectwijkwachter Kanaleneiland

Het college vindt het belangrijk dat er wijkwachters komen in Kanaleneiland-Noord. De voorgestelde financiering van dit project via het Doelstelling 2 programma is vooralsnog echter niet haalbaar. Er zal worden bekeken op welke wijze de wijkwachters wel gefinancieerd kunnen worden.

Om voor D2-subsidie in aanmerking te komen is publieke cofinanciering vereist. D2-subsidie is vooralsnog niet mogelijk omdat de subsidieaanvrager op dit moment de co-financiering nog niet rond heeft. Mocht dat op een later moment wel het geval zijn, dan kan opnieuw een aanvraag worden ingediend. Die cofinanciering kon in dit geval niet worden aangetoond.

Voor de formele afhandeling van de subsidieaanvraag is het nodig dat b en w, ook indien geen subsidie wordt toegekend, daarover een besluit neemt. De subsidie is aangevraagd om een wijkwachter in Kanaleneiland-Noord te kunnen aanstellen, die als aanspreekpunt voor de buurtbewoners fungeert en de buurt inspecteert op de aanwezigheid van schade, rommel, groenonderhoud etc.


5. Recht van Initiatief
Recht van Initiatief, Snelliuskade (Noordoost)

Het college heeft kennis genomen van het positieve besluit van de wijkcommissie Noordoost over het initiatiefvoorstel Snelliuskade. De Wijkcommissie Noordoost besloot op 3 april 2002 positief over het voorstel, dat is ingediend in het kader van het 'Recht van Initiatief'. Bewoners van de Snelliuskade, Zacharias Jansenstraat en Simon Stevinstraat doen een voorstel tot herinrichting van genoemde straten. De begroting (EUR 35.848,64) wordt gedekt uit het Flexibel Budget Bewonersinitiatieven. Dit initiatiefvoorstel valt nog onder de oude verordening Recht van Initiatief.

Recht van Initiatief, Kunst in Tuinwijk (Noordoost)

Het college heeft kennis genomen van het positieve besluit van de wijkcommissie Noordoost over het initiatiefvoorstel Kunst in Tuinwijk. De Wijkcommissie Noordoost besloot op 3 april 2002 positief over het voorstel, dat is ingediend in het kader van het 'Recht van Initiatief'. Bewoners van Tuinwijk doen een voorstel voor het plaatsen van een beeld op de groenstrook tussen de W. Arntzkade en de Zaagmolenkade. De begroting (EUR 9.997,69) wordt gedekt uit het Flexibel Budget Bewonersinitiatieven. Dit initiatiefvoorstel valt nog onder de oude verordening Recht van Initiatief.

Behandeling initiatiefvoorstellen door wijkcommissies

Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor om drie voorstellen die zijn ingediend in het kader van de verordening 'Recht van initiatief' nader te laten onderzoeken door de desbetreffende wijkcommissies. Omdat deze drie voorstellen nog vallen onder de oude verordening Recht van Initiatief, is dit een gebruikelijke stap in de procedure. De gemeentelijke bijdrage aan de uitvoering van de voorstellen bedraagt maximaal EUR 30.000,00. De wijkcommissies nemen binnen 3 maanden (na het raadsbesluit op 16 mei) een besluit over het honoreren van de initiatiefvoorstellen. Het gaat om de volgende drie nieuwe initiatiefvoorstellen:

Recht van Initiatief, Hysophof (Leidsche Rijn)

Voorstel van bewoners voor de herinrichting van de Hysophof in Parkwijk-Zuid. Door een verbeterde groene inrichting willen zij: de speelmogelijkheden voor kleine kinderen verbeteren, de sociale veiligheid vergroten, auto's weren en overlast door jongeren voorkomen. Naast een integrale aanpak van het hofje gaan de bewoners in gesprek met de jongeren. Het Plan van Aanpak van de bewoners voorziet in aanpassing van de bestrating, groen, plantenbakken, extra straatlantaarn, speeltoestel(len) en geveltuinen.

Recht van Initiatief, Torteltuin (Noordoost)

Het bestuur van de Speelvoorziening Torteltuin doet een voorstel om de huidige verblijfruimte en winteropslag te vervangen.

De gemeenteraad besluit op 16 mei 2002 of de wijkcommissies deze initiatiefvoorstellen zullen gaan afhandelen.


6. Milieueffectrapportage en Stedenbouwkundig Programma van eisen Het Zand

Het college van burgemeester en wethouders stemt in met het Milieueffectrapport (MER) en het Stedenbouwkundig Programma van Eisen voor deelgebied het Zand in Leidsche Rijn Utrecht.

Het Zand ligt centraal in Leidsche Rijn en grenst in het westen aan het Rijnsche Park, in het zuiden en oosten hoofdzakelijk aan Parkwijk en in het noorden aan de noordelijke stadsas. Unieke landschappelijke elementen in Het Zand, zoals bomen, tuinen, boerderijen en sloten worden opgenomen in de structuur van de nieuwe woongebieden. Daarnaast is in dit deelgebied van Leidsche Rijn sprake van meerdere archeologische vindplaatsen, die in de toekomst gehandhaafd zullen worden. Hierdoor krijgt het deelgebied een geheel eigen karakter.

In de stedenbouwkundige visie is een zorgvuldige inpassing in "het bestaande" een belangrijke uitgangspunt. Bestaande plannen aan de randen van het gebied maken van Het Zand een soort passtuk in een grotendeels vastgelegde omgeving. Het zuidoostelijk deel van het plangebied is te zien als een aanvulling op Parkwijk, voor de structuur van het westelijk gedeelte is het Rijnsche Park in sterke mate bepalend. Alle straten in de oost-west richting zijn zo gedraaid, dat zij loodrecht op het park uitkomen. In het noorden is de geplande stadsas bepalend geweest voor het maken van een boulevard met een stedelijk karakter.

Ook binnen het plangebied zijn bestaande elementen een inspiratiebron geweest voor de stedenbouwkundige uitwerking. De linten (oude lanen met aan weerszijden bomen) zijn functioneel in het plan opgenomen. Ze maken een vanzelfsprekend onderdeel uit van de wegenstructuur van Het Zand. Bij de Johanniterweg is de bestaande lintenstructuur zelfs uitgebreid. De loop van de oude rijn, die gedeeltelijk nog aanwezig is, is aanleiding voor het maken van een prachtige singel die aansluit op de "Ouderijn loop" in Parkwijk. Ook de vletsloten (waar vroeger de vletten, platte schuiten voor kleitransport op voeren) in het westen van het Zand, net onder de Utrechtseweg, zijn ingepast in de nieuwe verkaveling. Op de archeologische vindplaats komt een park.

Het MER was oorspronkelijk gekoppeld aan het bestemmingsplan dat voor Het Zand zou worden opgesteld. Nu de Raad van State het vigerende bestemmingsplan voor Leidsche Rijn voor het grootste deel intact heeft gelaten, is een apart bestemmingsplan voor Het Zand niet meer nodig. Het MER wordt nu gekoppeld aan het herzieningsplan dat voor een zeer klein deel van Het Zand moet worden gemaakt.

Het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en het Milieuefffectrapport voor Het Zand komt aan de orde in de Commissie voor Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer en Vervoer.


7. Verbouwing 24-uursopvang Oudwijkerveldstraat 120
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om EUR 453.780 beschikbaar te stellen voor de verbouwing van de 24-uursopvangvoorziening voor (niet-verslaafde) dak- en thuislozen aan de Oudwijkerveldstraat 120. Het pand is eigendom van het Leger des Heils.

De verbouwing is noodzakelijk omdat er in de afgelopen jaren nogal wat achterstallig onderhoud is ontstaan. De Oudwijkerveldstraat verandert bovendien na de verbouwing van een gewone dag- en nachtopvang in een laagdrempelige 24-uursopvang, dat wil zeggen een 'time-out' voorziening waar dak- en thuislozen zich een paar dagen kunnen terugtrekken van het hectische leven op straat. Dit is een actiepunt uit de nota Mensen van de Straat (1998).

De gemeente stelt EUR 453.780 beschikbaar voor de verbouwing. Het resterend bedrag - circa EUR 425.000 - financiert het Leger des Heils uit eigen middelen.

De verbouwing zal deze zomer starten en naar verwachting in het najaar gereed zijn. Het huidige bewonersaantal van 36 personen zal overigens gelijk blijven. Gedurende de verbouwing zullen de bewoners tijdelijk in het sociaal pension Oudwijk 21 verblijven.


8. Verkeersmaatregelen voor Breedstraatbuurt
Het college van b en w heeft besloten EUR 136.350 beschikbaar te stellen voor verkeersmaatregelen in de Breedstraatbuurt. Doel van die verkeersmaatregelen is de verkeersoverlast te bestrijden die er in de Breedstraatbuurt is als gevolg van de vele rondjesrijdende coffeeshopbezoekers. Er wordt een proef gehouden van drie maanden met het afsluiten voor autoverkeer in de Loeff Berchmakersstraat aan de zijde van de Neude, het gedeelte van de Pauwstraat tussen Loeff Berchmakersstraat en Predikherenstraat en de Kalverstraat aan de zijde van de Predikherenstraat.

In samenhang met deze afsluitingen wordt het eenrichtingsverkeer in de Kalverstraat, de Hardebollenstraat en de Loeff Berchmakersstraat (tussen Jacobijnenstraat en Pauwstraat) voor de duur van de proef opgeheven. Ook worden verkeersdrempels in de buurt aangelegd om de snelheid van het autoverkeer af te remmen. De proef duurt drie maanden en start zo snel mogelijk. Daarna wordt de proef geëvalueerd en volgt een besluit of de maatregelen definitief worden ingevoerd.

Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer, Vervoer en Milieu.


9. Maatregel op Catharijnesingel tegen luchtvervuiling
Het college van burgemeester en wethouders heeft naar aanleiding van de Rapportage Luchtkwaliteit 2000 besloten om het verkeer op de Catharijnesingel te doseren met dynamische verkeerssignalering. Ieder jaar stelt de gemeente een rapportage op over de luchtvervuiling in de stad. Doordat steeds op dezelfde wijze gerekend en gemeten wordt, kunnen verschillende uitkomsten met elkaar worden vergeleken. Het is opvallend dat de luchtkwaliteit in de afgelopen jaren sterk is verbeterd. Dat komt voor een belangrijk deel doordat auto's steeds minder luchtverontreiniging produceren. Deze verbetering is hard nodig om aan de steeds strengere normen te kunnen voldoen.

In 2000 was er alleen op het zuidelijk deel van de Catharijnesingel nog sprake van een normoverschrijding waarvoor door de gemeente een oplossing moest worden gevonden. Dat zal nu worden gerealiseerd door het verkeer te doseren met dynamische verkeerssignalering op de Catharijnesingel en op de Venuslaan/Abstederdijk. Als het verkeer op de Catharijnesingel stagneert, moet men langer wachten voordat men de het zuidelijk deel van de Catharijnesingel op kan. Dat wachten gebeurt op een plek waar de vervuiling minder blijft hangen ten gevolge van bebouwing en bomen.

De raadscommissie voor Stationsgebied, Leidsche Rijn en Verkeer en Vervoer wordt hierover geïnformeerd.


10. Stadsschouwburg krijgt theatercafé-restaurant
De Utrechtse Stadsschouwburg moet een eigen theatercafé-restaurant krijgen. Het college van b en w wil de Dienst Stadsschouwburg een rendabel krediet van EUR 730.000 beschikbaar stellen om deze horecagelegenheid te kunnen realiseren. Dit stelt het college voor aan de gemeenteraad. Met het plan voor een theatercafé-restaurant speelt de Stadsschouwburg in op de toenemende vraag van bezoekers om een `compleet avondje uit', bestaande uit eten vooraf, dan de voorstelling en aansluitend een leuke plek om nog wat na te praten. In die zin vormt een café-restaurant een noodzakelijke voorziening. Marktonderzoek wijst uit dat een goede programmering niet voldoende is om de concurrentie in de slag om de toenemende vrije tijd van het publiek blijvend aan te kunnen.

De benodigde vergunningen zijn inmiddels verstrekt. De verwachting is dat het theatercafé-restaurant al vanaf het eerste jaar na opening winstgevend zal zijn, zo blijkt uit het bedrijfsplan. De afgelopen jaren is het jaarlijkse bezoekersaantal van de Stadsschouwburg gestegen tot ruim 215.000.

Het nieuwe theatercafé-restaurant zal door de Stadsschouwburg zelf worden geëxploiteerd. Behalve als horecagelegenheid zal het ook gebruikt worden als podium voor kleinschalige culturele activiteiten. Gekozen is voor openstelling vanaf 12.00 uur, lunchkaart tot 17.00 uur en vanaf 17.00 uur diner in twee zittingen: de eerste met name gericht op theaterbezoekers, de tweede op andere bezoekers. De kaart zal gericht zijn op het diverse publiek dat de Stadsschouwburg bezoekt: creatief, betaalbaar, maar ook met de mogelijkheid uitgebreid en goed te eten. Het theatercafé-restaurant wordt gevestigd in de bovenfoyer, bereikbaar via een extra trap vanuit de hoofdingang van de schouwburg. De vormgeving zal eigentijds zijn, maar passend bij het bijzondere karakter van de Dudok-schouwburg. Met de vestiging van een horecagelegenheid in de schouwburg wordt een oude traditie in ere hersteld: die van Esplanade, roemrucht restaurant dat in 1974 de deuren sloot.


11. Aanpassing Stedenbouwkundig Plan Fort Blauwkapel 1999
Het college heeft kennis genomen van de resultaten van het bewonersoverleg over de aanpassingen van het stedebouwkundig plan Fort Blauwkapel.

De aanpassing betreft:
* Het terugbrengen van het aantal nieuw te bouwen woningen van 25 naar 16 woningen.
* Het opvoeren van de parkeernorm op het fort van 1,2 naar 1,5 parkeerplaatsen per woning.

In september 1999 heeft het college het Stedenbouwkundig Plan Fort Blauwkapel vastgesteld. In dat stedenbouwkundig plan werd het mogelijk gemaakt dat op Fort Blauwkapel 25 nieuwe woningen konden worden gebouwd en enige bedrijvigheid kon worden gerealiseerd. In juni 2000 heeft het college besloten het aantal te realiseren nieuw te bouwen woningen terug te brengen naar 16 woningen. Er volgt nog een inspraakprocedure voor de buurt.


12. Proef medegebruik busbanen geslaagd
Het college van b en w heeft besloten taxi's en kleinbusvervoer met een ontheffing definitief toe te staan op busbanen. Reden hiervoor zijn de positieve resultaten van de proef op de HOV-baan door de binnenstad. Uit de evaluatie van de politie en een onafhankelijk onderzoeksbureau blijkt dat de hinder voor bussen uiterst beperkt is en ook het aantal verkeersonveilige situaties is niet fors toegenomen.

De proef met medegebruik na de ingebruikname van de HOV-baan door de binnenstad gestart. Taxi's en ondernemingen met kleinbusvervoer (gehandicapten-, scholieren- en ziekenvervoer en vervoer voor sociale werkplaatsen) konden een ontheffing aanvragen om toegang te krijgen tot de busbaan. In totaal zijn 660 ontheffingen verstrekt, hoofdzakelijk aan Utrechtse taxiondernemingen.

De politie heeft gedurende de proef gehandhaafd op naleving van de ontheffingsvoorwaarden. In totaal zijn 19 ontheffingen tijdelijk ingenomen op grond van overtredingen (door rood licht rijden, doorgetrokken streep overschrijden, verkeersgevaarlijk gedrag). Ook uit de observaties van het onafhankelijk onderzoeksbureau Ecorys blijkt dat taxi's soms verkeersgevaarlijk gedrag vertonen. Het gaat hierbij om 6% van de taxi's. Omdat de hinder uiterst beperkt is, bestempelen politie en onderzoeksbureau Ecorys de proef als geslaagd.

De definitieve regeling wordt na de zomer verwacht. Intussen kunnen taxi's op basis van hun huidige ontheffing gebruik blijven maken van de busbanen in Utrecht.


13. Geld voor autoprogramma 2002
Het college heeft besloten om een krediet van EUR 4.849.000 ter beschikking te stellen voor een aantal plannen van het stedelijk bereikbaarheidsprogramma. De plannen worden gemaakt om de toenemende stroom auto´s in Utrecht goed te kunnen opvangen. Het college wil op een aantal plekken auto's aan de rand van de stad in transferia onder andere op Hooggelegen, Lage Weide en de Uithof opvangen. Voor het autoverkeer dat de stad in gaat zijn plannen om de doorstroming en de opvang van het verkeer op een aantal knooppunten en toegangswegen te verbeteren.

Hoewel op den duur deze plannen positieve effecten zullen hebben, staat toch de bereikbaarheid van Utrecht door de onverminderde groei van het autoverkeer ook in 2015 nog onder druk. Naast plannen voor de opvang van het autoverkeer voorziet het bereikbaarheidsprogramma in investeringen voor (hoogwaardig) openbaar vervoer, fietsvoorzieningen en transferia. Het college van b en w heeft begin 2001 het pakket bereikbaarheidsmaatregelen voor een aantal projecten bijgesteld en gewijzigd op basis van het collegewerkprogramma. Om met het bijgestelde pakket weer snel aan de slag te kunnen wordt nu de raad gevraagd voor de werkzaamheden voor het autoprogramma in 2002 een krediet vrij te geven.

Utrecht, 23 april 2002