Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit en Researchcentrum

23 april 2002, nr. 032

Politiek 'overgewicht' voor voedselveiligheid

De verkiezingsprogramma's van alle politieke partijen ademen een defensieve ad-hoc sfeer in de paragrafen die gewijd zijn aan voedsel, gezondheid en voedselveiligheid. Er is eenzijdige aandacht voor wettelijke kaders om de voedselveiligheid te garanderen en nauwelijks aandacht voor gezondheidsbevorderende maatregelen. Dat concluderen Wageningse wetenschappers die de thema's Voedsel, Groene Ruimte en Water(beheer) in de verkiezingsprogramma's hebben geanalyseerd. Het is al een oude traditie dat rondom de verkiezingen de programma's van de politieke partijen worden doorgelicht op met name financiele en sociaal-economische aspecten. Meer inhoudelijke evaluaties van de programma's door onafhankelijke wetenschappers ontbreken. Wageningen Universiteit en Researchcentrum heeft nu, op eigen initiatief, wetenschappelijke inzichten gelegd naast de ideeen die de politieke partijen willen verwezelijken.

Op het gebied van de inrichting van Nederland valt het de onderzoekers op dat de politieke partijen uitgaan van een achterhaald beeld van kleinschalige landbouw als karakteristiek voor het Nederlands landschap. Dit beeld houdt noch rekening met demografische ontwikkelingen, noch met mogelijk andere wensen die toekomstige generaties aan de inrichting van de groene ruimte kunnen en zullen stellen. De door de partijen geformuleerde doelstellingen zijn nationaal gefocust en houden nauwelijks rekening met EU-beleid. Bovendien lijkt de Ecologische Hoofdstructuur van middel tot doel te zijn verheven. Het feitelijke gegeven dat, in Nederland, voedsel veiliger is dan ooit tevoren in de geschiedenis wordt door de politieke partijen genegeerd en ze geven veel aandacht aan wettelijke kaders om die veiligheid nog beter te regelen. De gezondheidsaspecten van de voedig, met een grote impact op de algemene volksgezondheid, krijgen ten onrechte weinig aandacht. Verantwoord eten en voedsel veilig bereiden hebben een vele male grotere impact op de volksgezondheid dan nu de veiligheidsregelgeving verder aanscherpen. Tot slot doen de partijen, vanuit een louter nationale context, uitspraken over het waterbeheer, waaruit een beeld ontstaat dat ze zich onvoldoende rekenschap geven van de financiele en maatschappelijke consequenties van hun uitspraken.