SMO
Nieuw licht op verschillen politieke partijen
SMO publicatie Sturen of bestuurd worden werpt nieuw licht op
voornemens gevestigde partijen.
Het kabinet is gevallen. De verkiezingen staan voor de deur. Over het
algemeen bestaat de indruk dat de verschillen tussen de gevestigde
politieke partijen gering zijn. Maar is dat ook zo? In de
SMO-publicatie Sturen of bestuurd worden zijn de partijprogramma's op
een onorthodoxe manier met elkaar vergeleken. In plaats van de bekende
rijtjes met programmapunten, is geanalyseerd in hoeverre de politieke
partijen een sturing van de maatschappij voorstaan vanuit de burger
(empowerment) of vanuit een efficiëntere overheid (moderne sturing).
Deze analyse werpt een verrassend nieuw licht op de voornemens van de
vijf grote partijen en maakt de verschillen tussen de
partijprogramma's op een vernieuwende wijze transparant.
De burger is boos. Ontevreden over diensten en voorzieningen van de overheid, geïrriteerd over uitblijvende actie door de politiek en ongerust over de afnemende leefbaarheid in de eigen omgeving. Met de verkiezingen voor de deur maakt de burger zich op om zijn stem te laten gelden maar raakt al snel verstrikt in een web van te dikke en onduidelijke programma's. Gefrustreerd wendt hij zich van de politiek af. Omdat overheid en politiek niet duidelijk maken wat de rolverdeling is tussen burger en overheid en tussen publiek en privaat weet de hij niet meer waar hij aan toe is en worden verwachtingen niet waargemaakt. Deze ontwikkelingen zetten de politiek sterk onder druk. Het democratisch tekort dat hierdoor ontstaat, komt tot uitdrukking in de kloof tussen de kiezer en gekozene, in de lage opkomst bij verkiezingen en de alsmaar dalende aantallen partijlidmaatschappen. Voor een groot deel is dit democratisch tekort te wijten aan de inmiddels algemene overtuiging dat de politieke partijen inhoudelijk toch niet veel verschillen. Maar is dat ook zo?
In de SMO-publicatie Sturen of bestuurd worden komt aan het licht hoe
partijen denken over de rolverdeling tussen overheid en burger.
Gekeken is in hoeverre de partijprogramma's aansluiten bij twee
sturingsmodellen: moderne sturing of empowerment. Kiest de overheid
het eerste model, dan zal zij haar activiteiten richten op het
versterken van de sturings- en controlemogelijkheden van de overheid;
een eerherstel van het primaat van de politiek. De overheid neemt in
dat geval het heft in handen en verhoogt de efficiency van het
overheidsbeleid door burgers op maat te bedienen, waarbij ICT een
belangrijk hulpmiddel is.
Kiest zij voor empowerment dan zal zij zich inzetten voor het scheppen
van kaders waarbinnen burgers, private organisaties en uitvoerders
zelf de verantwoordelijkheid nemen en de vrijheid krijgen om problemen
op te lossen. De burger krijgt meer mogelijkheden om zelfsturend op te
treden binnen de belangrijkste aandachtgebieden van zijn leven. Het
transparant maken van keuzes met behulp van ICT is hierbij
noodzakelijk.
Door de partijprogramma's te toetsen aan deze twee sturingsmodellen
ontstaat een interessant beeld van de rolverdeling tussen overheid en
burger die partijen op de verschillende beleidsterreinen voor ogen
hebben. Zo zijn de partijen het erover eens dat de burger op het
gebied van gezondheidszorg en onderwijs meer mogelijkheden moet
krijgen om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en richting te
geven aan het beleid. In de gezondheidszorg blijkt dit onder meer uit
de door alle partijen onderschreven wenselijkheid van patiëntgebonden
budgetten (de patiënt kiest zelf zorg) en individuele
verzekeringsarrangementen. In het onderwijs komt dit tot uitdrukking
in de algemeen onderschreven wens om de centrale regelgeving op dit
gebied te verminderen.
Op andere beleidsterreinen zien we echter duidelijke tegenstellingen.
Zo bepleit de PvdA op het gebied van sociale zekerheid en werk vooral
maatregelen die in het verlengde liggen van moderne sturing zoals een
bonus bij werkaanvaarding en een nationaal actieplan om het
kennisniveau van de beroepsbevolking te verhogen. VVD en D66
daarentegen, voelen meer voor maatregelen die passen in het model van
empowerment, zoals bijvoorbeeld het vergroten van de mogelijkheid om
individuele arbeidscontracten af te sluiten. Op het gebied van
veiligheid en criminaliteit zien we een heel ander evenwicht. Op dit
beleidsterrein zijn het vooral D66 en Groen Links die met voorstellen
komen in de lijn van empowerment zoals het introduceren van
veiligheidscontracten met rechten en plichten voor burgers (D66) of
het stimuleren van mediation tussen dader en slachtoffer zonder
tussenkomst van de rechtbank (Groen Links). VVD en de PvdA daarentegen
denken louter in termen van moderne sturing, wat neerkomt op meer
agenten, strengere straffen en uitbreiding van de politie.
Deze voorbeelden maken duidelijk dat er belangrijke verschillen
bestaan tussen de politieke partijen, maar dat deze steeds moeilijker
te categoriseren zijn met termen als 'links' of 'rechts'. Ideologie
lijkt er steeds minder toe te doen en de voorgestelde manier om
bepaalde ambities te verwezenlijken is - waar het de verschillen
tussen de partijprogramma's betreft - belangrijker dan de grotendeels
identieke ambities zelf. De publicatie Sturen of gestuurd worden is
een eerste aanzet om de verschillen tussen de partijprograms tegen
deze achtergrond transparant te maken.