Centraal Planbureau
CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp:
Persbericht
Nummer: 25
Datum: 22 april 2002
Inlichtingen bij: Henri Dijkman (070-3383349), Annemiek Verrips
(070-3383493) of Jacqueline Timmerhuis (070-3383477)
Analyse ICES-projecten door planbureaus geeft inzicht in doelmatige
investeringsstrategie voor volgende kabinetten
In een analyse van een groot aantal investeringsplannen van Rijk en
regio's beoordelen de planbureaus tien procent van de claims als robuust:
de baten overtreffen naar verwachting de kosten. Er zijn doelmatige
plannen beschikbaar voor verbetering van de verkeersveiligheid,
vermindering van de files (kilometerheffing en verschillende regionale
wegenprojecten) en een betere benutting van het OV. Daarnaast zijn er
doelmatige mogelijkheden voor versterking van de natuur via enkele
natuurprojecten bij de rivieren en bestaan er robuuste plannen om te
investeren in VMBO-scholen, in monumentenzorg en in de stroomlijning van
basisgegevens bij de overheid.
Op vele andere terreinen blijkt dat de plannen nog weinig robuust zijn.
Een stevige inhoudelijke herschikking en herformulering zal nodig zijn om
hier alsnog tot effectieve en efficiënte investeringsprojecten te
komen.
Dit concluderen het Centraal Planbureau (CPB), het Milieu- en
Natuurplanbureau (RIVM), het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Sociaal
en Cultureel Planbureau (SCP) in de publicatie 'Selectief investeren:
ICES-maatregelen tegen het licht'. Ook de Adviesdienst Verkeer en
Vervoer (AVV) en de Stichting DLO (Dienst Landbouwkundig Onderzoek)
hebben aan de studie bijgedragen.
Op verzoek van de Interdepartementale Commissie inzake het Economisch
Structuurbeleid (ICES) hebben de planbureaus zich de afgelopen twee jaar
gebogen over ruim 300 investeringsvoorstellen van de overheid van in
totaal ongeveer 100 miljard euro. Het betreft een breed scala aan
projecten op acht beleidsterreinen: Fysieke bereikbaarheid, Natuur,
landschap en water, Vitaliteit grote steden, Ruimtelijke inrichting,
Elektronische bereikbaarheid, Dienstverlening overheid, Milieu en
Kennisinfrastructuur.
De meerwaarde van de studie ligt in de systematische analyse. Het is
betrekkelijk uniek dat zoveel investeringsvoorstellen van vele
departementen en regio's aan een systematische analyse worden
onderworpen. Over de politieke wenselijkheid van de investeringen doet de
studie geen uitspraken, wel over haalbaarheden, kosten, baten en
mogelijke alternatieven om de gestelde doelen te realiseren.
Centraal staat de vraag in hoeverre projecten de maatschappelijke
welvaart vergroten. De planbureaus hanteren daarbij een breed
welvaartsbegrip, zodat ook niet-monetaire baten, bijvoorbeeld van natuur
of monumentenzorg, nadrukkelijk zijn betrokken bij de beoordeling. De
resultaten kunnen een rol spelen bij de afwegingen tijdens de
kabinetsformatie.
Ook de analyse van projecten die door de planbureaus als 'opwaardeerbaar'
(45% van de totale claim) of 'zwak/onbeoordeelbaar' (45% van de totale
claim) zijn beoordeeld, geeft aangrijpingspunten om de plannen te
verbeteren. De studie noemt enkele mogelijkheden voor verbetering:
In een aantal gevallen valt te overwegen om beleidsstrategieën bij te stellen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de strategie om het ruimtegebruik te beïnvloeden via investeringen in openbaar vervoer. De mogelijkheden om met het aanleggen van infrastructuur het ruimtelijk gedrag van gezinnen en bedrijven te sturen, blijken in de praktijk sterk tegen te vallen. Zo is het niet realistisch erop te rekenen dat nieuwe snelle OV-verbindingen belangrijke effecten hebben op de vestigingspatronen; ook omdat het tijdsbeslag van voor- en na-transport hierdoor nauwelijks verandert. Een strategie die inspeelt op concrete problemen en kansen, biedt meer perspectief. Denk hierbij aan locaties waar nu duidelijke knelpunten rond congestie en/of leefbaarheid bestaan, dan wel zullen ontstaan als investeringen uitblijven.
Veel voorstellen kunnen aan kracht winnen door meer nadruk te leggen
op de selectiviteit in het investeringsbeleid. Als bijvoorbeeld
wordt beoogd om op dertig plaatsen groen in en om de stad te ontwikkelen,
dan zullen waarschijnlijk op sommige plaatsen de baten hoger of de kosten
lager zijn dan op andere plaatsen. Het is dan zinvol om de schaarse
middelen op deze plaatsen te concentreren. Ditzelfde geldt onder andere
voor projecten om de leefbaarheid en veiligheid in de grote steden te
verbeteren en om de overheidsdienstverlening te verbeteren met de inzet
van ICT.
De timing en fasering van investeringen vormen eveneens een
aandachtspunt. Soms kunnen uitstel en fasering tot een verbeterde
efficiency leiden, zoals bij sommige infrastructuurprojecten die zich
richten op problemen die zich pas op zeer lange termijn zullen voordoen.
In andere gevallen is juist haast geboden bij de uitvoering van een
project, omdat uitstel leidt tot hogere maatschappelijke kosten.
Voorbeelden van dit laatste zijn het onderhoud van monumenten en de
bescherming van gebieden met zeldzame flora en fauna.
Ook de samenhang tussen projecten is van belang. Bij een programmatische aanpak kan soms sprake zijn van synergie tussen projecten, zodat met een goede afstemming meerwaarde wordt bereikt. Ook binnen een bredere programmatische aanpak blijft de individuele kwaliteit van projecten echter van grote betekenis. Ook kan er sprake zijn van afnemende meeropbrengsten, bijvoorbeeld als er al omvangrijke investeringen zijn gepleegd en de plannen 'meer van hetzelfde' beogen.
Een laatste en niet de minst belangrijke constatering is, dat niet
alle problemen met geld kunnen of hoeven te worden opgelost. Andere
instrumenten grijpen soms beter aan bij de problematiek. Voor het
milieudossier verdient ander beleid dan investeringen en subsidies vaak
de voorkeur, zoals regelgeving en heffingen. Voor een aantal specifieke
milieuproblemen, zoals bodemsanering en geluidhinder, zijn investeringen
overigens wel belangrijk om de doelstellingen te kunnen realiseren. Bij
communicatie-infrastructuur heeft de overheid met name een rol op het
gebied van coördinatie, standaardisatie en het bevorderen van voldoende
concurrentie; investeringen kunnen meestal aan de markt worden
overgelaten.
De publicatie 'Selectief investeren: ICES-maatregelen tegen het
licht', ISBN 9058330966, verschijnt op 1 mei 2002 in gedrukte vorm en
is dan te bestellen bij:
Koninklijke De Swart
Postbus 53184
2505 AD Den Haag
Telefoon: 0703082121
Telefax: 0703082159
Internet:
http://www.kds.nl/bookshop.asp
De publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file op de website van het
CPB:
www.cpb.nl.