Provincie Utrecht

Persbericht

Onderzoek toekomstige veiligheid westelijke Randmeren

23-04-2002
Om de wettelijke bescherming tegen overstroming van de westelijke Randmeren te handhaven, moet de waterkering verbeterd worden. Opstuwing van de waterstand als gevolg van storm uit het noorden kan hier eventueel voor gevaar zorgen. De Stuurgroep Onderzoek Toekomstige Veiligheid Randmeren laat daarom onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om dit overstromingsrisico te beperken. De stuurgroep zal hierover eind dit jaar een advies uitbrengen aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Binnenkort verandert de Wet op de Waterkering. Het Markermeer zal dan aangemerkt worden als buitenwater. Dat geldt ook voor de westelijke Randmeren in open verbinding met het Markermeer, zoals het Gooimeer, het Eemmeer, het Nijkerkernauw en de benedenloop van rivier de Eem. Om het wettelijk vereiste veiligheidsniveau te handhaven is verbetering van de waterkering noodzakelijk. Tot de mogelijkheden behoren dijkverbetering langs Eem en Eemmeer en een keersluis bij de Stichtse Brug of de Hollandse Brug.
Dijkverbetering kan ingrijpende gevolgen hebben, vandaar dat als alternatief de mogelijkheden voor een keersluis in de loop van 2002 onderzocht worden. Ook als gekozen wordt voor een keersluis, zal dijkverbetering noodzakelijk blijven, maar dan vermoedelijk minder ingrijpend. In het onderzoek zal dit uitgezocht worden.. De provincie Utrecht is trekker van het project; partners zijn de provincies Flevoland, Gelderland en Noord-Holland, hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, de waterschappen Vallei en Eem en Zuiderzeeland en Rijkswaterstaat.

Uitgangspunten en criteria
Voor de vergelijking van de verschillende mogelijkheden geldt een aantal uitgangspunten. Zo mag de veiligheid van gebieden aan de westzijde van een eventuele keersluis niet verminderen en de veiligheid van buitendijks gebied mag niet verslechteren ten opzichte van de huidige situatie. Buitendijks gebied moet in dezelfde mate als nu blijven bijdragen aan de berging van water en de benodigde berging in de Randmeren moet in stand worden gehouden. Ten slotte mag een keersluis, in geopende toestand, niet meer beperkingen opleggen aan de scheepvaart dan de huidige bruggen.
Na afweging van kosten en gevolgen voor veiligheid, overlast, scheepvaart en bescherming van landschap, natuur en cultuurhistorie, zal de stuurgroep een advies uitbrengen aan de staatssecretaris met het verzoek een beslissing te nemen. Voor de gekozen oplossing zal dan een inrichtingsplan en daarbij horende Milieueffectrapportage gemaakt worden.

Meer informatie: Annemieke van Leeuwen, telefoon 2583151 of Annemieke.van.Leeuwen@provincie-utrecht.nl