Gemeente Breda

22-04-2002

Breda en minister Vermeend ondertekenen afspraken daling bijstandsklanten

De gemeente Breda en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben afspraken gemaakt over een verdere daling van het aantal bijstandscliënten in Breda. Deze afspraken staan in de 'Agenda voor de Toekomst' en zijn op maandag 22 april bekrachtigd door minister dr. W.A. Vermeend en de Bredase wethouder M.P. Heerkens van Sociale Zaken Arbeidsmarktbeleid en Welzijn. De ondertekening vond plaats om 14.00 uur in buurthuis De Meidoorn in Breda.

Sluitende keten van zorg, scholing, activering en arbeidstoeleiding De Agenda voor de Toekomst is een overeenkomst die de minister en de 26 grote steden van Nederland ondertekenen met afspraken over de periode 2001-2004. Het gaat hier over onder meer vermindering van het aantal bijstandsgerechtigden, intensivering van het aantal trajecten dat de gemeente bijstandscliënten aanbiedt op weg naar werk of sociale activering, kinderopvang, werkgelegenheidsprojecten, het terugdringen en voorkomen van fraude, inspanningen voor de reïntegratie van werkzoekenden zonder uitkering en het lokale armoedebeleid.

Uitstroom naar werkIn Breda gaat het over de periode 2001-2004 om het aanbod van 2900 trajecten voor de begeleiding naar werk of sociale activering van Bredanaars met een bijstandsuitkering. Zo moet de gemeente dit jaar 1250 extra trajecten realiseren. Uiteindelijk moet 40% van de opgestarte trajecten in 2006 hebben geleid tot uitstroom uit de bijstand. Het rijk stelt voor de uitvoeringskosten financiële middelen beschikbaar.

Nauwelijks zicht op werk
Aanleiding voor de Agenda voor de Toekomst is dat het aantal mensen met een bijstandsuitkering de afgelopen jaren fors is gedaald door economische ontwikkelingen enerzijds en inspanningen van de gemeente voor de reïntegratie van bijstandsklanten met een arbeidsplicht anderzijds. Breda kent op dit moment 4100 bijstandsklanten. En alhoewel minder mensen een bijstandsuitkering hebben, heeft ruim 75% van hen nauwelijks zicht op werk of geen sollicitatieplicht. Dit is dan ook de belangrijkste reden voor deze forse inzet. Het gaat hierbij om oudere personen, mensen met zorgtaken zoals de zorg voor kleine kinderen en mensen bij wie psychosociale factoren de weg naar werk bemoeilijken. Het toeleiden van deze groep naar sociale activering of werk is een kwestie van lange adem dat vraagt om een actieve en integrale aanpak. Meer individuele aandacht moet hier perspectief bieden. Daarbij is er extra aandacht voor jongeren, arbeidsgehandicapten en allochtonen. De gemeente rapporteert jaarlijks aan het ministerie over de voortgang van de prestatieafspraken in de Agenda voor de Toekomst.

Breda, 22 april 2002