Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag
Bureau Secretaris-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den
Haag
Datum 22 april 2002 Behandeld J.J. Kleinrensink
Kenmerk BSG-164/02 Telefoon 070 3485433
Blad 1 Fax 070 3484800
Bijlage(n) geen E-Mail bsg@minbuza.nl
Betreft NIOD-rapport inzake Srebrenica
Zeer geachte Voorzitter,
Tijdens het op woensdag 17 april jl. gevoerde debat in uw Kamer over de
ontslagaanvraag van het kabinet is verzocht om een brief ten behoeve van een
debat op hoofdlijnen over het NIOD-rapport. Ondergetekenden voldoen hierbij
aan dat verzoek.
Zoals gesteld in de verklaring van de minister-president van 16 april jl.,
onderschrijft het kabinet de hoofdlijnen van het rapport. Deze zijn
weergegeven in de epiloog van het NIOD-rapport. De genoemde verklaring gaat
in het bijzonder in op de vier fasen die in de tijd kunnen worden
onderscheiden in de ontwikkeling van het drama dat zich in juli 1995 rond
Srebrenica heeft afgespeeld.
Inmiddels heeft Uw Kamer op 17 april met algemene stemmen de motie Melkert
c.s. aangenomen, waarbij de Kamer het onderzoek van NIOD als gedegen en
evenwichtig kwalificeert en vervolgens besluit tot instelling van een
Tijdelijke Commissie, die tot taak heeft voor het debat op hoofdlijnen te
rapporteren over onderwerpen voor een mogelijk parlementair onderzoek van
korte duur.Wij gaan ervan uit dat die rapportage medebepalend zal zijn voor
de reikwijdte van het te voeren debat op hoofdlijnen.
In dat licht is het kabinet van mening dat het - tegen de achtergrond van
het NIOD-rapport zelve en de eerdergenoemde verklaring van de
minister-president - niet in de rede ligt om thans daarnaast met een
separate nadere beschouwing te komen. Daarmee zou immers vooruitgelopen
worden op het werk van de Tijdelijke Commissie, met het risico dat afbreuk
zou worden gedaan aan de zorgvuldigheid van de verdere behandeling van dit
onderwerp door Uw Kamer. Uiteraard is het kabinet beschikbaar om op basis
van door de Kamer aan te geven aspecten of vraagpunten naar vermogen nadere
inlichtingen te verschaffen.
De Minister-President, De Minister van Buitenlandse Zaken,
W. Kok J.J. van Aartsen
De Minister van Defensie,
mr F.H.G. de Grave
Kenmerk BSG-164/02
Blad /2
===