RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING

Een veilige wereld begint thuis

Ministerie van JustitieRaad voor de KinderbeschermingHoofdkantoor Postbus 192023501 DE UTRECHThoofdkantoor@rvdk.minjus.nl

PERSBERICHT

Raad voor de Kinderbescherming vraagt extra aandacht voor kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld

De Raad heeft een literatuurstudie laten verrichten door het NIGZ te Woerden. De studie Een veilige wereld begint thuis! geeft een aanzet om de gevolgen van privé-geweld voor kinderen in beeld te brengen, en om te bekijken op welke wijze de Raad voor de Kinderbescherming bij kan dragen aan het voorkomen van huiselijk geweld.

Gevolgen voor kinderen
In het rapport worden de lichamelijke-, psychische- en psychosociale gevolgen voor kinderen van twee vormen van huiselijk geweld in beeld gebracht: fysieke kindermishandeling én slachtoffer en getuige zijn van geweld tussen ouders. Bij beide vormen van geweld blijken de gevolgen voor kinderen overeen te komen. Zowel de basisveiligheid als het vertrouwen van kinderen wordt aangetast. Dat kan betekenen: ernstige risico's voor gedrags- en aanpassingsproblemen voor zowel de korte als de lange termijn.

Preventiebeleid Raad
De NIGZ studie geeft aanbevelingen voor drie preventiecategoriën waar de Raad voor de Kinderbescherming zijn preventiebeleid op zou kunnen richten Primaire preventie gericht op het voorkomen van huiselijk geweld, secundaire preventie bestaand huiselijk geweld te stoppen, en
tertiaire preventie gericht op het beperken van de gevolgen van huiselijk geweld beperken. Preventiebeleid met betrekking tot huiselijk geweld moet allereerst breed georiënteerd en multidisciplinair zijn.

Geweld in huis is vrijwel altijd een complexe combinatie van partnerproblematiek, gezinsproblemen, opvoedingsproblemen, ontwikkelingsproblemen, en er is sprake van normoverschrijdend (strafbaar) gedrag waarin een civiele of strafrechtelijke aanpak mogelijk is.

Als zodanig is preventief beleid een combinatie van civiele en strafrechtelijke interventies, maatschappelijke interventies en interventies vanuit de hulpverlening en de gezondheidszorg.

Het behoort daarmee tot het verantwoordelijkheidsdomein van diverse instanties zoals het openbaar ministerie, de politie, de ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, de jeugdzorg en jeugdbescherming, vrouwenopvang, maatschappelijke hulpverlening, de school, de huisarts etc. Versterking van de samenwerking tussen instanties hierin is van het allergrootste belang zoals ook de kabinetsnota aanbeveelt.

Toekomstige beleidsvorming:
De Raad voor de Kinderbescherming is van mening dat het NIGZ rapport waardevolle perspectieven oplevert om deze problematiek vanuit een preventieperspectief te benaderen en dat de literatuurstudie bouwstenen aandraagt voor een gerichte beleidskeuzen en verdieping van zijn preventiebeleid. Preventiemedewerkers vanuit de Raad voor de Kinderbescherming doen al mee aan diverse projecten met ketenpartners gericht op de problematiek van vormen van huiselijk geweld. De Raad zal deze studie aanbieden aan 'partners' bij deze problematiek als aandachtspunt om zo - ook in het belang van betrokken kinderen - gezamenlijk tot gerichtere preventieactiviteiten te komen.

Noot voor de redactie (