Ministerie van Justitie
http://www.justitie.nl
MIN JUST: Reactie IND op Ombudsmanrapport
Martin Bruinsma
070 370 6266
4174
22.04.02
REACTIE OP HET RAPPORT VAN DE NATIONALE OMBUDSMAN INZAKE DE
AFHANDELING VAN 1F-ZAKEN
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft al eerder
maatregelen genomen om de afhandeling van 1F-zaken te versnellen en te
verbeteren. Een verdubbeling van het 1F-team bij de IND naar 56 fte en
het standaard versturen van tussenberichten aan de betrokken
vreemdeling moeten snelheid en de informatiebehoefte ten goede
komen.
In Europees verband loopt de IND voorop als het gaat om de toepassing
van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag. In 1999 is door de IND
een speciaal projectteam opgericht voor de behandeling van 1F-zaken.
In 88% van de toegestuurde zaken wordt door het projectteam
geconcludeerd dat artikel 1F van toepassing is. De IND heeft
recentelijk in het kader van het .actieplan terrorismebestrijding.
besloten de capaciteit van dit projectteam per 1 juli 2002 te
verdubbelen (van 29 fte naar 56 fte).
De IND is verantwoordelijk voor de afhandeling van alle asielverzoeken
in Nederland. In toenemende mate wordt de IND geconfronteerd met
asielaanvragen van personen die er van verdacht worden betrokken te
zijn geweest bij het plegen van oorlogsmisdrijven en/of het schenden
van de mensenrechten, de zogeheten 1F- zaken. Op grond van artikel 1F
van het Vluchtelingenverdrag kunnen mensen die ernstige schendingen
van de mensenrechten hebben gepleegd worden uitgesloten van de
asielprocedure en kan hun de toegang tot Nederland worden
geweigerd.
Beslistermijn
De Nationale Ombudsman concludeert vandaag in haar rapport dat de
Immigratie- en Naturalisatiedienst de wettelijke beslistermijn die
geldt voor de afhandeling van een asielverzoek niet haalt als het gaat
om deze zogeheten 1F-zaken.
Het feit dat de behandeling van een asielaanvraag waarbij 1F-aspecten
worden vermoed langer duurt dan een .gewoon. asielverzoek is echter
niet geheel verwonderlijk. Gelet op de ernstige aantijgingen in
1F-zaken en de gevolgen voor het asielverzoek wordt in deze zaken door
de IND een zeer grondig onderzoek verricht dat nu eenmaal veel tijd
kost en waardoor het halen van de beslistermijn moeilijker is dan bij
een .gewoon. asielverzoek.
Ondanks het feit dat de Nationale Ombudsman onderschrijft dat een
beslissing van de IND in een 1F-zaak zorgvuldig onderzoek vereist,
dienen de beslistermijnen in acht te worden genomen. De Nationale
Ombudsman stelt dat het immers van belang is dat de betrokken
vreemdeling zo snel mogelijk weet waar hij aan toe is.
De IND is het met deze conclusie eens, maar stelt dat in
1F-onderzoeken zorgvuldigheid en nauwgezetheid op gespannen voet
kunnen komen te staan met een snelle afhandeling van het asielverzoek.
Dit blijkt ook uit het feit dat er terecht hoge eisen worden gesteld
aan de motivering van de IND om de asielaanvraag van de vreemdeling op
grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag af te wijzen.
Een andere belangrijke oorzaak van de overschrijding van de wettelijke
beslistermijn is gelegen in het feit dat er in een 1F-zaak vaak een
aantal stappen extra nodig zijn, die in een .gewone. asielaanvraag
niet hoeven te worden verricht. De wettelijke beslistermijn is dan
niet van toepassing, aangezien de termijn dan met zes maanden kan
worden verlengd. Zo dient er onder andere onderzoek door het
Ministerie van Buitenlandse Zaken plaats te vinden en dient de IND in
1F-zaken een aanvullend nader gehoor te laten plaatsvinden. Beide
extra stappen vergen de nodige tijd, waardoor de reguliere
beslistermijn moeilijker haalbaar wordt.
Doorlooptijden
Vaak wordt pas in de loop van de individuele procedure duidelijk dat
wellicht artikel 1F van toepassing zou kunnen zijn. Werd in 1999 na
gemiddeld 10 maanden duidelijk dat het een 1F-zaak kon betreffen, in
2001 is deze termijn teruggebracht naar gemiddeld vier maanden. Een
forse versnelling, mede gerealiseerd dankzij
voorlichtingsbijeenkomsten aan de medewerkers van de IND over 1F-zaken
en het ontwikkelen en aanbieden van een cursus humanitair oorlogsrecht
bij het T.M.C. Asser Instituut. Hierdoor wordt de bekendheid over de
mogelijkheid om artikel 1F toe te passen bij de medewerkers van de IND
vergroot. Voorts is er een aantal algemene ambtsberichten ontwikkeld
ten aanzien van specifieke 1F-groepen, die het mogelijk maken om de
doorlooptijden te versnellen.
Informatieverstrekking
Een ander kritiekpunt in het rapport van de Nationale Ombudsman is het
feit dat vreemdelingen niet tijdig worden geïnformeerd als hun zaak
niet binnen de wettelijke termijn kan worden afgehandeld. Ook dit punt
behoeft enige nuancering. Op het moment dat het projectteam, dat bij
de IND is belast met de afhandeling van 1F-zaken, een zaak in
behandeling krijgt, wordt de betrokken vreemdeling altijd geïnformeerd
dat er een artikel 1F-onderzoek opgestart zal worden.
Verder wordt er door de IND elke drie maanden tussenberichten
verstuurd over de stand van zaken, indien (de gemachtigde van) de
vreemdeling heeft geïnformeerd naar de stand van zaken. Overigens is
er door de Staatssecretaris van Justitie inmiddels besloten om
dergelijke tussentijdse berichten aan alle vreemdelingen, waarbij een
1F-onderzoek is opgestart, te versturen.
Tot slot
Het asielrecht beoogt hen te beschermen die vluchten voor onrecht en
niet hen die gerechtigheid ontvluchten. Met dit uitgangspunt in
gedachten worden door de IND alle feiten en omstandigheden zorgvuldig
afgewogen bij de beslissing op iemands asielverzoek.
De behandeling van 1F-zaken behoeven in het bijzonder veel aandacht.
Zorgvuldigheid in de besluitvorming vormt een minstens zo belangrijk
element als de snelheid waarmee een dergelijk asielverzoek wordt
afgehandeld.
---
22 apr 02 13:03