Gemeente Deventer
Nieuw Deventer college presenteert collegeprogramma
De onderhandelaars van PvdA, CDA, VVD en ADB hebben op 22 april het
nieuwe college en haar programma voor de komende vier jaar
gepresenteerd. In een extra raadsvergadering op 6 mei wordt het
college geïnstalleerd.
De portefeuilleverdeling binnen het College van burgemeester en
wethouders van Deventer is als volgt:
Burgemeester: drs. J. van Lidth de Jeude
*
Algemeen Bestuur
*
Openbare Orde en Veiligheid
*
Coördinatie GroteStedenBeleid
*
Internationaal Beleid
*
Wijkwethouder gebied 6
PvdA: B.J. Doornebos
*
Economische Zaken
*
Vastgoed
*
Toerisme en Recreatie
*
Regio Stedendriehoek
*
P&O-beleid
*
Wijkwethouder wijk 1
PvdA: J.J.T. Fleskes
*
Sociale Zaken (werk en inkomen, minderhedenbeleid breed)
*
Onderwijs
*
Jeugdbeleid
*
Cultuur
*
Wijkwethouder wijk 5
CDA: G. Hiemstra
*
Verkeer en vervoer incl. grote infrastructurele projecten
*
Financiën
*
ICT
*
Publieke Dienstverlening
*
Wijkwethouder wijk 3
VVD: mevrouw mr. I.R. Adema
*
Beheer van de openbare ruimte
*
Milieu
*
Ruimtelijke ordening
*
Volkshuisvestingsbeleid
*
Projectwethouder Herstructurering
*
Projectwethouder Reconstructie
*
Wijkwethouder wijk 2
ADB: mevrouw J.J.A.F. Dirksen-Bloemenkamp
*
Coördinatie Wijkaanpak
*
Welzijn
*
Zorg
*
Sport
*
Facilitaire Zaken
*
Wijkwethouder wijk 4
Collegeprogramma
Het collegeprogramma geeft op hoofdlijnen aan waaraan de
collegepartijen PvdA, CDA, VVD en ADB in Deventer de komende vier
jaren gezamenlijk gaan werken. Zij kiezen voor een relatief compact en
realistisch programma dat het karakter heeft van een
uitvoeringsprogramma met concrete acties en dat rekening houdt met de
financiële en organisatorische armslag van het bestuur en het
ambtelijk apparaat. Dat betekent dat er keuzes zijn gemaakt voor
gerichte en uitvoerbare actiepunten.
In de achterliggende periode is zowel op sociaal-economisch terrein
als in de infrastructuur, de veiligheid, de zorg en de leefbaarheid
een goede basis gelegd voor het hoge ambitieniveau dat het college
voor de stad nastreeft. Daarom en ook vanwege de samenstelling van het
college -qua politieke samenstelling identiek aan de periode
1999-2002 - kiest zij hoofdzakelijk voor voortzetting van het toen
gevoerde of ingezette beleid. Dit betekent dat in dit collegeprogramma
op veel onderwerpen niet meer wordt ingegaan tenzij het aanscherpingen
betreft. Naast voortzetting en uitvoering van bestaand beleid vindt
het college het ook wenselijk op enkele beleidsterreinen nieuwe
impulsen te ontwikkelen zoals vergroting van de kwaliteit van het
toezicht in de openbare ruimte.
Concreet zet het college in op:
* meer aandacht voor zorg, veiligheid en beheer, o.a. door een
kwaliteitsverbetering in het handhavings- en toezichtbeleid in de
openbare ruimte door de vorming van een gemeentelijke
organisatie-eenheid voor stadstoezicht en extra budgetten voor het
grootschalig onderhoud en dagelijks beheer en voor de drie
stadsparken;
* dienstverlening in de gezondheidszorg en openbare voorzieningen
zoals wijkwinkels dichter bij de burgers brengen;
* beleidsintensiveringen in het jeugd- en jongerenbeleid, het
inburgeringsbeleid, het onderwijs, het verbreden van het
scholingsoffensief, cultuur en de aanpak van de WAO-problematiek;
* extra aandacht voor de sociale aspecten en de sociale cohesie bij
de herstructurering van wijken en de reconstructie van het
platteland. Voor de reconstructie komt tijdelijk extra capaciteit;
* het hanteren van een nieuwe investeringssystematiek voor grote
strategische projecten in de ruimtelijke sfeer.