Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie
Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 22 april 2002 Auteur G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/199/01 Telefoon 070-3485005
Blad 1/9 Fax 070-3484086
Bijlage(n) Concept Raadsconclusies E-mail Die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van
15 en 16 april 2002
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij het verslag van de
Algemene Raad van 15 en 16 april 2002 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 15 en 16 april 2002
Stand van zaken andere Raadsformaties
Voorzitter Piqué wees op het overzichtsdocument van de werkzaamheden in
andere Raden en noemde enige punten waarop vooruitgang was geboekt, zoals
Galileo, het gemeenschappelijke luchtruim en het spoorwegpakket.
Enkele collega's wezen op het belang van de Algemene Raad als coördinerende
Raad die tevens de continuïteit tussen opvolgende Europese Raden diende te
bevorderen.
In dit kader werd er voor gepleit dat de Raad tijdig de inzet voor de World
Summit on Sustainable Development te Johannesburg (september 2002)
bespreekt, waarover de Europese Raad van Sevilla zich zal buigen. Hierover
wordt een debat voorzien in één van de Algemene Raden van begin juni. De
Raden in mei en juni moeten de Europese Raad van Sevilla ook in meer
algemene zin voorbereiden.
Statuut EG-ambtenaren
Commissaris Kinnock gaf een presentatie over de hoofdlijnen van de
hervormings-voorstellen van het personeelsbeleid. De kernpunten van de
Commissievoorstellen voor de herziening van het statuut van de EG-ambtenaren
vatte hij daarbij als volgt samen:
modernisering en constante progressieve ontwikkeling van de huidige
regelingen voor het personeelsbeleid;
nadruk op een carrièreperspectief op basis van verdienste;
een pakket aan salaris en pensioenregelingen dat realistisch, betaalbaar en
transparant is.
Kinnock benadrukte dat de Commissievoorstellen binnen de bestaande
Financiële Kaders van Berlijn zouden passen. De Raad nam vervolgens op basis
van deze presentatie procedurele conclusies aan, waarin het streven naar
afronding van de besprekingen ultimo juni 2003 is vastgelegd.
Uitbreiding
Het voorzitterschap en de Commissie presenteerden kort de stand van zaken in
de toetredingsonderhandelingen. De Raad benadrukte de wens vast te houden
aan de road map om zo inhoud te kunnen geven aan de doelstellingen,
geformuleerd door de Europese Raad (afronding van de onderhandelingen met de
meestgevorderde kandidaten in 2002). In dit kader is het van belang dat de
Commissie zo spoedig mogelijk ontwerp-gemeenschappelijke standpunten
presenteert voor de hoofdstukken landbouw, regionaal beleid en begroting.
Immigratie
Italië had verzocht om agendering van dit onderwerp. De Italiaanse premier
Berlusconi stelde dat het aantal illegale migranten dat per schip tracht de
Unie binnen te komen inmiddels alarmerende proporties had aangenomen.
Samenwerking met landen van herkomst was geboden om dit probleem op te
lossen.
Commissaris Patten erkende de problematiek. De Commissie was voorstander van
integratie van migratie in (alle instrumenten van) het externe beleid.
Hierbij zouden partnerschappen met landen van herkomst en doorreis een
prominente plaats moeten innemen. Ook de technische en financiële
ondersteuningsprogramma's CARDS en MEDA moesten meer worden aangewend ten
behoeve van deze landen. De EU moest meer met één stem spreken om resultaten
te behalen. De recente terug- en overnameovereenkomsten die met Hong Kong en
Macao zijn afgesloten waren daar een goed voorbeeld van. Het in de JBZ Raad
van 28 februari jl. aangenomen Actieplan ter bestrijding van illegale
immigratie moest snel worden geïmplementeerd. De Commissie benadrukte het
belang van de haalbaarheidsstudie inzake gemeenschappelijke grensbewaking.
Tenslotte zou het mandaat van de High Level Working Group voor asiel en
migratie moeten worden aangepast teneinde de groep meer politiek gewicht te
geven.
De Raad nam een vijftal conclusies aan die ertoe moeten leiden dat illegale
immigratie effectiever wordt aangepakt. Verschillende lidstaten
ondersteunden het Italiaanse initiatief en onderschreven het spoedeisend
karakter van dit onderwerp.
Actieplan strijd tegen terrorisme
De Raad nam kennis van de geactualiseerde stand van zaken rond de
implementatie van het actieplan terrorisme van de EU. Daarin werden de
uitvoering van VN-Veiligheidsraad resolutie 1373, de bevriezing van tegoeden
via Gemeenschappelijk Standpunt 931/2001 en de bijbehorende
uitvoeringsverordening als bijzonder prioritair aangemerkt, evenals het
overeenkomen van een substantiële uitbreiding later deze maand van de lijst
van terroristische organisaties die bij deze instrumenten horen. Ook werd
aandacht gevestigd op het grote belang van betere samenwerking tussen
Europol en Eurojust en versterkte samenwerking tussen justitiële en
politiediensten uit de lidstaten.
Het voorzitterschap bevestigde dat de strijd tegen terrorisme een belangrijk
onderwerp op de agenda zal zijn van de topbijeenkomsten van de EU met zowel
de VS (2 mei as.) als Rusland (28 mei as.).
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
Minister Piqué gaf aan te streven naar oplossing van de problemen inzake de
permanente regelingen tussen de EU en de NAVO ('Berlijn plus') voor het
einde van het Spaanse voorzitterschap. Minister Papandreou herhaalde nog
steeds niet in te kunnen stemmen met de compromistekst die door het VK met
Turkije was bereikt over het participatieprobleem. Hoge Vertegenwoordiger
Solana sprak de hoop uit dat het voorzitterschap zou slagen in zijn
doelstelling om snel overeenstemming met Griekenland te bereiken over het
participatievraagstuk. De huidige problemen hebben een negatieve uitstraling
op de relatie tussen de EU en de NAVO.
Zwitserland
Commissaris Patten gaf een korte toelichting op de vier voorliggende
ontwerp-onderhandelingsmandaten, te weten voor Zwitserse deelname aan
Schengen, Dublin, het Media-programma en voor een akkoord over het
dienstenverkeer. Patten benadrukte dat de onderhandelingsstrategie vooral
gericht moet zijn op spoedige resultaten in de fraude en spaartegoeden
dossiers. Hierbij werd aangetekend dat Zwitserland tijdens een ontmoeting
met Commissaris Bolkestein afgelopen week had herhaald, dat de
onderhandelingen over de resterende dossiers pas kunnen beginnen als alle EU
mandaten zijn goedgekeurd. De Commissie was van mening dat deze koppeling
zou moeten worden afgewezen; alle dossiers dienden afzonderlijk en op hun
eigen merites te worden beoordeeld.
Alleen Oostenrijk intervenieerde en benadrukte nog eens het belang van
voortgang in de onderhandelingen. Vervolgens stelde de Raad de voorliggende
conclusies vast, waarin de mandaten van de Commissie worden verwelkomd, de
bereidheid wordt uitgesproken om deze mandaten na bestudering zo spoedig
mogelijk vast te stellen en waarin Zwitserland wordt opgeroepen om ernst te
maken met de onderhandelingen over fraude en de spaarfiscaliteit. De EU zal
hiertoe op hoog politiek niveau contact opnemen met de Zwitsers.
Midden-Oosten
Over de beraadslagingen over dit onderwerp rapporteerde ik reeds bij brief
van 18 april jl..
Westelijke Balkan
Hoge Vertegenwoordiger Solana herhaalde het belang van de recente
toenadering tussen Servië en Montenegro. Beide parlementen hadden het
akkoord van 14 maart jl. met grote meerderheid ondersteund. De
Montenegrijnse partijen die tegen het akkoord hadden gestemd, hadden Solana
verzekerd dat zij een loyale oppositie zouden vormen. Hij verwelkomde voorts
de Servische wet inzake samenwerking met het Joegoslavië Tribunaal. Dit was
een duidelijke stap voorwaarts, al bleef het van belang dat Belgrado nu ook
spoedig verdachten naar Den Haag zou overdragen. In dit licht meende Solana
dat de EU een positief signaal aan de FRJ zou moeten geven in de vorm van
een tijdpad voor onderhandelingen voor een Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst.
Een dergelijke overeenkomst zou de hervormingsgezinden in Belgrado veel
steun geven bij de bevolking.
Commissaris Patten stelde dat een dergelijk tijdpad even kort als
realistisch moest zijn. Er waren complicerende factoren. Het zou immers gaan
om een onvergelijkbaar soort Stabilisatie- en Associatieovereenkomst. In
voorgaande gevallen (Macedonië, Kroatië) was het bestaan van één markt
uitgangspunt geweest, nu was het bereiken daarvan de doelstelling. Bovendien
waren er zowel technische als politieke moeilijkheden, waarbij Patten voor
wat betreft het laatste verwees naar de status van Kosovo. Patten voorzag
het volgende tijdpad: start van de haalbaarheidsstudie naar een
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst na enige consultaties deze zomer en
eind dit jaar of begin 2003 aanvang van de onderhandelingen.
Barcelona proces
Onder dit agendapunt lichtte minister Piqué kort de gang van zaken rond de
aanstaande ministeriële bijeenkomst in het kader van het Barcelona-proces
toe (22 en 23 april as.). In antwoord op zijn oproep hierbij aanwezig te
zijn heb ik aangekondigd deel te zullen nemen. In het licht van de situatie
in het Midden-Oosten valt het te hopen dat de ministers van alle betrokken
landen aan deze bijeenkomst zullen deelnemen en de gelegenheid te baat nemen
om bij te dragen aan het zoeken naar een oplossing.
Zimbabwe
Lidstaten zullen de bilaterale ministeriële contacten bevriezen.
Besluitvorming over eventuele uitbreiding van sancties is uitgesteld tot de
volgende bijeenkomst van de Raad. Het initiatief van Zuid-Afrika en Nigeria
om te faciliteren in het overleg tussen regeringspartij ZANU-PF en
oppositiepartij MDC wordt toegejuicht.
Andes/ Midden-Amerika
De Raad sprak over de betrekkingen van de EU met de landen van de
Andes-groep (Colombia, Venezuela, Peru, Ecuador en Bolivia) en
Midden-Amerika, die de wens hebben uitgesproken om - in navolging van de
landen van de Mercosur en Chili - met de EU een associatie-akkoord met
inbegrip van vrijhandel te sluiten. Het onderdeel vrijhandel zou in de ogen
van de Raad echter pas overwogen kunnen worden nadat in het kader van de
Doha Development Agenda de multilaterale onderhandelingen over
handelsliberalisatie zijn afgerond. De Raad ging daarom akkoord met een
voorstel om daaraan voorafgaand onderhandelingen met deze beide regio's te
starten over een akkoord dat verdieping van de politieke dialoog en van de
economische, sociale en culturele samenwerking nastreeft. Langs deze weg
zouden dan de voorwaarden moeten worden geschapen waaronder een
vrijhandelszone - na afsluiting van de WTO agenda - haalbaar is. Nederland
kan zich hierin vinden. Tijdens de EU-LAC Top op 17-18 mei as. in Madrid zal
het EU standpunt officieel worden gepresenteerd.
Afghanistan
De Speciale Vertegenwoordiger van de EU voor Afghanistan, Klaiber, gaf een
korte toelichting op de huidige situatie. De politieke situatie was fragiel;
de macht van lokale warlords bleef aanzienlijk. Een verbetering van de
veiligheidssituatie was dan ook één van de grootste uitdagingen voor de
Afghaanse Interim Administratie, zeker met het oog op de voorbereiding van
de Loya Jirga. Voorts wees Klaiber erop dat Afghanistan van de grond af
moest worden opgebouwd. Dit vergde een lange termijn betrokkenheid van de
internationale gemeenschap. Gezien de belangrijke rol die de EU en haar
lidstaten spelen (de EU wordt gezien als één van de sleutelspelers) pleitte
hij ervoor dat de Unie een middellange termijn aanpak ontwikkelt voor
Afghanistan.
Commissaris Patten signaleerde drie punten van zorg: oververtegenwoordiging
van Tadzjieken in belangrijke overheidsfuncties, de opzet van het
macro-economisch raamwerk in Afghanistan en de papaverteelt. De Raad nam
vervolgens de bijgevoegde Raadsconclusies inzake Afghanistan aan.
Aansluitend aan de lunch wisselde de Raad van gedachten met de Afghaanse
Minister van Buitenlandse Zaken Abdullah. Daarbij brachten de lidstaten -
waaronder Nederland - hun zorgen over ten aanzien van veiligheid, de
oververtegenwoordiging van Tadzjieken, het macro-economische raamwerk, de
papaverteelt en de positie van vrouwen. Minister Abdullah onderstreepte de
vooruitgang die sinds het Bonn-akkoord was bereikt, mede dankzij de
bijdragen van de EU. Hij meende dat de veiligheids-situatie de afgelopen
tijd, ondanks de nog bestaande problemen, aanmerkelijk was verbeterd.
Minister Abdullah pleitte voorts voor een symbolische aanwezigheid van ISAF
in andere steden dan Kabul in de aanloop naar de Loya Jirga. Ik heb er in
mijn reactie op gewezen dat zo'n presentie geen echte inhoud zou hebben. De
Heer Abdullah drong daarop niet verder aan.
India en Pakistan
Op verzoek van het Verenigd Koninkrijk sprak de Raad kort over de spanningen
in de relatie tussen India en Pakistan. Minister Straw wees op het risico
van een hernieuwde uitbarsting van geweld tussen beide landen en het gevaar
van escalatie, vooral ook gezien de nucleaire capaciteiten van India en
Pakistan. Enkele lidstaten benadrukten het belang druk te blijven uitoefenen
op beide partijen.
Het voorzitterschap concludeerde dat de EU aandacht zou moeten blijven
besteden aan de betrekkingen tussen India en Pakistan. Het voorgenomen
bezoek van Hoge Vertegenwoordiger Solana aan beide landen (voorzien voor
eind mei as.) werd in dit verband verwelkomd. Lidstaten zullen ook
bilateraal hun contacten moeten gebruiken om druk op beide landen uit te
oefenen ter vermindering van de spanning.
'Wider Europe'
De Raad besteedde op verzoek van het VK aandacht aan 'Wider Europe', de
relatie van de EU met de nieuwe buurlanden van de Unie na uitbreiding. Het
gaat om Oekraïne, Belarus en Moldavië. De EU heeft direct belang bij een
stabiele situatie in deze landen en er is een politiek signaal nodig dat
deze landen niet vergeten worden bij alle aandacht die naar de uitbreiding
uitgaat. Er bestond brede steun voor het Britse initiatief voor een
strategische discussie over 'Wider Europe' en voor een verzoek aan de
Commissie om over dit thema een mededeling te publiceren. Tegelijkertijd
wees een aantal lidstaten (Duitsland, België, Finland, Griekenland) op de
noodzaak dat de Unie heldere doelstellingen jegens deze landen hanteert en
geen valse hoop geeft over een toekomstig lidmaatschap. Ook werd benadrukt
dat de kandidaat-lidstaten nauw moeten worden betrokken bij deze discussie
en dat de relatie met deze nieuwe oosterburen niet los kan worden gezien van
die met Rusland. De Commissie zegde toe in het najaar met een mededeling te
komen op grond waarvan verder zal worden gedebatteerd.
Overige punten
De Raad besprak kort de situatie in Venezuela. De Raad onderstreepte de
noodzaak van respect voor de grondwet en democratische regels en sprak steun
uit aan de inspanningen van de OAS.
Het voorzitterschap deelde mede dat de autoriteiten van Belarus besloten
hadden het visum van het waarnemend hoofd van de OVSE Advisory and
Monitoring Group in Minsk niet te verlengen. Daarmee wordt het functioneren
van de missie als geheel ernstig belemmerd. De Raad sprak hierover zijn zorg
uit en besloot een beroep te doen op de Belarus autoriteiten om op hun
beslissing terug te komen.
Associatieraad met Turkije
En marge van de Algemene Raad vond een associatieraad met Turkije plaats. Er
werd onder andere gesproken over de implementatie van de
pre-accessiestrategie en het partnerschap voor toetreding. Bijzondere
aandacht ging uit naar de politieke dialoog en de voorbereidingen door
Turkije op het voldoen aan de politieke Kopenhagen criteria.
Samenwerkingsraden met Rusland en Moldavië
En marge van de Algemene Raad vonden tevens samenwerkingsraden plaats met
Rusland en Moldavië. De Raad met Rusland stond in het teken van lopende
dossiers: JBZ-samenwerking en het bestrijden van financiering van
terrorisme, de specifieke problematiek van Kaliningrad en de uitstaande
handelsgeschillen. Tijdens het diner met Minister Ivanov werd onder meer
gesproken over Tsjetsjenië, het belang van vrije media in Rusland en het
Midden-Oosten. Beide partijen kwamen overeen dat de EU-Rusland Top van 28
mei as. zou moeten leiden tot een aantal concrete afspraken, onder meer over
een regeling met betrekking tot het personenverkeer tussen Kaliningrad en de
(uitgebreide) Unie. Commissaris Patten stelde voorts dat het van belang was
dat de EU en Rusland nu snel overeenstemming bereiken over een terug- en
overname overeenkomst. Ook stelde Patten, op uitdrukkelijk Nederlands
verzoek, dat Rusland niet mocht discrimineren in haar maatregelen tegen de
Europese luchtvaart.
In de Raad met Moldavië werd vooral aandacht besteed aan de problematiek van
Transdnjestrië en het belang dat de EU hecht aan pluriforme democratie in
Moldavië.
Commissaris Patten spoorde de Moldavische regering voorts aan om versneld
economische en administratieve hervormingen door te voeren.
Associatieraad met Slovenië
En marge van de Algemene Raad vond een Associatieraad plaats met Slovenië.
Op de agenda stonden onder meer de pre-accessiestrategie, de stand van zaken
met betrekking tot implementatie van de Europa-akkoorden, pre-accessiesteun
(Phare, Sapard, ISPA), financiële steun van de EIB en regionale
samenwerking.
Het voorzitterschap en de Commissie legden verklaringen af over de
voorbereidingen op de Sloveense toetreding. Hierin werd de door Slovenië
geboekte voortgang verwelkomd, maar werd tevens gewezen op de inspanningen
die nog verricht moeten worden, zoals hervorming van de rechtsprekende
macht, hervorming van het openbaar bestuur en privatisering van de economie.
Kenmerk
Blad /8
===