Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
19 april 2002
Persbericht 26
Arbeidsmarktmonitor: blijvende vacaturedruk in het onderwijs
AANTAL ZIJ-INSTROMERS EN ONDERWIJSASSISTENTEN GROEIT GESTAAG
Scholen doen steeds vaker een beroep op zij-instromers en
onderwijsassistenten. Het aantal zij-instromers in het basis- en
voortgezet onderwijs is in een half jaar tijd sterk gestegen: van 543
in juli 2001 naar 770 op 31 december 2001. Het aantal
onderwijsassistenten is in twee jaar meer dan verdubbeld: 3150 in
februari dit jaar, tegenover 1200 in 2000. Veel scholen hebben
vacatures door een groei van het aantal banen. De druk op scholen om
meer mensen aan te trekken blijft de komende jaren groot. Het aantal
openstaande vacatures is in het derde kwartaal van vorig jaar licht
gedaald ten opzichte van de cijfers aan het begin van dit
schooljaar.
Dit staat in een brief van minister Hermans bij een tussenrapportage
over de onderwijsarbeidsmarkt en de monitor over de inzet van het
schoolbudget. De minister heeft de rapporten vandaag naar de Tweede
Kamer gestuurd. Hermans schrijft dat scholen steeds meer gebruik maken
van de mogelijkheden die er sinds 1998 zijn gekomen om werken in het
onderwijs aantrekkelijker te maken en nieuwe mensen te werven. De
onderwijsarbeidsmarkt is een open arbeidsmarkt geworden, met een
jaarlijkse instroom en uitstroom. Vergeleken met de marktsector is
daarbij sprake van een positieve balans: in 2000 stapten 6500 mensen
vanuit andere sectoren over naar het onderwijs, terwijl 6000 mensen
uit het onderwijs overstapten naar een baan in de marktsector. In
totaal kende onderwijs in 2000 een instroom van 26.000 mensen en een
uitstroom van 15.000 mensen.
Vacatures
Uit de arbeidsmarktmonitor van Regioplan blijkt dat het aantal
openstaande vacatures in het derde kwartaal van vorig jaar licht is
gedaald ten opzichte van de cijfers aan het begin van dit schooljaar.
In totaal kende het basisonderwijs 1100 vacatures voor leraren, 310
voor directeuren en schoolleiders en 200 voor onderwijsondersteunende
functies. Het voortgezet onderwijs had 600 vacatures voor leraren, 50
vacatures in directiefuncties en 190 vacatures in
onderwijsondersteunende functies. Het beroepsonderwijs had 166
vacatures voor leraren, 56 vacatures in directiefuncties en 190
vacatures in onderwijsondersteunende functies.
Naast een toenemend beroep op zij-instromers en onderwijsassistenten
maken scholen vaak gebruik van uitbreiding van de werktijd en
uitbetaling van ADV. Dit leverde 3100 banen op in het basisonderwijs
en ruim 1000 in het voortgezet onderwijs. De bijdrage van
onderwijsassistenten leidt tot een betere verdeling van het werk, een
betere inzet van verschillende kwaliteiten en meer werkplezier. De
gezamenlijke aanpak die door de schoolbesturen in Almere is ontwikkeld
leert dat een actief personeelsbeleid succes heeft. Almere kent
nauwelijks nog vacatures en start volgend schooljaar naar verwachting
met een volledige bezetting.
De spanning op de onderwijsarbeidsmarkt blijft ook in de komende jaren
groot. In het basisonderwijs zijn in 2002 ongeveer 11.500 leraren
nodig. In 2003 en 2004 jaarlijks ongeveer 7500. Dit betekent dat het
basisonderwijs in 2003 ongeveer 6500 en vanaf 2004 ongeveer 3000
mensen nodig heeft, bovenop het aanbod vanuit de lerarenopleidingen.
In het voortgezet onderwijs gaat het om ruim 20.000 mensen in de
komende vier jaar.
Nieuwe maatregelen
Om in de vraag naar nieuw personeel te kunnen voorzien zijn een aantal
nieuwe maatregelen voorbereid. Vanaf 1 januari 2003 worden leraren die
na hun 61e blijven werken extra beloond. In totaal bereiken 3350
leraren in 2003 de leeftijd van 61.
Bij jonge wetenschappers en hun werkgevers bestaat interesse voor
samenwerking met het voortgezet onderwijs. De VSNU en de sociale
partners (SBO) maken een plan om promovendi te interesseren voor een
baan in het onderwijs. Ook wordt gewerkt aan verdergaande uitwisseling
met het bedrijfsleven. Doel hiervan is dat meer mensen uit het
bedrijfsleven hun baan combineren met lesgeven in het voortgezet
onderwijs en het beroepsonderwijs.
Noot voor de redactie,
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen