Ingezonden persbericht
'Rotterdam neemt bestuurlijk deel in 92 organisaties'
18 april 2002
De gemeente Rotterdam heeft bestuurlijke zeggenschap in 32
vennootschappen, 43 stichtingen en 17 openbare lichamen.
Daarmee is Rotterdam ook medeverantwoordelijk en
aansprakelijk voor deze zogenoemde bestuurlijke
participaties. Elk van deze participaties dient een bepaald
gemeentelijk doel. Maar aan de participaties zijn ook
bestuurlijke en financiële risico's verbonden. In Rotterdam
ontbreekt een systematisch overzicht van en inzicht in al
deze participaties. Evenmin wordt systematisch gebruikgemaakt
van de mogelijkheden die de bestuurlijke zeggenschap met zich
meebrengt. Dit concludeert de Rekenkamer Rotterdam in haar
vandaag verschenen rapport Besturen in Veelvoud.
De bestuurlijke relatie met onder andere het Waterbedrijf Europoort, een 50%-deelneming, is goed vormgegeven. De jaarstukken bevatten de juiste informatie waarmee de gemeente aan de hand van toetsingscriteria beoordeelt of haar doelen worden bereikt, of de risico's worden beheerst en of er moet worden ingegrepen. Maar de relatie met de 32 vennootschappen schiet over het algemeen tekort. Financiële risico's zijn wel benoemd, maar de gemeente heeft er onvoldoende zicht op of haar doelen worden gerealiseerd. Meest zorgelijk is de participatie in RAV Watertreatment CV. Hierin heeft de gemeente via een tussen-BV een bedrag van ¤ 35.920.000 ingebracht. De Rekenkamer stelde vast dat sinds de oprichting in 1998 er nog geen enkele jaarrekening is opgemaakt. Voorts vervullen onder andere wethouders in meerdere vennootschappen tevens een functie als (president)commissaris. Dit leidt ertoe dat bij de besluitvorming in het college van B&W het gemeentelijk belang zich vermengt met het bedrijfsbelang.
Ook het zicht op de doelbereiking bij de 43 stichtingen
schiet voor het merendeel tekort. Een aantal stichtingen
waaronder Diergaarde Blijdorp en Rotterdam Topsport ontvangt
tevens subsidie van de gemeente. In die gevallen benut de
gemeente de bestuurlijke zeggenschap als sturingsinstrument
aanzienlijk minder dan de subsidieverlening.
In het geval van openbare lichamen zoals de DCMR en
Voorzieningen Gezondheidszorg bestaat het bestuur conform de
wet uit leden van de deelnemende gemeentebesturen. Bij de
gemeente ontbreekt het zicht op wat individuele raadleden en
wethouders in de besturen van deze organisaties inbrengen.
Met name het toezicht door de gemeente op de openbare
lichamen schiet tekort.
De Rekenkamer beveelt onder meer aan om in een vierjaarlijkse
verslag en in een jaarlijkse paragraaf bij de jaarrekening te
rapporteren over de (noodzaak van de) bestaande
participaties. Deze aanbeveling is door B&W overgenomen.
Tevens beveelt de Rekenkamer aan gemeentelijke
functionarissen niet de functie van commissaris te laten
vervullen. Deze wordt niet door B&W overgenomen.