European Commission
IP/02/583
Brussel, 18 April 2002
Erkenning van beroepskwalificaties: inbreuk-procedures tegen elf
lidstaten
De Europese Commissie heeft besloten om elf lidstaten formeel te
verzoeken Richtlijn 1999/42/EG betreffende de erkenning van
beroepskwalificaties op het gebied van handel, industrie en ambacht in
hun nationale wetgeving om te zetten. De desbetreffende lidstaten zijn
Duitsland, Griekenland, Spanje, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,
Oostenrijk, Portugal, Finland en het Verenigd Koninkrijk. Deze
verzoeken zijn gedaan in de vorm van een met redenen omkleed advies,
de tweede fase van de inbreukprocedure van artikel 226 van het
EG-Verdrag. Wanneer de lidstaten niet binnen twee maanden na ontvangst
van dit met redenen omkleed advies een bevredigend antwoord geven, kan
de Commissie besluiten hen voor het Hof van Justitie te dagen.
Tot nu toe heeft geen enkele van deze lidstaten zijn nationale
omzettingsmaatregelen meegedeeld, hoewel de in de richtlijn
vastgestelde termijn op 31 juli 2001 is verstreken. In deze richtlijn
worden de bepalingen van de ingetrokken richtlijnen overgenomen met
betrekking tot de automatische erkenning van de beroepskwalificaties
die worden aangetoond aan de hand van de door de aanvrager opgedane
beroepservaring. De richtlijn stelt tevens personen die niet over de
vereiste beroepservaring beschikken in staat om, onder bepaalde
voorwaarden, erkenning van hun diploma's, certificaten en andere
titels te vragen.
De niet-mededeling van de nationale omzettingsmaatregelen van
Richtlijn 1999/42/EG door deze lidstaten vormt een obstakel voor het
vrije verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging en de vrije
dienstverlening in de desbetreffende sectoren.
Voor de laatste gegevens over inbreuken in het algemeen, zie:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm