BVE RAAD
Kwaliteit beroepsonderwijs en volwasseneneducatie verbeterd
Reactie Bve Raad op rapport Onderwijsinspectie
Kwaliteit verbeterd van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
'Veel dingen gaan goed, sommige zaken moeten beter'. Dat is de eerste
reactie van de Bve Raad, de landelijke brancheorganisatie voor
beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, op het Onderwijsverslag 2001
van de Onderwijsinspectie.
De Onderwijsinspectie beoordeelde 75% van de onderzochte opleidingen
als voldoende. De Bve Raad vindt dat een bemoedigende uitkomst, omdat
de Onderwijsinspectie vorig jaar slechts een kwart van de opleidingen
als goed beoordeelde. De Bve Raad verwacht dat de komende jaren meer
dan 75% van de scholen positief gewaardeerd zal worden.
De inspectie benoemde een aantal belangrijke verbeteringen in de bve-sector zoals de kwaliteit van het onderwijs, de kwaliteit van de examens en de toegankelijkheid van het onderwijs, ook voor kwetsbare doelgroepen. Daarmee is de bve-sector op de goede weg. Mede op initiatief van de Bve Raad is recent het KwaliteitsCentrum Examinering (KCE) opgericht. Dit is een onafhankelijk instituut dat continu garant staat voor de kwaliteit van de examinering. In augustus 2003 zullen alle examens door KCE gewaarborgd zijn.
De kritiek van de Onderwijsinspectie heeft onder andere betrekking op
het leren in de praktijk (de beroepspraktijkvorming) en het
zelfcorrigerend vermogen binnen de onderwijsinstellingen (de
kwaliteitszorg). De Bve Raad is het met deze opmerkingen van de
inspectie eens.
Voor de beroepspraktijkvorming zijn de onderwijsinstellingen in de
bve-sector sterk afhankelijk van de werkgevers. Maar vanuit de
instellingen kan de begeleiding van deelnemers bij het leren in de
praktijk verbeterd worden.
Voor het zelfcorrigerend vermogen zijn een systematische zelfevaluatie
en een goede informatievoorziening voor het management nodig. Deze
konden de afgelopen jaren nog onvoldoende worden ontwikkeld, mede als
gevolg van de enorme veranderingen in de bve-sector. Verder zijn hier
enorme investeringen mee gemoeid, die in de bekostiging vanuit de
overheid niet zijn verdisconteerd. Het onafhankelijk onderzoek 'Bve in
bedrijf' dat in 2001 is uitgevoerd is door Cap Gemini Ernst & Young
heeft dat aangetoond.
De kritiek van de inspectie op het achterblijven van de publieke
verantwoording acht de Bve Raad voorbarig. Met de minister van OCenW
zijn immers in 2001 bestuurlijke afspraken over de publieke
verantwoording gemaakt, op basis van een branchevisie van de Bve Raad.
In 2002 is gestart met uitwerking en invoering onder meer met behulp
van initiatieven van de Bve Raad. Rapportage daarover kan daarom pas
vanaf 2002 plaatsvinden.
Noot redactie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frans Visée, hoofd
Communicatie en Public Affairs, telefoon (030)-22 19 810 of 06-502 72
669; e-mail: f.visee@bveraad.nl. Het onderzoek 'Bve in Bedrijf' en de
branchevisie 'Visie op meervoudige publieke verantwoording' zijn op te
vragen bij het documentatiecentrum, telnr. 030-2219 816.
18 apr 02 11:20