Stadsdeel Amsterdam-Noord
* Afscheidsspeech Hans Oosterbaan
18/4/2002 - Afscheidsspeech Hans Oosterbaan
Dames en Heren,
Goedenavond.
Goed om u allen vanavond te zien.
Voor ons is het einde van een periode, voor u het begin van een
nieuwe,
En zo is het goed.
We zouden het leuk houden vanavond, en daarom maar één speech namens
alle DB-ers.
En bovendien: Zij die zestien jaar vooraan in het debat hebben
gestaan, moeten aan het einde niet te veel meer zeggen, niet over het
verleden, en zeker niet over het heden en de toekomst.
Een enkele opmerking dus, mede namens mijn drie collegas,
Gert, Evert en Rombout.
De meeste gestelde vragen de laatste weken zijn:
Hoe voelt het nu om weg te gaan?
en
Wat ga je hierna doen?.
Hoe voelt het?
Ik heb daar een formule voor gevonden,
het is een mengeling van trots, weemoed en opluchting.
En het werkt zo, dat langzamerhand trots
en opluchting gaan overheersen over weemoed.
Maakt u zich dus geen zorgen.
.
Trots
Wij zijn trots op wat er de laatste periode is tot stand gekomen in
Amsterdam-Noord;
en voornamelijk trots omdat zo velen daaraan hebben meegewerkt.
Politiek is het wenselijke mogelijk maken, besturen het onverenigde
verenigen.
De overheid, i.c. het Dagelijks Bestuur, kan niets alleen.
En we zijn erin geslaagd een ontwikkelingsrichting voor
Amsterdam-Noord, PANORAMA NOORD, vast te leggen, dankzij de inzet van
onze organisatie, deskundig en betrokken, creatief en loyaal;
dankzij burgers en instellingen, goed gebekt, kritisch en sociaal;
dankzij ondernemers en investeerders, veeleisend en met geloof in de
toekomst;
dankzij onze bestuurlijke omgeving, hoewel die ons soms maar een raar
stelletje vonden; daar aan de overkant van het IJ, maar toch altijd
het gesprek met ons bleven voeren.
Dames en heren, blijft kritisch, veeleisend, betrokken,
want Amsterdam-Noord verdient het beste en dit beste komt tot stand in
zon omgeving.
Weemoed.
Het geeft een weemoedig gevoel om afscheid te nemen uit de actieve
lokale politiek,
omdat er nog zoveel moet gebeuren.
In de politiek kan dat, wat de moeite waard is voor de toekomst van
het stadsdeel, zijn inwoners en zijn gebruikers, dichterbij worden
gebracht.
Er zijn nog te veel mensen zonder werk,
te veel kinderen zonder kansen,
te veel buurten waar het niet goed mee gaat,
te veel armoede,
te veel criminaliteit,
te weinig vertier.
Weemoed, ook door de manier waarop wij als DB-ers (Gert, Evert,
Jacqueline, Rombout, Ilmar, Pam, Tjeerd), elk op onze eigen manier
hebben geprobeerd te werken, met onze handen in de modder, midden
tussen de mensen.
En het zijn die mensen, die ertoe doen.
Medestanders en tegenstanders, één op één of in een zaal met grote
groepen.
Met honderden hadden we regelmatig of een enkele maal contact.
Dat valt weg.
Het meest zal ik missen het eigen kluppie, DB, MT en secretariaat.
Opluchting.
Zo besturen moet, maar is ook belastend.
7 dagen op 7, 24 uur op 24, altijd in het ambt, geen eigen agenda
meer.
Ik klaag niet, maar het geeft een gevoel van opluchting dat dat
voorbij is.
Opluchting ook om te zijn verlost van een aantal rituelen, die horen
bij dit vak.
Zaken die voornamelijk bijdragen aan de traagheid van besluiten en
verspilling van energie,
Weggaan zonder een enkele boodschap voor de toekomst had u niet van
mij verwacht.Ik heb er twee:
Amsterdam heeft een uniek bestuursmodel Het werkt..
Niet voor niets heeft heel recent een commissie de gemeente Rotterdam
geadviseerd het deelgemeentestelsel meer op Amsterdamse leest te
schoeien.
Het werkt, maar niet perfect.
De centrale stad doet te vaak wat het den Haag verwijt, toetsing
overnemen die aan de eigen Raad is voorbehouden, detailbemoeienis in
het domein van de stadsdelen, het spannen van een net van gouden
koorden en het stellen van politieke prioriteiten voor de stadsdelen.
Het stelsel is twintig jaar oud . Het heeft zich bewezen. Nu het
stelsel af is met de instelling van een deelraad centrum is het de
moeite waard om in de komende jaren onderhoud te plegen op het
stelsel, het aan te passen op de eisen van deze tijd.
Binnen de basis uitgangspunten van de open huishouding van de
stadsdelen en van decentraal wat kan moeten nieuwe vormen kunnen
worden gevonden, die ook aansluiten bij de ontwikkelingen in het
regionaal bestuur. En dat met het doel de slagvaardigheid te vergroten
en de burger een samenhangend pakket te kunnen blijven aanbieden.
Themas zijn voor mij in ieder geval de decentralisatie van de sociale
dienst, te beginnen met het werkgelegenheidsbeleid, een aanpassing van
de systematiek in de grondexploitaties, en de scherpere definiering
van de ontwikkeltaak van de stadsdelen, zonodig met een aanpassing van
de schaal. Nu burgemeester Cohen de portefeuille gaat beheren kan deze
discussie zonder al te veel politieke ballast deze periode worden
gevoerd.
Ik besluit met een oproep aan de fracties in de Raad van Amsterdam
Noord, nu de hitte van de verkiezingen voorbij is, de grenzen naar
elkaar weer open te maken. Als de emoties regeren is de politiek en
dus de burger van Amsterdam Noord de verliezer.
De toekomst van dit stadsdeel verdient een volwassen debat op
argumenten. Zo niet dan verliest het bestuur zijn legitimatie en
daarmee zijn gezag.
Tenslotte dames en heren,
U willen wij bedanken voor de samenwerking met ons als Dagelijks
Bestuur.
Houdt Amsterdam noord sociaal en speciaal en werkt door aan zijn
toekomst