Provincie Zuid-Holland
17-04-2002
Provincie zet vervoer-management weer op de kaart
Vervoermanagement kan niet langer vrijblijvend zijn. Het is een zaak voor medewerkers, bedrijven en bedrijventerreinen als geheel. Dat is de belangrijkste conclusie die Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) vandaag/16 april trekken in hun nota aan de statencommissie over de voortgang van vervoermanagement. Verder constateren GS dat de aanpak om vervoermanagement te stimuleren zakelijker moet.
Verantwoordelijk gedeputeerde Marnix Norder is stellig in zijn mening
over die vrijblijvendheid: ,,Vervoermanagement kan niet langer
vrijblijvend zijn. Het is een zaak voor medewerkers, bedrijven en
bedrijventerreinen als geheel." Tot voor kort ging de overheid als
idealist langs directies van bedrijven met een vriendelijk verzoek of
ze iets aan vervoer (lees beperking van autoverkeer) wilden doen.
,,Inmiddels is wel duidelijk dat we het daar echt niet mee redden. Het
moet veel zakelijker. De overheid mag in ruil voor de aanleg van wegen
en het laten rijden van bussen best verwachten dat bedrijven actief
meewerken aan beperking van autoverkeer. We kunnen hier dus spreken
van ruilen", aldus Norder. Norder heeft al een beeld hoe hij e.e.a.
wil realiseren. ,,We gaan als provincie bedrijven en bedrijfsterreinen
op twee manieren aanpakken: stimuleren en dwingen. Stimuleren met
regelingen voor bedrijfsvervoer, met informatie over vervoermanagement
en de bereidheid samen met de gemeenten knelpunten op de weg weg te
nemen. Maar het kan niet vrijblijvend zijn: wanneer het door bedrijven
niet goed wordt opgepakt zorgen we dat de gemeente planologisch
beperkt wordt."
Kwaliteit
Natuurlijk zullen de bedrijven dan ook enige kwaliteit van de
vervoerssystemen verwachten. Bedrijven kunnen hun onkostenvergoedingen
aanpassen ten voordele van het openbaar vervoer of de fiets, fietsen
verstrekken en dergelijke. Veel bedrijven realiseren zich niet dat een
parkeerplaats op hun terrein vaak duurder voor hen is dan een
onkostenvergoeding voor openbaar verover.
De provincie zal proberen samen met gemeenten en bedrijven
overeenkomsten af te sluiten waar dit soort afspraken over en weer in
zijn vastgelegd. Dit soort afspraken zijn natuurlijk bij nieuwe
bedrijventerreinen heel anders dan bij bestaande terreinen of te
saneren terreinen. Het principe blijft echter hetzelfde, het "ruilen"
van gedrag en voorzieningen.
De provincie wil haar ruilmiddelen gaan versterken door betere
afstemming van haar instrumenten. Denk hierbij aan de ruimtelijke
ordening, de milieuvoorschriften economische subsidies en het aanbod
van verkeersinfrastructuur en openbaar vervoerdiensten. Ook de
medewerkers spelen hierin een rol. Hierover is er overleg met de
vakbonden. Norder: ''Waarom geen arbeidscontracten met een
cafetariamodel? Of als je geen lease-auto wilt, kun je bijvoorbeeld
een OV-jaarkaart krijgen."
Parkmanagement
Een geheel nieuw fenomeen is het zogenaamde "parkmanagement". Hierin
werken de bedrijven en soms ook de overheid samen om de zaken op een
bedrijventerrein goed te regelen. Daar hoort bewegwijzering,
kinderopvang en ook vervoermanagement bij. "Uiteindelijk winnen de
bedrijven er allemaal bij als een bedrijventerrein een goede
uitstraling heeft. Bij een krappe arbeidsmarkt is het zelfs een
pluspunt bij de werving van personeel" meent Norder.
Hoofdlijnen
De nieuwe aanpak kent drie hoofdlijnen:
Als eerste werken op 3 niveaus ( medewerker, bedrijf en
parkmanagement). Verder is het zaak dat provincie en de ruilmiddelen
goed organiseren. Tenslotte moet het ontstaan van Parkmanagement op de
bedrijventerreinen bevorderd worden.
De ervaring leert dat dit proces leidt tot 10% minder autoverkeer dan
bij de "doe niets"-variant.
De statencommissie praat 8 mei over de voortgangsrapportage.