European Commission

IP/02/573

Brussel, 17 april 2002

Commissie beoordeelt voortaan ook haar hoogste ambtenaren

De Commissie heeft vandaag het licht op groen gezet voor een proef met een beoordelingssysteem voor haar topambtenaren. Het is voor het eerst dat ook ambtenaren van de hoogste rangen aan een dergelijke prestatiebeoordeling worden onderworpen. Het systeem moet de nodige feedback opleveren over het functioneren van de ambtenaren en de betrokkenen helpen bij de ontwikkeling van hun carrière. De verkregen informatie zal door de Commissie ook worden gebruikt in het kader van aanstellings-, bevorderings- en mobiliteitsbeslissingen betreffende de ambtelijke top. De input voor de beoordelingen, die om de twee jaar plaatsvinden, zal worden geleverd door, onder anderen, medewerkers en collega's van de beoordeelden, binnen een zogenaamd "360-graden"-beoordelingsproces. Het systeem zal getest worden door middel van een aantal proeven die lopen tot september, wanneer de Commissie de definitieve methode zal vaststellen. De eerste volwaardige beoordelingsronde voor alle ambtenaren van de rangen A1 en A2 moet tegen april 2003 voltooid zijn.

Neil Kinnock, Vice-voorzitter van de Commissie en bevoegd voor de hervorming van de administratie, verheugt zich over de goedkeuring van het voorstel: "Elke grote organisatie, in de openbare of in de privé-sector, heeft behoefte aan regelmatige beoordeling van de kwaliteit van de geleverde prestaties om haar medewerkers te helpen verbeteringen aan te brengen. Dit geldt voor alle niveaus, en in het bijzonder voor de hoogste niveaus, die per definitie de leiders van de organisatie herbergen. Het beoordelingssysteem voor de hoogste ambtenaren dat vandaag is goedgekeurd, is ontwikkeld op basis van de beste werkmethoden en moet ervoor zorgen dat de betrokkenen een eerlijke en objectieve feedback van hun meerderen ontvangen en in het bijzonder ook kennis nemen van het oordeel van collega's. Het is dan ook een sleutelelement van de strategie die de Commissie volgt om één van de essentiële doelstellingen van de hervorming - het handhaven van een hoog managementniveau en het verder optrekken van dit peil - te verwezenlijken."

De beoordeling zal zowel slaan op wat verwezenlijkt is ("prestaties") door de ambtenaar als op de manier waarop dit bereikt is ("bekwaamheid" en "gedrag in de dienst"). Zij zal nauw samenhangen met de doelstellingen en de taken die bij het begin van de beoordelingsperiode met de ambtenaar zijn overeengekomen. Het proces bestaat uit een zelfbeoordeling en een gesprek met de meerdere, die de eindbeoordeling zal opstellen met volledige inachtneming van de input van de personen met wie de beoordeelde werkt, in het bijzonder medewerkers en collega's binnen de diensten van de Commissie. Het beoordelingsproces zal uitmonden in een rapport waarin het functioneren van de ambtenaar kwantitatief en kwalitatief wordt geëvalueerd. Er wordt tevens voorzien in de mogelijkheid om in beroep te gaan.

Bij de ontwikkeling van de methodologie stonden eenvoud en efficiëntie voorop. Zo zal onder meer gebruik worden gemaakt van computervragenlijsten. De beoordelingsprocedure zal naar schatting per beoordeelde ambtenaar in totaal 3 mensdagen om de twee jaar in beslag nemen. Het is evident dat de hoogste ambtenaren van kapitaal belang zijn voor het bestuur en het beheer van de Commissie. Het betreft hier dan ook een essentiële investering, die in vergelijking met wat in andere belangrijke organisaties gebruikelijk is, bescheiden te noemen is.

Het huidige personeelsbeoordelingssysteem bevat geen regeling voor de beoordeling van ambtenaren van de rangen A1 en A2.

Toelichting:

De invoering van een beoordelingssysteem voor de hoogste ambtenaren sluit aan op een reeks andere moderniseringsmaatregelen van de Commissie wat betreft de top van haar administratie. De meest in het oog springende daarvan zijn, de afschaffing van de officieuze "nationale quota" voor de hoogste ambten, de aanscherping van de selectieprocedures, waarbij wordt gestreefd naar een groter gewicht voor verdienste, een betere vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies en een evenwichtige verdeling van de nationaliteiten in de ambtelijke top van de Commissie, de invoering van verplichte mobiliteit na vijf (tot maximaal zeven) jaar een bepaalde post te hebben bekleed, en de verplichting voor directeuren-generaal om jaarlijks verslag uit te brengen over de activiteiten van de dienst aan het hoofd waarvan zij staan.