European Commission
IP/02/569
Brussel, 17 april 2002
Commissie breidt onderzoek naar overname van Sulzer door Promatech uit
De Europese Commissie heeft besloten een diepgaand onderzoek in te
stellen naar de voorgenomen overname van de textieldivisie van het
Zwitserse bedrijf Sulzer door de Italiaanse onderneming Promatech SpA,
een dochteronderneming van Radici, de Italiaanse leider in de sector
voor weefgetouwen. In deze zaak werden de omzetdrempels waarboven,
overeenkomstig de concentratieverordening, de Commissie de exclusieve
bevoegdheid inzake fusies en overnames heeft, niet bereikt. De
overname was wel aangemeld bij de mededingingsautoriteiten van zeven
lidstaten van de Europese Unie, die besloten deze aan de Commissie
voor te leggen. Dit is de eerste keer in bijna 11 jaar dat lidstaten
gebruik maken van de bepalingen in de concentratieverordening die het
mogelijk maken gezamenlijk een zaak aan de Commissie voor te leggen in
plaats van deze elk apart te onderzoeken.
Promatech is een Italiaanse onderneming die onder de zeggenschap staat
van het Radici-concern en het Miro Radici-concern, welke activiteiten
hebben op het gebied van de vervaardiging, de verkoop en de
distributie van weefgetouwen en onderdelen.
Sulzer is een Zwitserse holdingmaatschappij die belangen heeft op
verschillende gebieden, te weten ontwerp, vervaardiging, op de markt
brengen, verkoop en distributie van weefgetouwen en service na de
verkoop voor weefgetouwen via haar 100% dochtermaatschappij Sulzer
Textil AG en andere dochtermaatschappijen die zij rechtstreeks of
onrechtstreeks in handen heeft.
In de voorgenomen overname werden de omzetdrempels waarboven,
overeenkomstig de concentratieverordening, de Commissie de bevoegheid
inzake fusies en overnames heeft, niet bereikt.(1)
In plaats daarvan viel de zaak onder de bevoegdheid van Italië,
Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Portugal en
Oostenrijk.
De autoriteiten van de betrokken landen hebben de zaak aan de
Commissie voorgelegd, overeenkomstig artikel 22, lid 3, van de
concentratieverordening. Dit is de eerste maal dat verschillende
lidstaten gezamenlijk een zaak aan de Commissie voorleggen sedert de
concentratieverordening op 21 september 1990 van kracht werd.
De verzoeken bevatten aanwijzingen die tot de veronderstelling leidden
dat de concentratie een machtspositie doet ontstaan of versterkt
waardoor een daadwerkelijke mededinging op het grondgebied van de
betrokken lidstaten in belangrijke mate zou worden belemmerd en de
handel tussen lidstaten zou worden beïnvloed.
Na een onderzoek dat een maand heeft geduurd heeft de Commissie
besloten een diepgaand onderzoek in te stellen om de gevolgen voor de
concurrentie van de operatie op de markt voor "rapier"-weefgetouwen,
dat blijkbaar een flexibel soort weefgetouwen is dat wordt gebruikt
voor allerlei soorten stoffen en ook geschikt is voor kleding van hoge
kwaliteit, grondiger te onderzoeken.
Uit het eerste onderzoek door de Commissie bleek dat de concentratie
een machtspositie kan doen ontstaan of kan versterken in de
productmarkt voor "rapier"-weefgetouwen in een gebied dat de EER en
Zwitserland omvat.
De Commissie heeft nu ten hoogste vier maanden om een eindbeschikking
ter zake te geven. Het instellen van een grondig onderzoek is slechts
een procedurestap waarmee nog niets gezegd wordt over de
eindbeschikking van de Commissie.
(1)
ARTIKEL 12 . Een concentratie is voor de toepassing van deze
verordening van communautaire dimensie wanneer a ) de totale omzet die
over de gehele wereld door alle betrokken ondernemingen is behaald,
meer dan vijf miljard ecu en Scope b ) de totale omzet die, elk
afzonderlijk, in de Gemeenschap door ten minste twee der betrokken
ondernemingen is behaald, meer dan 250 miljoen ecu bedraagt, tenzij
elk van de betrokken ondernemingen meer dan twee derde van haar totale
omzet binnen de Gemeenschap in een zelfde Lid-Staat behaalt.3. Een
concentratie in de zin van artikel 3 die niet voldoet aan de in lid 2
vastgestelde drempels, wordt voor de toepassing van deze verordening
beschouwd als een concentratie van communautaire dimensie wanneera) de
totale omzet die over de gehele wereld door alle betrokken
ondernemingen tezamen is behaald, meer dan 2,5 miljard ecu bedraagt,b)
de totale omzet die door alle betrokken ondernemingen in elk van ten
minste drie lidstaten is behaald, meer dan 100 miljoen ecu bedraagt,c)
In elk van de drie lidstaten die ten behoeve van letter b) in
aanmerking zijn genomen, de totale omzet die door ten minste twee van
de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk is behaald, meer dan 25
miljoen ecu bedraagt, end) de totale omzet die in de Gemeenschap door
ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk is
behaald, meer dan 100 miljoen ecu bedraagt,tenzij elk van de betrokken
ondernemingen meer dan twee derde van haar totale omzet in de
Gemeenschap in eenzelfde lidstaat behaalt.